De voorzitter opent de zitting op 25/04/2023 om 20:00.
De ontwerpnotulen worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de ontwerpnotulen van vorige zitting goed.
Installatievergadering 7 januari 2019 van de gemeente- en OCMW-raad.
Gemeenteraad 29 januari 2019: goedkeuring 'Huishoudelijk reglement gemeenteraad 2019-2024'.
Gemeenteraad 29 januari 2019: goedkeuring 'Deontologische code voor lokale mandatarissen'.
Gemeenteraad 22 oktober 2019: goedkeuring 'Huishoudelijk reglement gemeenteraad 2019-2024' n.a.v. verhoging zitpenningen.
Sinds 2007 is een deontologische code verplicht voor alle lokale mandatarissen.
Door een wijziging van het decreet lokaal bestuur moeten vanaf 2 maart 2023 alle lokale besturen, die nog niet over een deontologische commissie beschikken, er één oprichten.
Hierdoor is een toevoeging van deze commissie aan het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad noodzakelijk.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de aangepaste versie van het Huishoudelijk reglement raadsleden 2019-2024 goed.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT GEMEENTERAAD 2019-2024
BIJEENROEPING
Art. 1
§ 1. De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar.
§ 2. De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.
De voorzitter kan de gemeente- en OCMW-raad bijeenroepen door een gezamenlijke oproeping met als bedoeling de vergaderingen aansluitend te laten doorgaan. Hierbij stelt de voorzitter voor gemeente en OCMW duidelijk onderscheiden agenda’s op.
§ 3. De oproeping wordt beschikbaar gesteld via google drive. De dossiers die betrekking hebben op de agenda worden ter beschikking gesteld op de wijze voorzien in art. 10, §2 van dit reglement.
§ 4. De voorzitter van de gemeenteraad moet de gemeenteraad bijeenroepen op verzoek van:
1° een derde van de zittinghebbende leden;
2° een vijfde van de zittinghebbende leden als zes weken na de datum van de vorige gemeenteraad nog geen bijeenroeping is gebeurd. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus;
3° het college van burgemeester en schepenen;
4° de burgemeester voor zover het verzoek uitsluitend betrekking heeft op de eigen bevoegdheden van de burgemeester.
In hun schriftelijke aanvraag aan de algemeen directeur moeten de aanvragers de agenda vermelden, met voor elk punt een toegelicht voorstel van beslissing, en de datum en het uur van de beoogde vergadering. De algemeen directeur bezorgt vervolgens de voorstellen aan de gemeenteraadsvoorzitter. Deze aanvraag moet ingediend worden, zodanig dat de voorzitter de oproepingstermijnen bepaald in art. 2 van dit reglement, kan naleven.
De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda.
Art. 2
§ 1. De oproeping (of gezamenlijke oproeping) wordt tenminste acht dagen vóór de dag van de vergadering bezorgd aan de gemeenteraadsleden.
In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.
Een gezamenlijke oproeping in spoedeisende gevallen kan enkel als er zowel voor de gemeenteraad als de OCMW-raad spoedeisende punten zijn.
§ 2. De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn.
Een gezamenlijke oproeping bevat duidelijk onderscheiden agenda’s voor de gemeenteraad en de OCMW-raad.
Art. 3
§ 1. Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen (tot 20u) vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter. Hiervoor gebruiken de raadsleden een modelformulier, vervat in bijlage 1 dat integraal deel uitmaakt van onderhavig huishoudelijk reglement. Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.
§ 2. De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijhorende toegelichte voorstellen.
OPENBARE OF BESLOTEN VERGADERING
Art. 4
§ 1. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn in principe openbaar.
De vergaderingen over beleidsrapporten (= het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening) zijn in elk geval openbaar.
§ 2. De vergadering is niet openbaar als:
1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;
2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.
Art. 5
De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.
Bij een gezamenlijke oproeping opent de voorzitter eerst de openbare zitting van de gemeenteraad, waarbij hij de vergadering van de gemeenteraad schorst nadat de agenda van het openbare deel afgewerkt is. Tijdens deze schorsing van de gemeenteraad opent de voorzitter de OCMW-raad waarna de agenda van de OCMW-raad volledig afgewerkt wordt. Na het sluiten van de vergadering van de OCMW-raad, opent de voorzitter het besloten deel van de gemeenteraad.
Als tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in besloten zitting moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering van de gemeenteraad, enkel met dit doel, worden onderbroken.
Als tijdens de besloten vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in openbare zitting moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt, of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten zitting, enkel met dat doel, worden onderbroken.
Art. 6
De gemeenteraadsleden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.
INFORMATIE VOOR RAADSLEDEN EN PUBLIEK
Art. 7
§ 1. Plaats, dag en uur van de gemeenteraadsvergadering en de agenda worden openbaar bekend gemaakt door publicatie op de webstek van de gemeente. Dit gebeurt uiterlijk acht dagen voor de vergadering.
Indien raadsleden punten aan agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld, op dezelfde wijze (publicatie op de webstek) bekendgemaakt
In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering, op dezelfde wijze (publicatie op de webstek) bekendgemaakt.
§ 2. De agenda van de vergadering van de raad en de stukken die betrekking hebben op het openbare deel worden bezorgd aan alle lokale perscorrespondenten.
Art. 8
§ 1. De gemeente maakt, aan iedere natuurlijke persoon en aan iedere rechtspersoon of groepering die erom verzoekt, de agenda van de gemeenteraad en de stukken die erop betrekking hebben, openbaar door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen overeenkomstig de regels in verband met openbaarheid van bestuur.
§ 2. De beslissingen van de gemeenteraad worden door de burgemeester bekendgemaakt op de webstek van de gemeente zoals bepaald in art. 285 tot 287 van het decreet over het lokaal bestuur.
Art. 9
§ 1. Voor elk agendapunt worden de dossiers, in het bijzonder de verklarende nota's, de feitelijke gegevens, de eventueel verleende adviezen en de ontwerpen van beslissing betreffende de op de agenda ingeschreven zaken, vanaf de verzending van de oproeping, op google drive ter beschikking gehouden van de raadsleden.
§ 2. Elk ontwerp van meerjarenplan, aanpassingen van het meerjarenplan en jaarrekening, worden op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop het ontwerp besproken wordt aan ieder lid van de gemeenteraad bezorgd.
Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de raadsleden, wordt aan hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking gesteld.
Deze stukken worden op dezelfde wijze bezorgd aan de raadsleden zoals de oproeping in art. 1, § 3 van dit reglement. (via google drive)
§ 3. Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers voor de vergadering van de gemeenteraad.
Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure.
De raadsleden richten hun verzoek mondeling of per e-mail aan de algemeen directeur.
Op een schriftelijk vraag wordt schriftelijk geantwoord tenzij het raadslid een mondelinge toelichting wenst. De mondelinge toelichting gebeurt tijdens de kantooruren tenzij anders wordt overeengekomen.
Art. 10
§ 1. De gemeenteraadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten, ongeacht de drager, die het bestuur van de gemeente betreffen.
§ 2. De notulen van het college van burgemeester en schepenen worden, uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college volgend op deze waarop de notulen werden goedgekeurd, verstuurd aan de gemeenteraadsleden. Dit gebeurt via een e-mail met de melding dat de stukken raadpleegbaar zijn op de google drive.
§ 3. De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.
§ 4. De raadsleden hebben via google drive steeds toegang tot:
- dossiers gemeenteraad
- goedgekeurde notulen college
- verslagen commissies en intergemeentelijke samenwerking (bv Fluvius e.d.)
§ 5. Alle andere documenten en dossiers dan die in art. 9 en art. 10, § 2 tot § 4, die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, kunnen door de raadsleden ter plaatse geraadpleegd worden op eenvoudig verzoek aan de algemeen directeur.
Om het college in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde stukken of akten betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, delen de raadsleden aan het college schriftelijk mee welke documenten zij wensen te raadplegen.
Aan de raadsleden wordt uiterlijk binnen acht werkdagen na de ontvangst van de aanvraag meegedeeld waar en wanneer de stukken kunnen worden ingezien.
Het raadslid, dat de in deze § bedoelde stukken niet is komen raadplegen tijdens de week volgend op het tijdstip waarop hem is meegedeeld dat ze ter inzage liggen, wordt geacht af te zien van inzage.
§ 6. De gemeenteraadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten. De vergoeding die eventueel wordt gevraagd voor het afschrift, mag in geen geval meer bedragen dan de kostprijs.
De raadsleden doen hun aanvraag tot het verstrekken van een afschrift via een eenvoudige aanvraag per e-mail.
§ 7. De gemeenteraadsleden hebben het recht de gemeentelijke instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert te bezoeken, ook de autonome gemeentebedrijven.
Om het college in de mogelijkheid te stellen het bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden minstens acht werkdagen vooraf schriftelijk mee welke instelling zij willen bezoeken en op welke dag en welk uur.
Tijdens het bezoek van een gemeentelijke inrichting mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking. De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker.
Art. 11
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.
Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt schriftelijk geantwoord.
Tijdens de zittingen van de gemeenteraad worden de schriftelijke vragen met hun antwoorden overlopen. Als de schriftelijke vraag toekomt bij de gemeentediensten vóór het college van burgemeester en schepenen de agenda van de gemeenteraad vaststelt, wordt de schriftelijke vraag beantwoord tijdens de eerstvolgende gemeenteraadszitting. Komt de schriftelijke vraag later toe, verschuift deze vraag naar de gemeenteraad van de volgende maand.
