De voorzitter opent de zitting op 28/02/2023 om 20:00.
20:00 Peter Geerts omgevingsambtenaar geeft toelichting over het Provinciaal beleidsplan Ruimte Antwerpen.
Installatievergadering van 7 januari 2019 met installatie en eedaflegging van de gemeenteraadsleden.
OCMW raad van 7 januari 2019 met aktename van de samenstelling raad voor maatschappelijk welzijn.
E-mail van Rozemarijn Van Cauteren d.d. 20 december 2022 met vraag om als raadslid tijdelijk vervangen te worden wegens ouderschapsverlof.
Rozemarijn Van Cauteren werd in de installatievergadering aangesteld als raadslid voor Groen-sp.a.
Mevrouw Van Cauteren is zwanger, de bevalling is voorzien in de loop van februari 2022.
Een gemeenteraadslid dat ouderschapsverlof wil nemen voor de geboorte van een kind wordt als verhinderd beschouwd en kan vervangen worden tot het einde van de negende week na de geboorte. Op schriftelijk verzoek wordt de onderbreking van de uitoefening van het mandaat na de negende week verlengd met een duur die gelijk is aan de termijn waarin het raadslid zijn mandaat heeft uitgeoefend tijdens de periode van zes weken die aan de dag van de geboorte voorafgaat.
Kristin Goossens, geboren te Turnhout op 23 maart 1963 en wonende te Lint, Duffelsesteenweg 159, 1ste opvolger op lijst nr. 4 (Groen - sp.a) waartoe het te vervangen raadslid behoorde, komt in aanmerking voor de vervanging.
Decreet lokaal bestuur artikel 12-2°, 14
Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011 - artikel 169
Artikel 1
Mevrouw Kristin Goossens wordt onmiddellijk ter zitting uitgenodigd en verzocht, in deze openbare vergadering en in handen van de voorzitter, de voorgeschreven eed af te leggen als volgt: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen".
Artikel 2
Mevrouw Kristin Goossens wordt tot raadslid-titularis aangesteld. Zij zal het mandaat van Rozemarijn Van Cauteren waarnemen gedurende haar verhindering tot uitoefenen van het mandaat.
De ontwerpnotulen worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de ontwerpnotulen van vorige zitting goed.
Collegebesluit van 29 november 2021: advies inzake het voorontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen.
Brieven van 21 november 2022 van de provincie Antwerpen:
Aanleiding en context
In zitting van 27 oktober 2022 stelde de provincieraad het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen (PBRA) voorlopig vast.
Het PBRA bevat de strategische visie (lange termijnvisie) op de ruimtelijke ontwikkeling in de provincie Antwerpen en een eerste set van drie concrete beleidskaders (middellange termijnvisies) die de realisatie van de strategische visie mogelijk maken. Het PBRA vervangt, eens definitief goedgekeurd, de provinciale ruimtelijke visie uit het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA).
Het ontwerp-PBRA is online raadpleegbaar: https://www.provincieantwerpen.be/aanbod/drem/dienst-ruimtelijke-planning/beleidsplan-ruimte.html
Strategische visie
De strategische visie bevat de vier ruimtelijke principes en zeven strategieën, die de basis zijn voor het te voeren ruimtelijke beleid in de provincie Antwerpen. Ze beschrijft daarnaast de algemene ambitie, het ruimtegebruik vandaag, de uitdagingen voor morgen en de manier waarop de provincie zelf aan de slag wil gaan. In het document worden de ruimtelijke principes en strategieën als volgt samengevat:
Vier ruimtelijke principes
ZUINIG RUIMTEGEBRUIK
Meer doen met dezelfde ruimte, zowel in de open als in de bebouwde ruimte. Het gaat om een zorgvuldige optimalisatie van de ruimte in functie van leefbaarheid en duurzaamheid. Door het ruimtelijk rendement op goed gelegen plekken te doen toenemen, kunnen we inspelen op diverse ruimtevragen zonder onnodig ruimtebeslag te creëren. In de toekomst willen we bijkomende inname van de open ruimte zo veel mogelijk beperken.
VEERKRACHT
Bij het organiseren van de ruimte zetten we in op veerkracht en robuustheid om nieuwe uitdagingen en trends samen te weerstaan en op te vangen. In de eerste plaats gaat het over veerkracht in het kader van de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit (bv. verminderen verhardingsgraad). Maar het kan ook gaan over het flexibel invullen van ruimtes en gebouwen om in te spelen op technologische evoluties of een veranderende bevolkingssamenstelling.
NABIJHEID EN BEREIKBAARHEID
Mobiliteit en ruimte zijn onlosmakelijk verbonden: mobiliteit bepaalt de manier waarop de ruimte wordt georganiseerd en de organisatie van de ruimte stuurt de mobiliteit. We streven naar een verduurzaming van de mobiliteit op twee pistes: het beperken van de verplaatsingen (nabijheid) en het vergroten van het gemak waarmee mensen zich duurzaam kunnen verplaatsen (bereikbaarheid).
