De voorzitter opent de zitting op 29/03/2022 om 20:00.
20u00 Toelichting van de korpschef van de PZ Hekla over de werking van het voorbije jaar en de plannen voor '22.
De ontwerpnotulen worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad keurt de ontwerpnotulen van vorige zitting goed.
In het meerjarenplan 2020-2025 heeft de gemeente Lint een aantal subsidies voorzien: Enerzijds zijn deze gebaseerd op een reeds door de gemeenteraad goedgekeurd subsidiereglement. Om tot uitbetaling over te gaan is slechts een collegebeslissing vereist. Anderzijds zijn er ook subsidies voorzien waarvoor geen reglement voorhanden is, de zogenaamde 'nominatieve subsidies'.
Volgens het oude BVR BBC (d.d. 25 juni 2010) maakte de lijst met nominatief toegekende subsidies integraal deel uit van de beleidsnota van het budget (cfr. art. 16 6° BVR BBC). Deze lijst met nominatieve subsidies in het budget hield de beslissing van de gemeenteraad in tot toekenning van die subsidies. In het nieuwe BVR BBC (d.d. 30 maart 2018) wordt deze lijst niet meer opgenomen als onderdeel van het meerjarenplan. In de documentatie, bijkomende informatie, van het meerjarenplan moet echter wel een overzicht worden opgenomen van de toegestane werkings- en investeringssubsidies (dit zijn alle ramingen op MAR 649 en 664). Dat betekent dus ook de nominatieve toelagen. Dat overzicht houdt niet langer een beslissing in, maar is louter informatief.
Voor de bevoegdheid tot het toekennen van subsidies, verwijzen we naar artikelen 41, 2de lid, 23° van het DLB. Dit artikel bepaalt dat de bevoegdheid voor het 'toekennen van nominatieve subsidies' toekomt aan de raad. De raad moet dus een besluit nemen tot nominatieve toekenning van elke subsidie afzonderlijk. Om niet elk dossier apart voor te leggen aan de raad, wordt thans globaal de lijst van nominatief toe te kennen subsidies voorgelegd aan de gemeenteraad, die deze kan goedkeuren voor uitbetaling in 2022.
Wanneer bij de toekenning van deze bedragen zou afgeweken worden of wanneer een nieuwe nominatieve subsidie zou toegekend worden aan een begunstigde die niet in de overzichtslijst in de documentatie (en bijlage) is opgenomen én deze binnen de grenzen van de globale exploitatie of investeringen blijft, dient dat betreffend dossier apart aan de gemeenteraad voorgelegd te worden voor goedkeuring zonder dat een aanpassing van het meerjarenplan vereist is.
Volgende subsidies/ toelagen worden omwille van andere wetgeving uitgekeerd op basis van een apart raadsbesluit: De dotatie aan de hulpverleningszone, de dotatie aan de politiezone en de subsidies aan de kerkfabrieken.
De raadsleden stemmen twee keer. Een stemming voor exploitatie en een stemming voor investeringen.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de BBC (BVR BBC).
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de BBC (MB BBC).
De omzendbrief KB/ABB 2019/4 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de BBC.
Artikel 1
De gemeenteraad kent de nominatieve subsidies 2022 toe volgens het document in bijlage gehecht.
Artikel 2
De gemeenteraad geeft de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de nominatieve subsidies uit te keren binnen het voorziene krediet per begunstigde zoals opgenomen in bijlage. Een nominatieve subsidie wordt uitgekeerd op basis van een apart raadsbesluit of een subsidieaanvraag. Een subsidieaanvraag wordt ondersteund met een kasverslag, jaarverslag of activiteitenverslag waaruit de financiële vraag duidelijk is. Na controle kan een nominatieve subsidie uitbetaald worden onder voorbehoud dat het uitvoeren van een nominatieve subsidie (deels) kan teruggevorderd worden wanneer de subsidie niet wordt aangewend voor de algemene werking van de begunstigde / aanvrager.
De goedkeuring door de kerkraad van de rekening 2021 in vergadering van 08 februari 2022.
Op 11 februari 2022 ontving het gemeentebestuur de rekeningstukken van de rekening 2021 van O.L.V.-Geboorte Lint.
De rekening 2021 dient voor advies aan de gemeenteraad te worden voorgelegd.