De agenda van de gemeenteraad wordt 14 dagen vóór de gemeenteraad door het college bepaald.
Hiervoor gebruiken de raadsleden een modelformulier, vervat in bijlage 2 dat integraal deel uitmaakt van onderhavig huishoudelijk reglement.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de gemeenteraad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.
QUORUM
Art. 12
Vooraleer aan de vergadering van de gemeenteraad deel te nemen, tekenen de leden de aanwezigheidslijst. De namen van de leden die deze lijst tekenden, worden in de notulen vermeld.
Art. 13
§ 1. De gemeenteraad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende leden van de gemeenteraad aanwezig is.
Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan.
§ 2. De gemeenteraad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.
In de oproep wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet over het lokaal bestuur overgenomen.
WIJZE VAN VERGADEREN
Art. 14
§ 1. De voorzitter zit de vergaderingen van de gemeenteraad voor, en opent en sluit de vergaderingen.
Op de voor de vergadering vastgestelde dag en uur en zodra voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend.
§ 2. Het laten deelnemen van derde personen aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen voorzien in het DLB. Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en /of beroepservaring als deskundig worden erkend. Bovendien dienen zij door de voorzitter uitgenodigd te worden. Zij kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming.
Art. 15
§ 1. De voorzitter van de gemeenteraad geeft kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen.
De gemeenteraad vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de raad er anders over beslist.
§ 2. Een punt dat niet op de agenda van de gemeenteraad voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.
Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.
Art. 16
§ 1. Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter van de gemeenteraad welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel.
De voorzitter verleent het woord naar de volgorde van de aanvragen en, ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar de rangorde van de raadsleden.
§ 2. Indien de gemeenteraad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter van de raad wanneer ze aan het woord komen.
De voorzitter kan aan de algemeen directeur vragen om toelichtingen te geven.
Art. 17
Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten.
In de volgende gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking aldus wordt geschorst :
1° om te vragen dat men niet zal besluiten;
2° om de verdaging te vragen;
3° om een punt te verwijzen naar een gemeenteraadscommissie;
4° om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden;
5° om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden;
6° om naar het reglement te verwijzen.
Art. 18
De amendementen worden vóór de hoofdvraag en de subamendementen vóór de amendementen ter stemming gelegd.
Art. 19
Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.
Als een gemeenteraadslid, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.
Dit geldt eveneens voor hen, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.
Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren.
Art. 20
§ 1. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering.
Van de handelingen die hij in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen.
Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk lid dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt.
§ 2. De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.
De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene.
Art. 21
Geen enkel raadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist.
Art. 22
Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortzetting van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten.
Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden van de raad moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.
Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen.
Art. 23
Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien hij oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking.
WIJZE VAN STEMMEN
Art. 24
§ 1. Voor elke stemming in de gemeenteraad omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken.
§ 2. De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen. De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
Art. 25
§ 1. De gemeenteraad stemt over het eigen deel van elk beleidsrapport.
Nadat zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad elk hun deel van het beleidsrapport hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goed zoals vastgesteld door de OCMW-raad. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn. De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de OCMW-raad niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad.
§ 2. De gemeenteraad stemt telkens over het geheel van het eigen deel van het beleidsrapport.
In afwijking daarvan kan elk gemeenteraadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst in het gemeentelijke deel van het beleidsrapport. In dat geval mag de gemeenteraad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming.
Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de gemeenteraad. Als de OCMW-raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt de OCMW-raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.
Art. 26
§ 1. De leden van de gemeenteraad stemmen niet geheim, behalve in de gevallen bedoeld in § 4.
§ 2. Er zijn drie mogelijke werkwijzen van stemmen:
1° de mondelinge stemming;
2° de stemming bij handopsteking;
3° de geheime stemming.
§ 3. De gemeenteraadsleden stemmen mondeling behalve als een derde van de aanwezige leden de handopsteking stemming vraagt.
§ 4. Over de volgende aangelegenheden wordt geheim gestemd:
1° de vervallenverklaring van het mandaat van gemeenteraadslid en van schepen;
2° het aanwijzen van de leden en het beëindigen van deze aanwijzing van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen;
3° individuele personeelszaken.
Art. 27
De mondelinge stemming geschiedt als volgt. Nadat de voorzitter het voorwerp van de stemming heeft omschreven zoals bepaald in art. 24, § 1 van dit reglement vraagt hij achtereenvolgens welke gemeenteraadsleden ‘ja’ stemmen, welke ‘neen’ stemmen en welke zich onthouden.
Elk gemeenteraadslid kan slechts éénmaal mondeling zijn stem uitbrengen om zijn keuze duidelijk te maken.
Art. 28
§ 1. De mondelinge stemming geschiedt door, elk raadslid ‘ja’, ‘neen’ of ‘onthouding’ te laten uitspreken. Zij doen dat (met uitzondering van de voorzitter) in volgorde van de rangorde.
§ 2. De voorzitter stemt als laatste, behalve bij geheime stemming.
Wanneer er na de stem van de voorzitter evenveel stemmen voor als tegen het voorstel zijn, dan is er staking van stemmen en is het voorstel verworpen (behalve in de gevallen van art. 31 van dit reglement). De stem van de voorzitter is niet doorslaggevend bij staking van stemmen.
Art. 29
Voor een geheime stemming worden vooraf gemaakte stembriefjes gebruikt en wordt eenvormig schrijfgerief ter beschikking gesteld.
De raadsleden stemmen ‘ja’, ‘neen’ of onthouden zich. De onthouding gebeurt door het afgeven van een blanco stembriefje.
Voor de stemming en de stemopneming is het bureau samengesteld uit de voorzitter en de jongste twee raadsleden. Ieder raadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan.
Art. 30
Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembriefjes geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal raadsleden, die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen.
Art. 31
Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.
Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur.
NOTULEN EN ZITTINGSVERSLAG
Art. 32
§ 1. De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.
Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.
§ 2. De zittingsverslagen van de gemeenteraad worden via het audiosysteem integraal op de Lintse website geplaatst. In de regel is dit binnen de week na de vergadering. De notulen in de strikte zin behelzen behoudens de genomen besluiten, een korte samenvatting van de tussenkomsten van de raadsleden. De integrale tussenkomst kan geraadpleegd worden op de website.
§ 3. Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 4, §2 en artikel 5 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
Art. 33
§ 1. De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 277 en 278 van het decreet over het lokaal bestuur.
§ 2. De notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering zijn, behalve in spoedeisende gevallen, ten minste acht dagen voor de vergadering ter beschikking via google drive.
§ 3. Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekend. In het geval de gemeenteraad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.
§ 4. Zo dikwijls de gemeenteraad het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door algemeen directeur en de meerderheid van de aanwezige raadsleden ondertekend.
Art. 34
§ 1. De reglementen, beslissingen, akten, brieven en alle andere stukken worden ondertekend zoals bepaald in artikel 279 tot 283 van het decreet over het lokaal bestuur.
§ 2. De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, §1 tot §3 en §5 van het decreet over het lokaal bestuur, worden ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de algemeen directeur.
FRACTIES
Art. 35
Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie. Een onderlinge vereniging tot één fractie of de vorming van twee fracties is mogelijk, uiterlijk op de installatievergadering, in de gevallen en op de wijze vastgelegd in art. 36, §2 van het decreet over het lokaal bestuur.
Het huishoudelijk reglement legt ook de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de fracties vast. Binnen de grenzen die de Vlaamse Regering wordt in het huishoudelijk reglement de financiering van de fracties opgenomen. Zie verder in art. 38, § 5 van dit reglement.
RAADSCOMMISSIES
Art. 36
§ 1. De gemeenteraad richt de commissie Financiën en commissie Omgeving op die is samengesteld uit gemeenteraadsleden. Er wordt onderzocht of nog extra op te richten commissies nuttig zijn. De commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen.
§ 2. De gemeenteraad richt een deontologische commissie op. Deze commissie waakt over de naleving van de deontologische code en wordt samengeroepen ter behandeling van een vermoeden van schending van de deontologische code.
De deontologische commissie is bevoegd voor:
- de gemeenteraadsleden
- de voorzitter van de gemeenteraad
- de schepenen
- de burgemeester
De samenstelling van de deontologische commissie van de gemeenteraad kan gelijkaardig of identiek zijn aan de samenstelling van de deontologische commissie van de OCMW-raad. Toch gaat het om 2 afzonderlijke commissies.
§ 3. De gemeenteraad bepaalt per gemeenteraadscommissie het aantal leden;
Voor commissie financiën en commissie omgeving: zij bestaan uit 9 leden. De mandaten in iedere commissie worden door de gemeenteraad evenredig verdeeld volgens eenzelfde berekeningswijze die de gemeenteraad vastlegt voor alle commissies. De samenstelling als volgt: 3 leden N-VA, 2 leden CD&V, 1 lid Groen, 1 Lid sp.a, 1 lid Open Vld en 1 lid Vlaams Belang (9 leden). De commissies zijn steeds samengesteld van verschillend geslacht.
De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties. Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht.
Voor de deontologische commissie: zij bestaan uit 6 leden. De samenstelling als volgt: 1 lid en 1 plaatsvervanger per fractie.
§ 4. Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie.
§ 5. Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan een akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie.