EIGENHEID
We willen op een hedendaagse en duurzame manier met de typische ruimtelijke kenmerken van onze provincie omgaan. We willen nieuwe trends en innovaties kwalitatief in het landschap integreren, rekening houdend met het lokale karakter, zodat dit de kwaliteit van een plek juist ten goede komt.
Zeven strategieën
OFFENSIEVE OPEN RUIMTE
De beheerders van de open ruimte, zoals natuur, landbouw, water en recreatie werken actief en op een duurzame en gelijkwaardige manier samen om de open ruimte te versterken. Zij stellen een geïntegreerd programma voor de open ruimte op via regionale coalities.
SAMENHANGEND ECOLOGISCH NETWERK
We creëren een ecologisch netwerk van natuur- en bosgebieden, valleigebieden, kleine landschapselementen en groenblauwe netwerken doorheen de open en bebouwde ruimte. Dit doen we door grootschalige gebieden met elkaar te verbinden, maar even goed door kleine, fijnmazige ingrepen.
VAN VERSNIPPERING NAAR BUNDELING
We zorgen voor minder versnippering zodat we onze open, onverharde ruimte vrijwaren en versterken. Anderzijds bundelen we de bebouwing en zorgen voor kwalitatieve verdichting en een financiële en ruimtelijke meerwaarde aan de ruimtelijke multimodale knopen. Het ene kan niet zonder het andere.
RUIMTELIJKE MULTIMODALE KNOPEN
We verbinden de multimodale knopen met elkaar door multimodale vervoerscorridors. Aan deze ruimtelijke multimodale knopen brengen we voldoende mensen en goederen samen zodat het vervoer (in het bijzonder het openbaar vervoer) optimaal en efficiënt kan functioneren.
SLUITEND LOCATIEBELEID VOOR (HOOG)DYNAMISCHE FUNCTIES
We voorzien verweefbare (hoog-)dynamische voorzieningen en bedrijvigheid in eerste instantie in multimodaal ontsloten kernen. Hoogdynamische functies die niet verweefbaar zijn in kernen, worden gebundeld aan ruimtelijke multimodale knopen (buiten de kernen). Voor dynamische functies is een multimodale ontsluiting aangewezen.
LEVENDIGE KERNEN
We vinden het belangrijk dat elke dorps- en stadskern zijn eigen karakter en identiteit uitdraagt en aantrekkelijk is voor zijn bewoners en gebruikers. Kernen met een vlotte multimodale ontsluiting, veel voorzieningen en voldoende tewerkstellingsplekken, zijn de ideale plekken om bijkomende gezinnen op te vangen.
ENERGIETRANSITIE
We leveren met ons ruimtelijk beleid een fundamentele bijdrage aan de energietransitie door het voorkomen van energieverbruik, het stimuleren van de overgang naar duurzame energiebronnen en het kiezen voor een energie-efficiënte inrichting. Deze strategie kadert binnen de provinciale doelstelling om energieneutraal te worden tegen 2050.
Beleidskaders
Het PBRA bevat een eerste set van drie concrete beleidskaders (middellange termijnvisies) die de realisatie van de strategische visie mogelijk maken.
Beleidskader ‘Levendige kernen’
Kernversterking
Klimaatneutrale en –bestendige kernen
Kernversterking als motor voor kwaliteit in de kern
Verweving
Op maat van een kern (kerntypering)
Uitdagingen
Detailhandel
Bedrijvigheid in kernen
Huishoudentransitie
Groenblauwe dooradering
Energietransitie in de kernen
Beleidskader ‘Verdichten en ontdichten van de ruimte’
Bijkomend ruimtebeslag en verharding verminderen en voorkomen
Provincie als klimaatbuffer
Ecosysteemdiensten
Infiltreren in plaats van verharden
De juiste functie op de juiste plek
Op zoek naar systemen (verplaatsen, ruilen)
Agrarische herontwikkeling en zonevreemd ruimtegebruik
Bedrijvigheid
Detailhandel
Energietransitie (met behoud van open ruimte)
Beleidskader ‘Sterke netwerken en mobiliteit’
Bovenlokale ruimtelijke netwerken
Een weergave van locaties die een hoogdynamische ontwikkeling kunnen ontvangen op basis van bereikbaarheid, voorzieningenniveau, gebruiksintensiteit en ruimtelijke context.
Provinciaal ruimtemodel (knoopwaarde-plaatswaarde)
Provinciaal ruimtekompas
Ontwikkelingskansen bepalen door koppeling ruimte en mobiliteit
Criteria voor ontsluiting van een locatie
Ruimtelijke multimodale knopen
Criteria voor de impact van een activiteit op zijn omgeving
Schaal van de functie
Vervoersprofiel van de functie
Doorwerking
Het PBRA is in de eerste plaats de basis voor de eigen, provinciale ruimtelijke plannen en projecten en de opmaak van plannen, visies en realisaties (ook geïnitieerd door andere provinciale diensten).