Het gemeentebestuur moet de eventuele tekorten van de kerkfabriek bijpassen.
Het keizerlijk decreet van 30 december 1809 vermeldt dat de gemeenten moeten instaan voor de ontoereikendheid van de inkomsten van de kerkfabriek wat de kosten betreft van de eredienst, honoraria van predikanten, versieringen en onderhoud van de kerk, alsmede van zware herstellingen aan de kerkgebouwen.
Het Vlaams decreet van 7 mei 2004 dat een regeling uitwerkt voor de materiële organisatie, de werking, het financieel beheer, het goederenbeheer van de erkende erediensten en het administratief toezicht op de handelingen van de besturen van de erediensten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 in verband met het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 in verband met het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Omzendbrief BB-2007/01 van 12 januari 2007 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst.
Omzendbrief BB-2008/01 van 22 februari 2008 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten.
Omzendbrief BB-2008/06 van 18 juli 2008 betreffende de boekhouding van de besturing van de erediensten.
Het globale resultaat van de rekening 2021 bedraagt € 10.252,64 waarvan het exploitatieresultaat € 9.296,65 en het investeringsresultaat € 955,99 bedraagt.
In 2021 werd door het gemeentebestuur Lint € 25.000,00 exploitatietoelagen en € 1.844,60 investeringstoelagen betaald.
De gemeenteraad verleent gunstig advies aan de jaarrekening 2021 van O.L.V.-Geboorte Lint.
De goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 door de kerkraad O.L.V.-Geboorte Lint in vergadering van 5 augustus 2019.
De goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 door de gemeenteraad Lint in zitting van 24 september 2019.
De goedkeuring van het budget 2021 door de kerkraad O.L.V.-Geboorte Lint in vergadering van 17 oktober 2020.
De goedkeuring van het budget 2021 door de gemeenteraad Lint in zitting van 25 november 2020.
De goedkeuring van de wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 door de kerkraad O.L.V.-Geboorte Lint in vergadering van 8 maart 2021.
De goedkeuring van de wijziging van het budget 2021 door de kerkraad O.L.V.-Geboorte Lint in vergadering van 8 maart 2021.
De goedkeuring van de wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 en de budgetwijziging 2021 door de gemeenteraad Lint in zitting van 26 oktober 2021.
De goedkeuring van het budget 2022 door de kerkraad O.L.V.-Geboorte Lint in vergadering van 05 oktober 2021.
De goedkeuring van het budget 2022 door de gemeenteraad Lint in zitting van 23 november 2021.
Het gemeentebestuur moet de eventuele kosten van de kerkfabriek bijpassen.
Indien de budgetwijziging niet past binnen het bestaande meerjarenplan, dient de gemeenteraad het gewijzigde meerjarenplan goed te keuren.
Hierna wordt door de gemeenteraad akte genomen van de wijziging van het budget, dewelke in overeenstemming moet zijn met het aangepaste meerjarenplan.
Op 11 februari 2022 ontving het gemeentebestuur een wijziging van het budget 2022 van O.L.V.-Geboorte Lint.
Deze wijziging past in de laatste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, goedgekeurd door de gemeenteraad Lint in zitting van 26 oktober 2021.
Het keizerlijk decreet van 30 december 1809 vermeldt dat de gemeenten moeten instaan voor de ontoereikbaarheid van de inkomsten van de kerkfabriek wat de kosten betreft van de eredienst, honoraria van predikanten, versieringen en onderhoud van de kerk, alsmede van zware herstellingen aan de kerkgebouwen.
Het Vlaams decreet van 7 mei 2004 dat een regeling uitwerkt voor de materiële organisatie, de werking, het financieel beheer, het goederenbeheer van de erkende erediensten en het administratief toezicht op de handelingen van de besturen van de erediensten.
De wijziging van het budget 2022 betreft enkel een verschuiving van € 10.000,00 van het investeringskrediet budget 2021 naar het investeringskrediet budget 2022.
Als gevolg van de aanpassing van het budget 2022 van de Kerkraad O.L.V.-Geboorte wordt de investeringstoelage van € 10.000,00 niet uitgevoerd in 2021 en overgebracht naar 2022.