§ 6. Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt.
§ 7. Elke commissie wordt voorgezeten door een gemeenteraadslid. De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie. De gemeenteraad duidt de voorzitters van de andere commissies aan.
§ 8. De commissies worden door hun voorzitter bijeengeroepen. Een derde van de leden van de commissie kan de voorzitter vragen de commissie bijeen te roepen. De oproepingsbrief vermeldt de agenda en wordt naar alle raadsleden gestuurd. Deze informatie wordt eveneens bekendgemaakt aan het publiek door publicatie op de webstek van de gemeente. (uitzondering: deontologische commissie)
De commissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
De vergaderingen van de commissies zijn in principe openbaar onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad (zie art. 4 t/m 6 van dit reglement). (uitzondering: deontologische commissie)
De leden van de commissies stemmen, zoals in de gemeenteraad, nooit geheim, behalve in de gevallen zoals in art. 26 §4 van dit reglement.
De raadsleden kunnen, weliswaar zonder stemrecht, de vergaderingen van de commissies, waarvan zij geen deel uitmaken, bijwonen. (uitzondering: deontologische commissie)
Vooraleer aan de vergadering deel te nemen, tekenen de leden van elke commissie een aanwezigheidslijst, die aan de algemeen directeur wordt bezorgd.
Het ambt van secretaris van elke raadscommissie wordt waargenomen door een of meer personeelsleden van de gemeente, op voorstel van de algemeen directeur, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen. (uitzondering: deontologische commissie)
§ 9. De bijzondere gemeenteraadscommissie (evaluatie ombudsman of -vrouw), de tuchtcommissie en de deontologische commissie worden voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad.
De bijzondere gemeenteraadscommissie, de tuchtcommissie en de deontologische commissie vergaderen besloten.
VERGOEDINGEN RAADSLEDEN
Art. 37
§ 1. Aan de gemeenteraadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen, wordt presentiegeld verleend voor volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn:
1° de vergaderingen van de gemeenteraad;
2° de vergaderingen van de gemeenteraadscommissies (incl. deze waarvoor raadsleden overeenkomstig art. 37, §3, vierde lid van het decreet over het lokaal bestuur zijn aangewezen als leden met raadgevende stem) en de afdelingen;
3° de vergaderingen met de vertegenwoordigers van de intern verzelfstandigde agentschappen
Voor de vergaderingen van de deontologische commissie wordt geen presentiegeld verleend.
§ 2. Het presentiegeld bedraagt € 180 voor de vergaderingen van de gemeenteraad. Voor alle vergaderingen van de gemeentelijke commissies (excl. deontologische commissie) € 90.
De voorzitter van de gemeenteraad ontvangt een dubbel presentiegeld voor de vergaderingen van de gemeenteraad die hij voorzit.
Art. 38
§ 1. Conform de dienstverlening, zoals bepaald in dit reglement, hebben de gemeenteraadsleden op het gemeentehuis toegang tot telefoon en internet, en kunnen ze kopieën bekomen van gemeentelijke bestuursdocumenten. In een daartoe voorbehouden lokaal kunnen de diverse gemeenteraadsfracties alle nodige informatie inkijken.
Alle raadsleden krijgen ook een beveiligde toegang tot het informaticasysteem van het lokaal bestuur.
§ 2. Gemeenteraadsleden kunnen de kosten van studiedagen of vormingscursussen, (ingericht door overheidsinstanties, onderwijsinstellingen of de VVSG), terugvorderen van het gemeentebestuur, voor zover deze cycli of studiedagen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat. Deze kosten moeten worden verantwoord met bewijsstukken.
De terugvorderbare kosten mogen niet buitensporig zijn en moeten vergelijkbaar zijn met deze van vormingsinitiatieven voor gemeente- en OCMW-personeel. Ze betreffen in principe enkel vormingscycli of studiedagen in het binnenland. Er worden geen kosten vergoed voor het behalen van bijkomende diploma’s.
De relevantie en de kostprijs van de vorming worden beoordeeld door de algemeen directeur.
§ 3. Terugbetaling van bijkomende kosten veroorzaakt door een specifieke gezinssituatie (bijv. opvang van kinderen, ouderen, zieke of mindervalide gezinsleden), wegens aanwezigheid op een raads- of commissievergadering, is mogelijk. Een verzoek tot terugbetaling met verantwoordingsstukken kan worden ingediend bij de algemeen directeur.
Verplaatsingskosten van raadsleden, noodzakelijk voor de uitoefening van hun mandaat, worden door het gemeentebestuur terugbetaald na voorlegging van bewijsstukken, op basis van de wettelijk vastgestelde tarieven.
Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dat document is openbaar.
§ 4. De gemeente sluit een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van de rechtsbijstand, te dekken die bij de normale uitoefening van hun mandaat persoonlijk ten laste komt van de gemeenteraadsleden. De gemeente sluit daarnaast ook een verzekering af voor ongevallen die de gemeenteraadsleden overkomen in het kader van de normale uitoefening van hun ambt.
VERZOEKSCHRIFTEN
Art. 39
§ 1. Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van de gemeente in te dienen.
Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn.
De organen van de gemeente zijn de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen, de voorzitter van de gemeenteraad, de burgemeester, de algemeen directeur en elk ander orgaan van de gemeente dat als overheid optreedt.
§ 2. De verzoekschriften worden aan het orgaan van de gemeente gericht tot wiens bevoegdheid de inhoud van het verzoek behoort. Komt een verzoekschrift niet bij het juiste orgaan aan, dan bezorgt dit orgaan het verzoek aan de juiste bestemmeling.
§ 3. Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk.
Verzoekschriften die duidelijk tot de bevoegdheid van het OCMW behoren, worden overgemaakt aan het bevoegde orgaan van het OCMW. De indiener wordt daarvan op de hoogte gebracht.
§ 4. Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:
1° de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;
2° het louter een mening is en geen concreet verzoek;
3° de vraag anoniem, d.w.z. zonder vermelding van naam, voornaam en adres, werd ingediend;
4° het taalgebruik ervan beledigend is.
Het orgaan of de voorzitter van het orgaan maakt deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.
Art. 40
§ 1. Is het een verzoekschrift voor de gemeenteraad, dan plaatst de voorzitter van de gemeenteraad het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad indien het minstens 14 dagen vóór de vergadering werd ontvangen. Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.
§ 2. De gemeenteraad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen of naar een gemeenteraadscommissie verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.
§ 3. De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meerdere personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door het betrokken orgaan van de gemeente. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.
§ 4. Het betrokken orgaan van de gemeente verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.
Gemeenteraad 29 januari 2019: goedkeuring 'Huishoudelijk reglement gemeenteraad 2019-2024'.
Gemeenteraad 29 januari 2019: goedkeuring 'Deontologische code voor lokale mandatarissen'.
Gemeenteraad 22 oktober 2019: goedkeuring 'Huishoudelijk reglement gemeenteraad 2019-2024' n.a.v. verhoging zitpenningen.
Sinds 2007 is een deontologisch code verplicht voor alle mandatarissen.
Door een wijziging van het decreet lokaal bestuur moeten, vanaf 2 maart 2023, alle lokale besturen die nog niet over een deontologische commissie beschikken er één oprichten.
Deze commissie bestaat uit 6 leden en wordt als volgt samengesteld: 1 lid per fractie incl. aanduiding van plaatsvervanger.
De commissie is samengesteld uit leden van verschillend geslacht.
De fractievoorzitters ontvingen een oproepingsbrief om opgave te doen van de personen die namens hun fractie zullen zetelen in de deontologische commissie.
Volgende voordrachten werden ontvangen:
N-VA: Rudy Verhoeven (commissieraadslid), Bert Everaert (plaatsvervanger)
CD&V: Jo Genbrugge (commissieraadslid), Georges Nagels (plaatsvervanger)
Groen: Karolien Aerts (commissieraadslid), Rozemarijn Van Cauteren (plaatsvervanger)
Vooruit: Geert Verhulst (commissieraadslid), Hans Verreyt (plaatsvervanger)
Open Vld: Sofie Van Wesemael (commissieraadslid), Luc Van Geyte (plaatsvervanger)
Vlaams Belang: Johan Verreyt (commissieraadslid), Ilse Todts (plaatsvervanger)
De gemeenteraad dient akte te nemen van de voorgedragen leden alvorens de deontologische commissie rechtsgeldig kan vergaderen.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De leden van de deontologische commissie ontvangen geen presentiegeld.
Artikel 1
De gemeenteraad richt een deontologische commissie op.
Artikel 2
De gemeenteraad neemt akte van volgende voorgedragen leden:
N-VA: Rudy Verhoeven (commissieraadslid), Bert Everaert (plaatsvervanger)
CD&V: Jo Genbrugge (commissieraadslid), Georges Nagels (plaatsvervanger)
Groen: Karolien Aerts (commissieraadslid), Rozemarijn Van Cauteren (plaatsvervanger)
Vooruit: Geert Verhulst (commissieraadslid), Hans Verreyt (plaatsvervanger)
Open Vld: Sofie Van Wesemael (commissieraadslid), Luc Van Geyte (plaatsvervanger)
Vlaams Belang: Johan Verreyt (commissieraadslid), Ilse Todts (plaatsvervanger)
Artikel 3
De leden van de deontologische commissie ontvangen geen presentiegeld.
Gemeenteraadsbesluit van 29 januari 2019: goedkeuring 'Deontologische code voor lokale mandatarissen'.
Sinds 2007 is een deontologische code verplicht voor alle lokale mandatarissen.
Door een wijziging van het decreet lokaal bestuur moeten vanaf 2 maart 2023 alle lokale besturen, die nog niet over een deontologische commissie beschikken, er één oprichten. De deontologische commissie dient opgericht te worden in zowel gemeente als OCMW.
Hierdoor is een aanpassing van de deontologische code noodzakelijk m.n. toevoeging van de oprichting van een deontologische commissie inclusief de invulling en bevoegdheden.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de aangepaste deontologische code voor de mandatarissen van de gemeente goed.
DEONTOLOGISCHE CODE VOOR MANDATARISSEN - GEMEENTE
1. TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen - gemeente.
Hieronder begrepen:
- de voorzitter van de gemeenteraad
- de gemeenteraadsleden,
- de burgemeester,
- de schepenen.
Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen.
Lokale mandatarissen die namens de gemeente andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.
Indien een mandaat namens de gemeente wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.
Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.
2. BELANGENVERMENGING EN DE SCHIJN ERVAN
Artikel 2
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.
Toelichting
De decreetgever heeft lokale mandatarissen op twee manieren beschermd tegen de verleiding van belangenvermenging en tegen de schijn daarvan:
1. De gemeenteraad wordt rechtstreeks verkozen en is het belangrijkste bestuursorgaan van de gemeente. Wie de eed aflegt als gemeenteraadslid is (behalve in de zes randgemeenten en Voeren) ook lid van de OCMW-raad.
De raden nemen beslissingen ten voordele van het algemeen belang. Daarom mogen lokale mandatarissen niet deelnemen aan de bespreking en stemming wanneer ze zelf een rechtstreeks belang hebben bij een dossier. Dat belang kan persoonlijk zijn, maar kan ook als vertegenwoordiger (bijvoorbeeld in de rol van voorzitter van een sportvereniging) of via de huwelijkspartner of de persoon waarmee de lokale mandataris wettelijk samenwoont. Een rechtstreeks ‘belang’ hoeft geen financieel belang te zijn, maar kan ook moreel van aard zijn. Zie artikel 3 van deze code.
Lokale mandatarissen beoordelen in eerste instantie zelf of er sprake is van een rechtstreeks belang waardoor mogelijke belangenvermenging zou kunnen ontstaan tijdens de besluitvorming. Er zijn voorbeelden van besluiten die vernietigd werden omdat het zelfs nog maar aannemelijk was dat een lokale mandataris in een bepaalde zaak in de verleiding kon komen de belangen te vermengen. Het is dan ook belangrijk dat niet enkel het de lokale mandataris zelf, maar ook de hele raad erover waakt dat (de schijn van) belangenvermenging zo veel als mogelijk voorkomen wordt.
2. Soms volstaat het niet dat lokale mandatarissen zich bij een belang onthouden van de bespreking en stemming van een punt. In die gevallen verbiedt de decreetgever lokale mandatarissen zelfs expliciet om bepaalde functies uit te oefenen, rollen te vervullen of (rechts)handelingen uit te voeren. Zie artikelen 6 en 7 van deze code.
Drie suggesties die niet door de decreetgever opgelegd worden, maar wel het vertrouwen in de politiek kunnen versterken:
1. Belangenvermenging kan al ontstaan vooraleer het punt op de raad of een ander politiek orgaan besproken wordt. Een lokale mandataris heeft daar aandacht voor en zorgt dat er, naast de wettelijke bepalingen om bij een rechtstreeks belang niet deel te nemen aan de stemming en bespreking van een punt, ook geen beïnvloeding is (voor een ander belang dan het algemene) in andere fasen van het besluitvormingsproces. Zie artikel 4 van deze code.
2. Elk lokale mandataris zorgt ervoor dat in contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden. Zie artikel 5 van deze code.
3. Elk lokale mandataris maakt de verschillende mandaten bekend, alsook substantiële financiële belangen bij ondernemingen die zakendoen met het lokaal bestuur. Dit is geen wettelijke verplichting maar stelt de lokale mandatarissen in staat om elkaar te waarschuwen wanneer belangenvermenging dreigt. Ook de pers en de burger kunnen op basis van deze lijsten hun controlerende taken uitoefenen. In de code kan men concreet maken wat bedoeld wordt met ‘substantiële financiële belangen’, bijvoorbeeld wanneer een lokale mandataris en zijn/haar familie samen meer dan 25% aandelen bezitten. Zie artikel 8, 9 en 10 van deze code.
Artikel 3
Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.
Artikel 4
Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.
Artikel 5
Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.
Artikel 6
Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet uitoefenen.
3. VERBODEN FUNCTIES VOOR LOKALE MANDATARISSEN: DLB, artikel 10 / ONVERENIGBAARHEDEN: DLB, artikel 11
Artikel 7
Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.
4. VERBODEN HANDELINGEN: DLB, artikel 27 §2 en §3
Artikel 8
Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur.
Artikel 9
Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft.
Artikel 10
De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.
5. CORRUPTIE EN DE SCHIJN ERVAN
Artikel 11
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.
Toelichting
Dit artikel definieert corruptie voor lokale mandatarissen. In tegenstelling tot belangenvermenging kan corruptie of omkoping leiden tot strafrechtelijke vervolging. In dit hoofdstuk willen we niet alleen corruptie voorkomen, maar ook de schijn daarvan. Dit om het vertrouwen in de objectiviteit van de politiek te bewaken.
Artikel 12
Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.
Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek, artikel 245
6. HET AANNEMEN VAN GESCHENKEN
Toelichting
Geschenken zijn een sluiproute naar corruptie. Ze kunnen gebruikt worden om de besluitvorming te beïnvloeden, te corrumperen of de aanloop daartoe te vormen. Daarnaast kan de schijn ontstaan dat een lokale mandataris zich heeft laten beïnvloeden. Een lokale mandataris doet er daarom alles aan om dat te voorkomen. Dit vraagt om een uiterste terughoudendheid ten aanzien van geschenken. De hieronder staande regels zijn geformuleerd als een ‘Nee, tenzij’-regel: een lokale mandataris neemt geen geschenken aan, tenzij er goede redenen zijn om dit wel te doen. Een afwijking op deze regel dient bekendgemaakt te worden bij de algemeen directeur, die vervolgens bepaalt welke vervolgstappen nodig zijn. De lokale mandataris zelf houdt het geschenk in ieder geval niet zelf.
Artikel 13
Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen.
De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats.
Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar.
Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.
Artikel 14
Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.
Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke bestemming.
Artikel 15
De gemeenteraad kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.
7. HET AANNEMEN VAN PERSOONLIJKE GESCHENKEN, VOORDELEN EN DIENSTEN
Toelichting
Het accepteren van persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen kan een afhankelijkheid of dankbaarheid creëren die een zuivere besluitvorming kan aantasten. Het gaat hier om allerlei voorzieningen en mogelijkheden die iemand krijgt of mag gebruiken. Net zoals bij geschenken kan een lokale mandataris door het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen of diensten gecorrumpeerd raken. Ook hier kan de schijn van corruptie of partijdigheid ontstaan.
Artikel 16
Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
- Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar.
- De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.
Artikel 17
Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.
8. HET AANNEMEN VAN UITNODIGINGEN (voor bijvoorbeeld diners of recepties)
Toelichting
Lokale mandatarissen dienen de schijn van partijdigheid tegen te gaan en waar mogelijk te voorkomen. Dit betekent dat bijvoorbeeld lunchen, dineren of naar recepties, concerten of sportwedstrijden gaan, op kosten van anderen, waar mogelijk moet worden vermeden. Enkel onder bepaalde voorwaarden kunnen uitnodigingen toch geaccepteerd worden.
Artikel 18
Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
- De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk.
- De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente, …).
- De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.
9. HET ACCEPTEREN VEN REIZEN, VERBLIJVEN EN WERKBEZOEKEN
Toelichting
Wat voor lunches en diners geldt, geldt in nog sterkere mate voor reizen en verblijven op kosten van derden. Dat wordt in de regel met argwaan bekeken. Het is daar beter alle schijn te vermijden.
Artikel 19
Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de gemeenteraad of het fractievoorzittersoverleg. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente het en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.
10. HET GEBRUIK VAN FACILITEITEN EN MIDDELEN VAN HET LOKAAL BESTUUR
Artikel 20
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.
Toelichting
Lokale mandatarissen krijgen voor hun raadswerk de beschikking over een aantal faciliteiten en middelen van de lokale besturen. Daarnaast kan de gemeente (binnen het door de Vlaamse regering bepaalde kader) onkosten van lokale mandatarissen vergoeden. Terugbetaling daarvan geschiedt enkel wanneer volgende aan alle volgende voorwaarden voldaan is:
- De kosten houden verband met de uitoefening van het mandaat.
- De kosten zijn noodzakelijk.
- De kosten zijn bewezen.
Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, artikel 35 §1
Artikel 21
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Toelichting
Voorbeelden van dergelijke voorzieningen zijn de terbeschikkingstelling van een fractielokaal, laptop, tablet, telefoonabonnement, …
Artikel 22
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.
Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 38
11. OMGAAN MET INFORMATIE
Artikel 23
De gemeenteraad werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het college van burgemeester en schepenen alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.