De gemeenteraad neemt akte van de aanpassing van het budget 2022 van O.L.V.-Geboorte Lint.
Met hun brief van 23 juni 2021 brengen Ethias en Belfius Insurance het bestuur op de hoogte van het feit dat ze er gezamenlijk voor gekozen hebben om van de mogelijkheid gebruik te maken de overeenkomst voor de contractuele personeelsleden op te zeggen tegen 1 januari 2022.
Besluit van de gemeenteraad van 27 oktober 2020 waarbij de verhoging van de pensioentoelage m.i.v. 2020 werd goedgekeurd (vanaf 01 januari 2020 = 2,5%; vanaf 01 januari 2023 = 3%; vanaf 01 januari 2024 = 4%).
Overwegende dat het bestuur de pensioenkloof tussen haar statutair personeel en contractueel personeel wil verkleinen; dat het bijgevolg voorziet in een tweede pensioenpijler voor de totaliteit van haar contractueel personeel;
Overwegende dat tot op heden het bestuur was aangesloten bij de groepsverzekering die na bemiddeling van de VVSG, aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance; dat deze verzekeraars in juni 2021 de lopende groepsverzekeringsovereenkomst per 1 januari 2022 hebben opgezegd;
Overwegende dat het bestuur voor het voorzien in een tweede pensioenpijler de keuze heeft tussen enerzijds een overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar en anderzijds het aansluiten bij een instelling voor bedrijfspensioen-voorziening (pensioenfonds);
Overwegende dat, na onderhandelingen met de VVSG, OFP PROVANT werd omgevormd tot OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening met ondernemingsnummer 0809.537 155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden;
Overwegende dat men door de toetreding bij een IBP meer betrokken is bij het beheer van zijn pensioenfinanciering; dat in tegenstelling tot een groepsverzekering het bestuur een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS afvaardigt en naast controlebevoegdheid ook de mogelijkheid heeft om – indien nodig - punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten. Overwegende dat in tegenstelling tot een groepsverzekering een IBP geen winsten ten voordele van de organisatie zelf nastreeft;
Overwegende dat een IBP ruime beleggingsmogelijkheden heeft, zodat een ruimer rendement mogelijk is dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt;
Overwegende dat het bestuur kan toetreden tot OFP PROLOCUS zonder overheidsopdracht vermits aan de voorwaarden van een in house opdracht voldaan zijn; dat het bestuur immers ten eerste via de algemene vergadering waar ze lid van wordt, toezicht uitoefent op OFP PROLOCUS zoals op haar eigen diensten; dat ten tweede meer dan 80% van de activiteiten van de OFP PROLOCUS de uitvoering van taken behelst die hem zijn toegewezen door de controlerende overheden, nl. het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen; dat er ten derde geen directe participatie van privékapitaal is in de OFP PROLOCUS en dat ten vierde OFP PROLOCUS zelf onderworpen is aan de wetgeving op de overheidsopdrachten.
Overwegende dat OFP PROLOCUS, in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, zwaar zal inzetten op het duurzaam karakter van zijn beleggingen;
Overwegende dat het aanbod van OFP PROLOCUS, net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance geen werknemersbijdragen vereist, voorziet in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering;
Overwegende dat de mogelijkheid bestaat van een zogeheten “steprate” bijdrage; dat het dus mogelijk is om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijke pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen.
Overwegende dat er drie soorten pensioenplannen bestaan (defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen); dat de voorgestelde formule een vastebijdragenplan is; dat in dit plan de werkgever belooft een bepaalde bijdrage (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement; dat de behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement.
Overwegende dat het bestuur de vastgestelde bijdrage minimum moet betalen; dat wanneer het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, het bestuur bijkomende bijdragen zal moeten betalen; dat in elk geval voor de aangeslotenen het wettelijk minimum rendement (momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen, 0% voor passieve aangeslotenen) moet behaald worden.