Toelichting
Het handelen van de overheid heeft grote invloed op het leven van burgers. De burger heeft dan ook het recht om goed geïnformeerd te worden over het overheidshandelen. De onderliggende redeneringen en afwegingen van beslissingen moeten duidelijk zijn. Het lokaal bestuur (politiek en ambtelijk) moet dan ook nauwkeurig en op tijd actief communiceren wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd.
Sommige informatie mag echter niet bekendgemaakt en verspreid worden (bijvoorbeeld persoonlijke gegevens van burgers). Elke lokale mandataris is dan ook onderworpen aan een beroepsgeheim met betrekking tot de informatie die hij/zij specifiek uit hoofde van zijn/haar beroep kon verkrijgen (denk aan inzage in personeelsdossiers onder artikel 29 van het Decreet Lokaal Bestuur).
De gemeenteraad vergadert in sommige (door de decreetgever bepaalde) gevallen ook in de beslotenheid. Dit gebeurt wanneer punten de persoonlijke levenssfeer raken, wanneer anders de openbare orde in het gedrang komt of wanneer er ernstige bezwaren zijn tegen de openbaarheid. Bij besloten vergaderingen geldt een geheimhoudingsplicht.
De raad heeft het recht ook zelf geïnformeerd te worden. Het college verstrekt alle inlichtingen die een raadslid nodig heeft voor de uitoefening van zijn/haar taak. Daarnaast geeft het college inlichtingen die raadsleden mondeling of schriftelijk vragen. De wijze waarop dit gebeurt wordt vastgesteld in het huishoudelijk reglement. De lokale mandataris gaat altijd discreet, dat wil zeggen voorzichtig, om met de informatie verkregen door zijn/haar mandaat.
Ook in de rol van informatieverstrekker aan de burger is de lokale mandataris zich bewust van het risico op belangenvermenging en corruptie.
Artikel 24
Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.
Artikel 25
Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.
Toelichting
Enkele voorbeelden van informatie die onder het beroepsgeheim valt: persoonlijke zaken uit personeelsdossiers of persoonlijke informatie van mensen die een sociale premie aanvragen. Deze gegevens moeten beschermd worden en kunnen dus niet gedeeld worden.
Artikel 26
Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).
Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek, artikel 458
Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 29 §4
Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 28
Toelichting
De geheimhoudingsplicht is niet absoluut. Het is bijvoorbeeld verboden om bij de aanstelling van de algemeen directeur gegevens openbaar te maken van kandidaten die besproken werden en het niet gehaald hebben, maar uiteraard is de beslissing wie uiteindelijk tot algemeen directeur benoemd werd, wel openbaar. Een lokale mandataris moet altijd goed afwegen welke informatie uit de besloten zitting al dan niet openbaar gemaakt kan worden. Een tip is om de beoordeling te doen aan de hand van de criteria die voorzien zijn in het decreet inzake de openbaarheid van bestuur.
Artikel 27
Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.
Toelichting
Onder discretieplicht verstaan we de plicht om ten aanzien van derden voorzichtig om te gaan met informatie die een lokale mandataris heeft. Het gaat daarbij over bepaalde informatie niet verspreiden, maar ook over het plaatsen van bepaalde informatie in de juiste context en zich te realiseren dat informatie ook uit de context kan worden gehaald.
Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, artikel 10 §2
Artikel 28
Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.
Artikel 29
Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.
12. ONDERLINGE OMGANG EN AFSPRAKEN OVER VERGADERINGEN
Artikel 30
Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de leden van het college en de personeelsleden van de gemeente.
Toelichting
Elk raadslid, elk lid van het college en elk personeelslid is een medemens en medeburger en verdient respect. Een respectvolle omgang met elkaar zorgt voor een betere beraadslaging en leidt tot zorgvuldigere en dus betere beslissingen. Bovendien heeft de manier waarop het college en de raad met elkaar omgaan een invloed op de geloofwaardigheid van de politiek.
Artikel 31
Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.
Artikel 32
Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.
Artikel 33
Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.
13. NALEVEN EN HANDHAVING VAN DE DEONTOLOGISCHE CODE
Artikel 34
De gemeenteraad richt een deontologische commissie op.
Deze commissies bestaan uit 6 leden en worden als volgt samengesteld:
N-VA: 1 lid/ CD&V: 1 lid/ Groen: 1 lid / Vooruit: 1 lid / Open Vld: 1 lid / Vlaams belang:1 lid inclusief de voorzitter van de gemeenteraad die toegevoegd wordt als voorzitter van de deontologische commissie. Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.
De commissie is steeds samengesteld uit leden van verschillend geslacht.
Elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Stel dat de raadsvoorzitter meer voordrachten ontvangt dan hierboven weergegeven per fractie, dan beslist de raad. Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is. Een plaatsvervanger is een raadslid voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een raadslid van een andere fractie voorgesteld worden. Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen om een ander lid aan te duiden en / of één of meerdere plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een plaatsvervanger in volgorde van hoe ze door de fractie werden voorgedragen.
Artikel 35
De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.
De commissie vergadert minstens één keer per jaar en wordt in ieder geval bijeengeroepen wanneer dat nodig is conform art. 41 van deze code. De voorzitter is daarenboven gehouden de commissie bijeen te roepen op aanvraag van minstens een derde van haar leden.
De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en worden tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping ten minste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking gesteld van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.
De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossiers gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in de raad, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen.
De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.
De leden van de commissie werken volgens volgende principes:
- De handhaving is onpartijdig;
- Men is terughoudend met publiciteit;
- Men gaat zorgvuldig om met de vermeende schender.
Artikel 36
De commissie is bevoegd voor:
- Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de raad over het vermoeden van een schending van deze code door personen die door deze code gevat worden zoals voorzien in de procedure van art. 40 tot 42 van deze code.
- Het geven van adviezen en aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode op vraag van de raad conform art. 43 van deze code.
Artikel 37
De gemeenteraad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
- het voorkomen van mogelijke schendingen
- het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code
- het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code
- het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code
14 HET VOORKOMEN VAN MOGELIJKE SCHENDINGEN
Artikel 38
Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Toelichting
Het is belangrijk dat een lokale mandataris zich steeds voorafgaand aan een handeling de vraag stelt of deze wel in overeenstemming is met deze code. Bij twijfel kan de lokale mandataris contact opnemen met de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangeduid. Aanvullend daaraan kan de lokale mandataris ook steeds aftoetsen bij collega’s lokale mandatarissen of externe deskundigen zoals een stafmedewerker van de VVSG.
Artikel 39
Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
15. HET SIGNALEREN VAN VERMOEDENS EN SCHENDINGEN
Toelichting
Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een andere lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, gaat hij/zij in eerste instantie te rade bij de algemeen directeur of het daartoe aangewezen personeelslid.
Indien het vermoeden van een schending blijft bestaan, is het van belang dat er een aantal verdere processtappen zijn afgesproken waarbij een bepaalde persoon of instantie aangewezen is als meldpunt.
Artikel 40
Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding maken bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Indien het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad en aan de algemeen directeur die samen een vooronderzoek doen onder mandaat van de deontologische commissie. De algemeen directeur kan een personeelslid aanwijzen om dat in zijn/haar plaats te doen.
16. HET ONDERZOEKEN VAN VERMOEDENS VAN SCHENDINGEN
Artikel 41
Wanneer de raadsvoorzitter en de algemeen directeur (of het daartoe aangewezen personeelslid) besluiten dat de melding onontvankelijk is dan betekent dit meteen het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De commissieleden worden hierover wel geïnformeerd.
Is de melding ontvankelijk, dan onderzoekt de commissie de melding. De voorzitter van de deontologische commissie roept de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 11 juli tot 15 augustus.
De commissie onderzoekt de melding en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden.
Na het horen van betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending en wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de gemeenteraad.
17. HET ZICH UITSPREKEN OVER SCHENDINGEN
Artikel 42
Enkel de gemeenteraad kan zich uitspreken of een mandataris van de gemeente een schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie. Als de raad beslist om af te wijken van het advies dan moet de vermeende schender de kans krijgen om door de raad zelf gehoord te worden vooraleer de raad ten gronde besluit.
Wanneer de gemeenteraad vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris van de gemeente, dan kan de raad:
- zich uitdrukkelijk distantiëren van het gedrag van het raadslid;
- vragen dat het raadslid zich verontschuldigt;
- beslissen een melding te doen bij het parket of Audit Vlaanderen;
- bij een kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van een mandataris dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen.
Toelichting
Wanneer de raad beslist het advies van de deontologische commissie niet te volgen, dan moet de vermeende schender de kans krijgen door de raad gehoord te worden. Pas daarna kan de raad een eindbeslissing nemen of er al dan niet een schending werd begaan.
Wanneer vaststaat dat een lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, dan kan de raad zich hierover uitspreken. Hierbij dient zij proportioneel te zijn in de beoordeling: de aard van de schending en de context waarbinnen de schending heeft plaatsgevonden spelen een belangrijke rol.
Niet alle schendingen zijn even zwaar en moeten of kunnen op dezelfde manier worden beoordeeld. Schendingen die de zuiverheid van de besluitvorming raken, zoals belangenvermenging, corruptie en sommige kwesties rondom het gebruik van informatie, raken aan de kerntaak van politici en zijn om die reden het ernstigst. De gevolgen voor burgers en het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur zijn daar het meest in het geding. Bij dergelijke schendingen passen in de regel dan ook de zwaarste woorden, waarbij in sommige gevallen zelfs overgegaan kan worden tot strafrechtelijke vervolging. Een te lichte beoordeling die volgt op een ernstige schending kweekt onbegrip en tast de geloofwaardigheid aan. Hetzelfde geldt voor een te zware beoordeling op een lichte schending.
Van belang is vervolgens om zowel verzwarende als verzachtende omstandigheden in kaart te brengen. Was er sprake van opzet? van naïviteit? Is de politicus onder druk gezet door partijgenoten of anderen? Hoe ernstiger de schending en hoe duidelijker de overtreden regel, hoe minder snel er een verzachtende omstandigheid zal worden aangenomen.
Het Decreet Lokaal Bestuur biedt de mogelijkheid tot het toepassen van formele sancties afhankelijk van de feiten (bijvoorbeeld de vervallenverklaring van het mandaat van raadslid dat niet meer aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, schorsing of afzetting van uitvoerende mandatarissen). Uiteraard is er ook nog altijd de mogelijkheid om een constructieve motie van wantrouwen in de gemeenteraad in te dienen. Sommige overtredingen van de deontologische code leveren daarnaast ook een strafbaar feit op waarvan aangifte kan of moet worden gedaan en die kunnen leiden tot strafrechtelijke vervolging.
18. EVALUEREN VAN DE DEONTOLOGISCHE CODE
Artikel 43
Minimaal één keer per bestuursperiode evalueert de raad de deontologische code. De raad vraagt daarvoor eerst advies aan de deontologische commissie. Ze bekijken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt.
19. ENKELE ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 44
De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.
Artikel 45
De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.
Artikel 46
Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.
Artikel 47
Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.
Artikel 48
De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.
20. INFORMATIEBEMIDDELING
Artikel 49
Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.
Artikel 50
De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid.
Artikel 51
Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.
Artikel 52
De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst.
21. ADMINISTRATIEVE BEGELEIDING EN ONDERSTEUNING
Artikel 53
De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.
Artikel 54
Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.
Artikel 55
De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.
22. BESPOEDIGINGS- EN BEGUNSTIGINGSTUSSENKOMSTEN
Bespoedigingstussenkomsten
Artikel 56
Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn. Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.
Begunstigingstussenkomsten
Artikel 57
Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.
Artikel 58
Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.
Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.
Artikel 59
Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers.
Artikel 60
De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de dossier-behandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier, wat ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de tussenkomende persoon is.
Artikel 61
De volgende handelingen worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:
- louter informatieve vragen van algemene of technische aard;
- vragen en/of tussenkomsten van uitvoerende mandatarissen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties ten aanzien van de behandelende personeelsleden of diensten.
Gemeenteraad 28 maart 2023, schriftelijke vraag van raadslid Groen.
Op 1 juli zet De Lijn opnieuw een belangrijke stap in de gefaseerde uitrol van basisbereikbaarheid: het nieuwe openbaar vervoerssysteem wordt echt zichtbaar op het terrein. De afgelopen weken werden de maatregelen van fase 1 besproken met de betrokken lokale besturen en binnen de vervoerregioraden. De vervoerregio Antwerpen is de eerste regio waarvoor een globale mobiliteitsvisie is opgemaakt en goedgekeurd. De afschaffing van buslijnen 52 en 53 kadert in ambitie punt 1: de uitbouw van het A-net, i.e. een dragend regionaal openbaarvervoernetwerk met snelle, frequente en comfortabele trein-, sneltram- en HOV-busverbindingen. Een van de eerste oefeningen was dan om daar waar de NMBS en De Lijn momenteel ongeveer dezelfde trajecten aanbieden, de bestaande buslijnen te schrappen.
Deze buslijnen 52 en 53 zijn zeer belangrijk voor mensen die naar het ziekenhuis willen te Mortsel, naar de markt of willen winkelen in bijvoorbeeld Hove. Ze zijn minder goed te been, hebben vaak geen auto en geraken zonder hulp van derden niet of moeilijk in het station. Zelfs indien ze daar uiteindelijk geraken, dienen ze nog een treinticket te nemen via de automaat, wat voor de oudere kwetsbare mensen een hele opgave zal zijn. Het lokaal bestuur van Lint is dus van mening dat deze buslijnen voor bepaalde reizigers erg nodig zijn en zullen blijven en dat de alternatieven die De Lijn voorstelt voor deze mensen geen adequate oplossing zijn. De Lijn neemt ons goede en betrouwbare buslijnen af en stelt iets vaag en onduidelijk in de plaats.
De gemeenteraad richt een officieel schrijven om nog eens duidelijk te stellen dat het zich verzet tegen de mogelijke afschaffing van de busverbinding van Lint met de stad Antwerpen, zoals die momenteel voorzien is met de lijnen 52 en 53. Lint heeft veel meer affiniteit met het noorden (Hove, Mortsel, Antwerpen), meer dan met het zuiden (Duffel, Mechelen).
Het gemeentebestuur verwacht van de directie van De Lijn dat het onze vraag grondig onderzoekt en haar beslissing om de buslijnen 52 en 53 te schrappen wijzigt zodat de gemeente Lint ook na de hervorming de verbinding met het noorden behoudt.
Enig artikel
De gemeenteraad richt een officieel schrijven aan de voorzitter (Koen Kennes) van de vervoerregioraad Antwerpen, De Lijn en de bevoegde minister Lydia Peeters.
Gemeenteraadsbesluit van 30 april 2019 met aanstelling van Jo Genbrugge als de vertegenwoordiger van de gemeente op alle algemene vergaderingen van De Ideale Woning tot en met 31 december 2024.
Brief De Ideale Woning d.d. 5 april 2022 met uitnodiging voor hun algemene en aansluitend bijzondere algemene vergadering.
1. Context
Het Vlaamse Gewest heeft, bij decreet van 9 juli 2021 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, besloten om de sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren samen te brengen
en om te vormen tot één woonactor, nl. woonmaatschappijen.
Er zal één woonmaatschappij erkend worden per werkingsgebied.
Bij beslissing van de Vlaamse regering van 4 februari 2022 werden de werkingsgebieden van de toekomstige woonmaatschappijen afgebakend, waardoor de huidige cvba De Ideale Woning in 4 delen wordt gesplitst,
waarbij een deel wordt afgesplitst naar respectievelijk WOONHAVEN ANTWERPEN (toekomstige woonmaatschappij Antwerpen), DE VOORKEMPEN - H.E., (toekomstige woonmaatschappij […]), WOONPUNT SCHELDE-RUPEL, (toekomstige woonmaatschappij […]) en waarbij de rest behouden blijft bij de DE IDEALE WONING (toekomstige woonmaatschappij Thuisrand, zie verder).
Met het oog op de voorbereiding van de vorming van woonmaatschappijen en het afbakenen van de woonmaatschappijen per werkingsgebied, hebben de vennootschappen zoals vermeld hierboven, in samenwerking met de
diverse overige betrokken actoren (zoals de VMSW en het Vlaamse Gewest) een studie- en werktraject op gang gebracht onder impuls van een stuurgroep en diverse uitvoerende werk- en adviesgroepen. Deze werkzaamheden en gesprekken hebben uitgemond in een vast voornemen van alle betrokken partijen om een partiële splitsing door overneming te realiseren overeenkomstig de artikelen 12:8 jo. 12:59 t.e.m. 12:72 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (het “WVV") en overeenkomstig de voorwaarden opgenomen in een voorstel van partiële splitsing, dan aan een volgende buitengewone algemene vergadering van de cvba De Ideale Woning zal worden voorgelegd. Dit punt zal aan een volgende gemeenteraad ter goedkeuring worden voorgelegd.
2. Statutenwijziging: wat de omvorming betreft van CVBA naar BV
De heden voorliggende, beoogde statutenwijziging is er op gericht de huidige rechtspersoon van de sociale huisvestingsmaatschappij, zijnde een cvba, om te vormen naar een besloten vennootschap, met wijziging van het doel en het voorwerp van de vennootschap, de bestuursorganen, de naam, etc.
Deze omvorming is verplicht door het decreet van 9 juli 2021 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen en zijn uitvoeringsbesluiten;
In bijlage is het ontwerp van gewijzigde statuten gevoegd. Deze statuten zullen de huidige statuten van de cvba De Ideale Woning integraal vervangen.
De statuten zijn gebaseerd op de modelstatuten zoals beschikbaar gesteld door de Vlaamse overheid, zij werden vooraf afgetoetst met de Vlaamse administratie en zijn in overeenstemming met de geldende regelgeving.
De statutenwijziging kan worden aangenomen.
De naam van de woonmaatschappij zal “Thuisrand” zijn. Het doel en het voorwerp van de vennootschap worden aangepast aan het statuut van de woonmaatschappij, waarin de activiteiten van de voormalige sociale huisvestingsmaatschappij en deze van het voormalige sociaal verhuurkantoor worden geïntegreerd.
Aan een volgende gemeenteraad zal, samen met standpunt over de splitsing, worden gevraagd de kandidaten voor de haar toekomende bestuursfunctie binnen het nieuwe bestuursorgaan van de bv Thuisrand.
3. Wat de inwerkingtreding van deze beslissing betreft in het licht van de erkenning als woonmaatschappij
De Ideale Woning heeft op 8 januari 2023 een erkenningsaanvraag ingediend om erkend te worden als woonmaatschappij voor het werkingsgebied Antwerpen–Zuidrand (onder de naam “Thuisrand”). Deze erkenning werd
heden nog niet verleend door de Vlaamse regering.