Overwegende dat het bestuur als bijkomende veiligheid de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, voorziet in een extra prefinanciering van 5% om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen; deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen;
Overwegende dat het bestuur met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB’s, OCMW) een MIPS-Groep kan vormen; dat binnen een MIPS-groep interne mobiliteit is voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid; dat er binnen een MIPS-groep een onderlinge solidariteit speelt;
Overwegende dat de kosten voor de werking van OFP PROLOCUS voor 2022 forfaitair worden vastgelegd op € 1000 per jaar per werkgever en € 10 per jaar per aangeslotene en dat deze bedragen jaarlijks worden geïndexeerd tot en met 2024; overwegende dat nadien een meer stabiel systeem van kostenvergoeding zal worden uitgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijke aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds;
Gelet op de statuten, de beheersovereenkomst, het financieringsplan (algemeen luik en specifiek luik VVSG), de Verklaring inzake Beleggingsbeginselen (algemeen luik en specifiek luik VVSG), het Kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement, de toetredingsakte;
Gelet op het protocol van het onderhandelingscomité C1;
Overwegende dat in de nodige kredieten voorzien wordt in de meerjarenplanning;
Overwegende het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 21 maart 2022 om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS en de eraan gekoppelde modaliteiten qua pensioentoezegging;
Overwegende dat verder de intentie geuit werd om met het OCMW een MIPS-groep te vormen om de interne mobiliteit van het personeel tussen beiden entiteiten te bevorderen;
Overwegende dat de op basis van het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP PROLOCUS;
Overwegende dat voormelde intentieverklaring van het college van burgemeester en schepenen en voormelde documenten in het bijzonder onderhandelingscomité van 22 maart 2022 besproken werden; dat deze bespreking leidde tot de goedkeuring van het protocol;
Overwegende dat er een vertegenwoordiger moet aangeduid worden om het bestuur te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS;
Overwegende dat na de beslissing tot toetreding, dit aan OFP PROLOCUS moet meegedeeld worden en dat de algemene vergadering van OFP PROLOCUS de kandidatuur moet goedkeuren;
Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Besluit van de Vlaamse regering van 2 december 2016 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007.
Rechtspositiebesluit voor het Gemeentepersoneel, goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 september 2018.
12 ja-stemmen - 0 nee-stemmen - 7 onthoudingen
11 ja-stemmen - 0 nee-stemmen - 8 onthoudingen
Artikel 1
Kennis genomen wordt van en ingestemd wordt met
- De beheersovereenkomst en het financieringsplan ( algemeen luik en luik VVSG) via de toetredingsakte van OFP PROLOCUS;
- Het kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement (AANGEVULD VOLGENS VOORMELDE KEUZE hoogte basisbijdrage/ steprate/ MIPS of UNI).
Kennis wordt genomen van de verklaring inzake beleggingsbeginselen (SIP) (algemeen luik en luik VVSG) en de statuten.
Artikel 2
Beslist wordt om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS (Afzonderlijk vermogen VVSG), en hiertoe onverwijld een verzoek tot aanvaarding als lid van de Algemene Vergadering te richten tot OFP PROCOLUS.
Artikel 3
Ingestemd wordt met het feit dat de door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen worden geïnd door de RSZ in naam en voor rekening van OFP PROLOCUS.
Artikel 4
De pensioentoezegging bedraagt 3% van het pensioengevend loon tot het plafond voor de berekening van het wettelijke pensioen en 3% van het pensioengevend loon dat dit plafond overschrijdt.
Vanaf 01 januari 2024 wordt de pensioentoezegging verhoogd naar 4% van het pensioengevend loon tot het plafond voor de berekening van het wettelijke pensioen en 4% van het pensioengevend loon dat dit plafond overschrijdt.
Artikel 5
Het bestuur vormt samen met het OCMW een zogenaamde MIPS-groep.
Artikel 6
Georges Nagels: 12 ja-stemmen - 0 nee-stemmen - 7 onthoudingen
De heer Georges Nagels wordt afgevaardigd als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS.
Hans Devriese: 11 ja-stemmen - 0 nee-stemmen - 8 onthoudingen
De heer Hans Devriese wordt aangeduid als vervanger van voorgaande indien hij niet aanwezig kan zijn.
Artikel 7
De voorzitter van de Raad en de algemene directeur worden gemachtigd om de noodzakelijke vervolgstappen te nemen voor de uitvoering van voormelde beslissingen.
Besluit van de gemeenteraad van 26 januari 2021 aangaande de aanpassing van de personeelsformatie van de gemeente.
De secretariaatsmedewerker, tewerkgesteld op B-niveau en met een 30,40/38 arbeidsregime wordt, op eigen verzoek, vanaf 01 januari 2022 tewerkgesteld met een halftijds arbeidsregime. Om de werking van het secretariaat niet in het gedrang te brengen werd er in de formatie een functie voorzien op C-niveau en met een 60% arbeidsregime. Voor deze aanpassing werden er voldoende middelen voorzien.
3 vrijgekomen functies (diensthoofd burgerzaken, deskundige milieu en omgevingsambtenaar) worden in voltijds contractueel dienstverband ingevuld. Voorheen waren dit voltijdse statutaire betrekkingen. Hiervoor werden er voldoende middelen voorzien.
Binnen het luik kwaliteitsmaatregelen van VIA 6 werd beslist om te voorzien in pedagogische coaches in de kinderopvang op bachelor niveau (B1-B3-niveau). Deze functie wordt voor 20% gesubsidieerd. Door deze maatregel wordt het mogelijk gemaakt om in de kinderopvangsector extra pedagogische ondersteuning en omkadering van kinderbegeleiders en onthaalouders te voorzien. In de personeelsformatie wordt een voltijdse functie ingeschreven. Bij aanvang zal de vacature halftijds worden ingevuld maar na de pensionering van de huidige pedagogisch ondersteuner (D4-D5 - 35/38) zal die tewerkstelling uitgebreid worden. Hiervoor zullen bij een volgende budgetwijziging de nodige financiële middelen voorzien worden.
Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Besluit van de Vlaamse regering van 2 december 2016 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007.
Rechtspositiebesluit voor het Gemeentepersoneel, goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 september 2018.
Goedkeuring op het overleg- en onderhandelingscomité van 07 maart 2022.
Bij een volgende budgetwijziging zullen de nodige middelen vrijgemaakt worden.
Artikel 1
De functie van deeltijdse (22,80/38) secretariaatsmedewerker op C1-C3-niveau in contractueel dienstverband wordt toegevoegd.
Artikel 2
De functies van voltijds diensthoofd burgerzaken op C4-C5-niveau, voltijds deskundige milieu op B1-B3-niveau en voltijds omgevingsambtenaar op A1a-A3-niveau worden geschrapt in statutair verband maar toegevoegd in contractueel dienstverband.
Artikel 3
De functie van voltijdse pedagogische coach op B1-B3-niveau in contractueel dienstverband wordt toegevoegd. De functie van pedagogisch ondersteuner op D4-D5-niveau is uitdovend en zal geschrapt worden bij de pensionering van de titularis ervan. Bij een volgende budgetwijziging zullen er voldoende financiële middelen voorzien worden.
Mail d.d. 17 februari 2022 van Luc Van Geyte, raadslid Open Vld Lint met betrekking tot toegevoegd punt gemeenteraad 22 februari 2022.
De energiekost zorgt op Vlaams en federaal niveau voor heel wat kopzorgen. Ook op lokaal niveau heeft die een grote impact. Daarom een aantal vragen aan de schepenen.
Antwoorden schepenen Caroline Van der Heyden en Stanny Tuyteleers:
1. (Caroline) De acties voor het burgemeesterconvenant zijn nog niet vastgelegd maar worden dit jaar bepaald. We kunnen hier natuurlijk dan nog niet op vooruitlopen. Er wordt wel aan volgende zaken gedacht, maar dus niet limitatief:
- Verledding straatverlichting – timing is vastgelegd met Fluvius
- Aankoop vrachtwagen op cng.
- Energiezuinig maken van eigen gemeentepatrimonium (vb. DWM naar Huis van de Lintenaar)
2. (Caroline) Zoals gesteld zijn de acties voor het burgemeesterconvenant nog niet vastgeklikt maar worden zij dit jaar vastgelegd.
3. (Caroline) We vermoeden dat dit gaat over de vragen die door cliënten aan het OCMW worden gesteld. Er zijn ondertussen nog maar 2 vragen binnengekomen. We (en ook andere OCMW’s) hebben het vermoeden dat de problemen nog zullen komen. Het is momenteel nog te vroeg om de impact van de energiecrisis te zien of te voelen. We merken al wel een zekere ongerustheid bij de mensen, mede omdat leveranciers ook nauwelijks bereikbaar zijn. Maar tot nu toe kregen we dus slechts 2 effectieve vragen, die opgelost zijn via de federale corona middelen (= niet terugvorderbare steun).