Bovendien moet, zoals hoger aangegeven, de cvba De Ideale Woning worden gesplitst om te voldoen aan de door de Vlaamse regering aangenomen afbakening van de werkingsgebieden.
Onderliggende beslissing zal door de algemene vergadering van de cvba De Ideale Woning dienen te worden genomen:
- onder de opschortende voorwaarde van het verlenen van de erkenning door de Vlaamse regering van de woonmaatschappij Thuisrand (werkingsgebied Antwerpen–Zuidrand) en
- onder opschortende termijn, om uitwerking te krijgen op 1 juli 2023 (0u00).
Deze termijn is bedoeld om mogelijk te maken dat de hoger vermelde partiële splitsing ter goedkeuring aan de buitengewone algemene vergadering van de cvba De Ideale Woning kan worden voorgelegd onder de
verantwoordelijkheid van het huidige bestuursorgaan van vennootschap.
4. Wat de buitengewone algemene vergadering betreft
De uitnodiging van 5 april 2023 voor de buitengewone algemene vergadering van 15 mei 2023 van De Ideale Woning cvba, waarbij aan de vennoten wordt gevraagd de wijziging van de statuten, het gewijzigde voorwerp en doel en de nieuwe naam goed te keuren;
De statuten van de cvba SHM De Ideale Woning aangaande de bevoegdheden van de algemene vergadering.
Artikel 40 van het Decreet lokaal bestuur met betrekking tot de bevoegdheid van de gemeenteraad;
- Statuten van de cvba De Ideale Woning;
- Decreet van 9 juli 2021 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd;
- Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 tot wijziging van verschillende besluiten over wonen;
- De Vlaamse Codex Wonen van 2021;
- Het besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021;
- Het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 2022 waarbij de Vlaamse Regering de werkingsgebieden voor de woonmaatschappijen in Vlaanderen vastlegde;
- Reparatiebesluit van de Vlaamse regering van 10 november 2022 f het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 3 juni 2022 houdende diverse maatregelen inzake de herstructurering van het
beleidsveld Wonen en tot wijziging van verschillende besluiten over wonen.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de wijziging van de statuten goed, zoals gevoegd in bijlage bij deze beslissing, waarbij de cvba De Ideale Woning wordt omgevormd tot de BV Thuisrand.
Artikel 2
Het gewijzigde doel en voorwerp van de woonmaatschappij met werkingsgebied Antwerpen – Zuidrand wordt goedgekeurd.
Artikel 3
De nieuwe naam voor de woonmaatschappij met werkingsgebied Antwerpen – Zuidrand “Thuisrand” wordt goedgekeurd.
Artikel 4
Deze beslissingen dienen door de bijzondere algemene vergadering van de cvba te worden genomen:
- onder de opschortende voorwaarde van het verlenen van de erkenning door de Vlaamse regering van de woonmaatschappij Thuisrand (werkingsgebied Antwerpen–Zuidrand) en
- onder opschortende termijn, om uitwerking te krijgen op 1 juli 2023 (0u00).
Artikel 5
De vertegenwoordiger van de gemeente binnen de algemene vergadering van de cvba krijgt de opdracht te handelen op de buitengewone algemene vergadering van 15 mei 2023 van de cvba De Ideale Woning conform deze beslissingen.
Gemeenteraad 25 juni 2019 met goedkeuring van het subsidiedossier.
Gemeenteraad 27 september 2022 met goedkeuring verordening conformiteitsattest.
Algemeen
Het lokaal bestuur heeft het project “intergemeentelijke werking lokaal woonbeleid” in het kader van de zelfstandige groepering onderschreven en maakt deel uit van de Intergemeentelijke Vereniging Lokaal Woonbeleid, IVLW Zuidrand 1.
Tijdens de zitting van 25 juni 2019 heeft de gemeenteraad het subsidiedossier goedgekeurd, waardoor de gemeente akkoord is gegaan met het verderzetten van de werking van de IVLW en het uitvoeren van de verplichte en aanvullende activiteiten, zoals vermeld in het BVR lokaal woonbeleid van 16 november 2018. Door het onderschrijven van het subsidiedossier engageert de gemeente zich ervoor minstens volgende activiteiten uit te voeren:
Het lokaal bestuur stelt het belang van een goede woningkwaliteit in private huurwoningen voorop. De huurwoningen op het grondgebied moeten voldoen aan de minimale veiligheids- en kwaliteitsnormen van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. Het lokaal bestuur wenst de lopende acties hierrond verder te zetten. De gemeente koos tijdens de gemeenteraad van 27 oktober 2020 ervoor een verplichting op het conformiteitsattest in te voeren voor private huurwoningen. De gemeenteraad heeft hiertoe een verordening goedgekeurd.
Intussen is het wetgevend kader aangepast op basis waarvan er voorgesteld wordt de verordening aan te passen.
GAS voorzien
De mogelijkheid voor gemeenten om een conformiteitsattest te verplichten, is een belangrijk instrument voor het lokale woningkwaliteitsbeleid. De kwaliteit van het huurwoningpatrimonium in de gemeente kan op die manier in kaart gebracht worden, bewaakt en opgevolgd worden. De verplichting legt de verantwoordelijkheid bij de eigenaars en vormt voor die eigenaars een aansporing en aanmoediging om bewust om te gaan met de minimale kwaliteit van de woning die ze verhuren.
Om de verplichting meer draagkracht te geven, wenst de gemeente de verplichting te handhaven via een gemeentelijke administratieve sanctie. Door een recente wijziging aan de Vlaamse Codex Wonen kunnen gemeenten een jaarlijks terugkerende aanvraagverplichting voorzien. Zolang aan de verplichting om over een geldig conformiteitsattest te beschikken niet is voldaan, kan opgelegd worden dat er jaarlijks een conformiteitsattest moet worden aangevraagd. Het niet aanvragen van dit attest kan dan (jaarlijks) gesanctioneerd worden met een gemeentelijke administratieve sanctie GAS, zijnde een gemeentelijke administratieve geldboete van € 350. Het niet aanvragen van een conformiteitsattest kan enkel het eerste jaar (éénmalig) na de aangetekende zending gesanctioneerd worden met een administratieve sanctie, zijnde een gemeentelijke administratieve geldboete van € 350.
De gemeente wenst gebruik te maken van deze mogelijkheid en stelt daarom voor de huidige verordening in die zin aan te passen.
Besluit van de Vlaamse Regering tot codificatie van de decreten betreffende het Vlaams Woonbeleid van 17 juli 2020.
De Vlaamse Codex wonen van 2021 (inzonderheid boek 3, artikel 3.1-7, 3.2 en 3.9 en deel 2 van boek 2 en art. 3.4-10).
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Ministerieel besluit van 17 februari 2020: Goedkeuring IVLW Zuidrand 1.
Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, artikel 2, §1 en artikel 3, 3°.
Huisvestingsambtenarenoverleg IVLW Zuidrand 1 van 18 januari 2021, 24 juni 2021, 28 april 2022 en 14 juni 2022.
Stuurgroep IVLW naam op 31 maart 2022 en 9 juni 2022.
Lokaal woonoverleg op 10 juni 2022.
College van burgemeester en schepenen op 29 augustus 2022.
Wonen Vlaanderen adviseert aanpassing op 06 maart 2023.
De aanpassing van de verordening conformiteitsattesten heeft als gevolg dat de budgetsleutel wordt overgedragen. Voordien werden deze inkomsten gebudgetteerd op een inkomsten sleutel van belastingen met beleidsveld 0020. Aangezien het geen belasting meer is, maar wel een GAS-boete, gaan we dit budgetteren op onderstaand budget:
MJP001481 GAS-boetes, BV 0480 // ARK 73900000 .
Als niet voldaan wordt aan de verplichting om jaarlijks een conformiteitsattest aan te vragen, dan moet dit vastgesteld worden door een bevoegde vaststellende ambtenaar, die deze vaststelling overmaakt aan de sanctionerend ambtenaar. De gemeente heeft IGEAN milieu & veiligheid aangesteld als sanctionerend ambtenaar. De kosten voor de verwerking van deze dossiers worden aangerekend in het kader van de intergemeentelijke GAS-werking. De GAS-boete wordt rechtstreeks betaald op een rekening van de gemeente.
Enig artikel
De gemeentelijke verordening conformiteitsattesten, goedgekeurd op de gemeenteraad van 27 september 2022, wordt opgeheven en door de gemeentelijke verordening conformiteitsattesten van 25 april 2023 vervangen.
Gemeenteraad 25 juni 2019 met goedkeuring van het subsidiedossier.
Gemeenteraad van 27 september 2022 met goedkeuring van de verordening conformiteitsattesten.
Algemeen
Het lokaal bestuur heeft het project “intergemeentelijke werking lokaal woonbeleid” in het kader van de zelfstandige groepering onderschreven en maakt deel uit van de Intergemeentelijke Vereniging Lokaal Woonbeleid, IVLW Zuidrand 1.
Tijdens de zitting van 25 juni 2019 heeft de gemeenteraad het subsidiedossier goedgekeurd, waardoor de gemeente akkoord is gegaan met het verderzetten van de werking van de IVLW en het uitvoeren van de verplichte en aanvullende activiteiten, zoals vermeld in het BVR lokaal woonbeleid van 16 november 2018. Door het onderschrijven van het subsidiedossier engageert de gemeente zich ervoor minstens volgende activiteiten uit te voeren:
Het lokaal bestuur stelt het belang van een goede woningkwaliteit in private huurwoningen voorop. De huurwoningen op het grondgebied moeten voldoen aan de minimale veiligheids- en kwaliteitsnormen van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. Het lokaal bestuur wenst de lopende acties hierrond verder te zetten. De gemeente koos tijdens de gemeenteraad van 27 oktober 2020 ervoor een verplichting op het conformiteitsattest in te voeren voor private huurwoningen. De gemeenteraad heeft hiertoe een verordening goedgekeurd.
Intussen is het wetgevend kader aangepast op basis waarvan er voorgesteld wordt de verordening aan te passen.
GAS voorzien
De mogelijkheid voor gemeenten om een conformiteitsattest te verplichten, is een belangrijk instrument voor het lokale woningkwaliteitsbeleid. De kwaliteit van het huurwoningpatrimonium in de gemeente kan op die manier in kaart gebracht worden, bewaakt en opgevolgd worden. De verplichting legt de verantwoordelijkheid bij de eigenaars en vormt voor die eigenaars een aansporing en aanmoediging om bewust om te gaan met de minimale kwaliteit van de woning die ze verhuren.
Om de verplichting meer draagkracht te geven, wenst de gemeente de verplichting te handhaven via een gemeentelijke administratieve sanctie. Door een recente wijziging aan de Vlaamse Codex Wonen kunnen gemeenten een jaarlijks terugkerende aanvraagverplichting voorzien. Zolang aan de verplichting om over een geldig conformiteitsattest te beschikken niet is voldaan, kan opgelegd worden dat er jaarlijks een conformiteitsattest moet worden aangevraagd. Het niet aanvragen van dit attest kan dan (jaarlijks) gesanctioneerd worden met een gemeentelijke administratieve sanctie GAS, zijnde een gemeentelijke administratieve geldboete van € 350. Het niet aanvragen van een conformiteitsattest kan enkel het eerste jaar (éénmalig) na de aangetekende zending gesanctioneerd worden met een administratieve sanctie, zijnde een gemeentelijke administratieve geldboete van € 350.
De gemeente wenst gebruik te maken van deze mogelijkheid en stelt daarom voor de huidige verordening in die zin aan te passen.
Besluit van de Vlaamse Regering tot codificatie van de decreten betreffende het Vlaams Woonbeleid van 17 juli 2020.
De Vlaamse Codex wonen van 2021 (inzonderheid boek 3, artikel 3.1-7, 3.2 en 3.9 en deel 2 van boek 2 en art. 3.4-10).
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Ministerieel besluit van 17 februari 2020: Goedkeuring IVLW Zuidrand 1.
Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, artikel 2, §1 en artikel 3, 3°.
Huisvestingsambtenarenoverleg IVLW Zuidrand 1 van 18 januari 2021, 24 juni 2021, 28 april 2022 en 14 juni 2022.
Stuurgroep IVLW naam op 31 maart 2022 en 9 juni 2022.
Lokaal woonoverleg op 10 juni 2022.
College van burgemeester en schepenen op 29 augustus 2022.
Wonen Vlaanderen adviseert aanpassing op 06 maart 2023.
De aanpassing van de verordening conformiteitsattesten heeft als gevolg dat de budgetsleutel wordt overgedragen. Voordien werden deze inkomsten gebudgetteerd op een inkomsten sleutel van belastingen met beleidsveld 0020. Aangezien het geen belasting meer is, maar wel een GAS-boete, gaan we dit budgetteren op onderstaand budget:
MJP001481 GAS-boetes, BV 0480 // ARK 73900000 .
Als niet voldaan wordt aan de verplichting om jaarlijks een conformiteitsattest aan te vragen, dan moet dit vastgesteld worden door een bevoegde vaststellende ambtenaar, die deze vaststelling overmaakt aan de sanctionerend ambtenaar. De gemeente heeft IGEAN milieu & veiligheid aangesteld als sanctionerend ambtenaar. De kosten voor de verwerking van deze dossiers worden aangerekend in het kader van de intergemeentelijke GAS-werking. De GAS-boete wordt rechtstreeks betaald op een rekening van de gemeente.
Enig artikel
De gemeentelijke verordening conformiteitsattesten, goedgekeurd op de gemeenteraad van 27 september 2022, wordt opgeheven en door volgende gemeentelijke verordening conformiteitsattesten vervangen:
De gemeentelijke verordening conformiteitsattesten:
Artikel 1
Elke eigenaar en verhuurder die een woning verhuurt of ter beschikking stelt als hoofdverblijfplaats of met het oog op de huisvesting van een of meer studenten, moet voor elke woning een geldig conformiteitsattest kunnen voorleggen.
Deze verplichting wordt gefaseerd ingevoerd voor alle nieuwe verhuringen en op basis van de leeftijd van de huurwoning:
vanaf 1 januari 2021: woningen van 40 jaar en ouder
vanaf 1 januari 2026: woningen van 30 jaar en ouder
vanaf 1 januari 2029: woningen van 20 jaar en ouder
Zolang niet aan deze verplichting is voldaan, geldt een jaarlijks terugkerende verplichting om het conformiteitsattest aan te vragen. De aanvraag wordt ten laatste ingediend op de verjaardag van de dag waarop de eigenaar en verhuurder bij aangetekend schrijven in kennis is gesteld dat hij niet over het verplichte conformiteitsattest beschikt. Als ontvangstdatum van het aangetekend schrijven geldt de eerste werkdag na de verzending.
Artikel 2
De geldigheidsduur van het conformiteitsattest voor woningen en kamers is afhankelijk van het aantal gebreken in categorie 1 op het technisch verslag:
>/= 5 gebreken is 5 jaar
</= 4 gebreken is 10 jaar
Artikel 3
Het aanvragen van een eerste conformiteitsattest is gratis, echter mag de gemeente voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest een vergoeding vragen.
De gemeenteraad stelt de vergoeding vast voor aanvragen die reeds een weigering van een conformiteitsattest hebben ontvangen, deze vergoeding is conform het retributiereglement vastgesteld en kan jaarlijks geïndexeerd worden.
Vanaf 2029 zullen alle conformiteitsattesten betalend zijn.
Artikel 4
Inbreuken op bepalingen van deze verordening worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete van € 350 en wordt opgelegd door de daartoe aangestelde ambtenaar conform de procedure vervat in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking na de goedkeuring van de gemeenteraad en de goedkeuring van de Vlaamse minister van Wonen, en ten vroegste op 1 januari 2023.
Mail d.d. 20 april 2023 van Hans Verreyt, raadslid Groen met betrekking tot geveltuinen met subsidie van De koning Boudewijn stichting.
Meer groen in de stad/gemeente
Heeft onze gemeente plaats voor geveltuinen van minstens 80m²? Dan kan de Koning Boudewijnstichting, in samenwerking met het ING Fonds voor Duurzame Gebouwen, tot €100.000 subsidie bieden om deze gevels te vergroenen.
Met deze oproep wil het ING Fonds - beheerd door de Koning Boudewijnstichting - bijdragen aan leefbare steden. Groene gevels maken grijze straten aantrekkelijker en hebben een positief effect op het welbevinden van mensen. Planten produceren zuurstof en vangen fijn stof af, dus zijn ook goed voor de gezondheid. Planten tegen een gevel bieden tevens warmte-isolatie. Groene gevels verwarmen immers minder snel, waardoor het ook binnenshuis koeler blijft. Vooral bladrijke planten verdampen veel regenwater, wat een verkoelend effect geeft, zoals een natuurlijke airconditioning.
Anderzijds beschermen groene gevels tegen koude en felle regenbuien in de winter. Bovendien biedt Gevelbeplanting plaats en voordelen voor bijen, hommels, vlinders en vogels. Het vormt een groene infrastructuur in de stad.
Projectvoorstellen kunnen worden ingediend tot 8 juni. Elke openbare of particuliere organisatie in een gebouw waar vaak publiek komt, mag meedoen. Denk aan gemeentehuizen, stations, ziekenhuizen, scholen, sportcentra, musea, bibliotheken, enz. Projecten die werken met lokale planten die gunstig zijn voor de lokale ecosystemen, krijgen ook nog eens extra punten. Net zoals geveltuinen die geen of weinig meststoffen vergen en gebruik maken van regenwater voor de besproeiing. De subsidie kan gebruikt worden voor analyse, studie, ontwerp en uitvoering. Voor het onderhoud wordt enkel voor het eerste jaar financiële steun voorzien. De aanvraag mag deel uitmaken van een medefinanciering vanuit andere bronnen. Bij het indienen van de aanvraag is geen eigen bijdrage vereist. Er kan een subsidie worden toegekend vanaf € 15.000 tot € 100.000. Er zijn dus weinig dwingende voorwaarden er komen dus veel projecten in aanmerking.
Voorstel van besluit:
De Groen fractie stelt voor dat de gemeente lint een projectvoorstel indient voor een geveltuin in Lint.
We dachten alvast aan de blinde muren aan de sporthal van de Witte Merel. Het kan ook mee opgenomen worden in de plannen van het Lindenhof.
Artikel 1
De gemeente Lint dient voor 8 juni een projectvoorstel voor een groene geveltuin(en).
Enig artikel
Het agendapunt wordt niet ter stemming voorgelegd.
Rudy Verhoeven
voorzitter