Verder werd er bijkomend nog een kader gemaakt (eveneens van de federale corona middelen) om mensen die er nood aan hebben een eenmalige korting op de factuur van maart te kunnen geven van maximaal 200 euro. We hebben vervolgens ook nog het energiefonds waaruit geput kan worden en er kunnen afbetalingsplannen opgesteld worden. Tot slot hebben de OCMW's sinds vorige week woensdag partner lijnen ontvangen om vlot de energieleveranciers te kunnen bereiken, wat tot nu toe quasi onmogelijk was.
4. (Stanny) Door de stijging van de energieprijzen en lonen zullen we een meer uitgave hebben van
- Financiële impact lokaal bestuur energie gemeente -142.536,24 €
- Financiële impact lokaal bestuur energie OCMW -224.539,06 €
- Financiële impact lokaal bestuur lonen gemeente -69.576,79 €
- Financiële impact lokaal bestuur lonen OCMW -39.077,03 € maar dit heeft geen invloed op de personenbelasting.
Wat dit betekent voor de meerjarenplanning zullen we duidelijkheid krijgen op het einde van het werkjaar 2022. Er zijn nog te veel onduidelijkheden wat betreft de energie kosten en een bijkomende indexsprong.
5. (Stanny) De inkomsten van de gemeenten zullen niet dalen. Zij zullen echter stijgen door de index sprongen zullen de personenbelastingen een meer opbrengst veroorzaken.
6. (Stanny) Wij zien geen reden om de belastingreglementen aan te passen.
7. (Stanny) Ons patrimonium verder onder de loep nemen en aanpassen zoals de witte merel waar we toch een energetisch arm gebouw gaan bouwen. Renovatie Roeland zal ook energetisch arm zijn. Het patrimoniumplan verder bekijken en nadien met de nodige aanpassingen uitvoeren.
Mail ontvangen d.d. 16 maart 2022 raadslid Bert Everaert - N-VA.
Als gemeente kunnen we niet onverschillig blijven voor de oorlog in Oekraïne, het grote menselijke leed en de vluchtelingencrisis die dat met zich meebrengt. N-VA en CD&V roepen in deze gemeenschappelijke motie op tot solidariteit en medemenselijkheid met de oorlogsvluchtelingen uit Oekraïne en om het mogelijke aanbod aan voorzieningen en locaties, groot en klein, voor de gemeente Lint in kaart te brengen.
Geachte burgemeester, Geachte schepenen,
Sedert de drieste inval door Rusland in Oekraïne worden we geconfronteerd met een grootschalige oorlog aan onze grenzen. Een oorlog in Europa die onvermijdelijk tot grote stromen van vluchtelingen zal leiden.
Vlaanderen wil een plek zijn waar deze oorlogsvluchtelingen uit Oekraïne warm opgevangen worden. Onze steden en gemeenten hebben zich in het verleden steeds solidair getoond en zullen dat ook nu doen.
Overal in Vlaanderen zien we vandaag al warme tekenen van solidariteit en spontane hulp.
Maar dat zal jammer genoeg niet volstaan. We kunnen van onze burgers niet verwachten dat zij alle Oekraïense vluchtelingen een duurzame verblijfsoplossing aanbieden. Er is nood om samen met de lokale besturen te voorzien in opvang, snel, duurzaam en gestructureerd. Het zal dikwijls gaan om kwetsbare mensen, vooral vrouwen met kinderen, die behoefte hebben aan begeleiding en omkadering.
We willen u graag verzoeken om het mogelijke aanbod aan voorzieningen en locaties, groot en klein, voor de gemeente Lint in kaart te brengen.
Eénparig goedgekeurd door middel van handopsteking.
De gemeenteraad gaat akkoord met de ingediende motie, namelijk het verzoek om het mogelijke aanbod aan voorzieningen en locaties voor de gemeente Lint in kaart te brengen.
Deze oorlog is verschrikkelijk en ruimer bekeken hebben we aandacht voor alle oorlogsslachtoffers en alle oorlogsvluchtelingen over de hele wereld.
Rudy Verhoeven
voorzitter