Anderzijds vormen de beleidskaders, principes en strategieën een provinciaal kader om gemeenten te begeleiden en te sturen in de adviesverlening naar de gemeenten toe, bijvoorbeeld bij de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Argumentatie
Advies ontwerp-PBRA
De gemeente schaart zich achter de langetermijnvisie voor de ruimtelijke ontwikkeling die in de strategische visie van het PBRA wordt beschreven. De vier ruimtelijke principes zijn algemeen en robuust en kunnen op lange termijn blijven doorwerken, ook al verandert de context. De zeven strategieën verwoorden ambities die iedereen samen moet realiseren.
Een aantal vragen worden echter wel gesteld bij de operationele beleidskeuzes voor de middellange termijn die in de verschillende beleidskaders worden beschreven. In de eerste plaats gaat het om de typering van Lint als “stedelijke kern met een randstedelijke rol” in het beleidskader “Levendige kernen”.
Het PBRA stelt dat er in dit type van woonkern “mogelijkheden zijn om kwalitatief te verdichten in combinatie met het realiseren van waardevolle openruimtegebieden. Dit omdat de dichtheden in deze kernen vaak lager liggen dan die in de stedelijke kernen met metropolitane of regionale rol én omdat zij vaak gelegen zijn naast de robuuste open ruimte.”
In de bijlage van het beleidskader wordt beschreven hoe deze typering tot stand is gekomen:
In de eerste plaats wordt gekeken naar de ligging in een afgebakend stedelijk gebied: Lint is gelegen in het gewestelijk RUP “afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen”.
Vervolgens bekijkt men knoop- en plaatswaarde en gebruikersintensiteit. Deze scores werden toegekend op basis van het instrument ‘ruimtekompas’.
Dit instrument wordt beschreven in het beleidskader ‘Sterke netwerken’, als een cijfermatige analyse die een onderbouwing biedt voor een geïntegreerde benadering van ruimtelijke vraagstukken. Het kan helpen om de ruimtelijke toestand van een locatie objectief te beoordelen. De ruimtekompassen maken de bestaande situatie van een plek inzichtelijk en zijn een momentopname. Ze geven een eerste indicatie van de eigenschappen van een plek en zijn positie in het netwerk. Aan de scores wordt geen absolute betekenis gekoppeld, ze dienen om de vergelijking tussen verschillende locaties mogelijk te maken.
Bij de kerntypering in het beleidskader ‘Levendige kernen’ wordt echter net wel een absolute betekenis aan deze scores gekoppeld. Nergens in het ontwerp-PBRA is echter gedocumenteerd welke scores aan Lint zijn toegekend en waarom. Bovendien zijn deze gebaseerd op de huidige gekende gegevens (situatie 2020) en kunnen deze doorheen de tijd veranderen.
Omdat deze typering is opgenomen in de bijlage, is het ook niet duidelijk welk statuut hieraan wordt toegekend: is dit richtinggevend, is dit bindend? De gemeente vraagt zich dan ook af hoeveel ruimte zij nog heeft om haar eigen beleid te bepalen voor de woonkern. Waar willen we nog verdichting toestaan en op welke manier?
De gemeente vraagt dan ook aan de provincie om duidelijk aan te geven in het PBRA dat de toepassing van de kerntypering enkel een toelichtend en illustratief statuut kent en vraagt om inzage in de scores die aan het ruimtekompas van Lint werden toegekend. Enkel op die manier kan het als een bouwsteen voor verder onderzoek worden gebruikt en doorwerken in het gemeentelijk ruimtelijk beleid.
Deze vraag wordt ook onderschreven door de GECORO van Lint (cfr. advies in bijlage).
Advies betreffende onderdelen uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, die niet langer geldig zijn
Naast de adviesvraag over het PBRA zelf loopt een adviesvraag betreffende de aanduiding en omschrijving van onderdelen uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS), die niet langer geldig zijn (zie de nota van de provincie in bijlage). De provincie heeft er voor gekozen om enkele thema’s te selecteren die mogelijks aanleiding geven tot strijdigheid tussen het GRS en het PBRA. Voor de gemeente Lint gaat het over de opties uit het GRS voor het industrieterrein Ganzenbol, meer bepaald:
De optie om de zone slechts gedeeltelijk als bedrijventerrein te ontwikkelen
De optie om de bestemming industrie aan te passen (bv. ook voor KMO en diensten)
De optie om een gedeelte naar woongebied om te vormen
(als bijlage wordt de volledige aanduiding en omschrijving van deze onderdelen toegevoegd)
De gemeente is niet akkoord met deze schrapping en wel om volgende redenen:
De schrapping werd eenzijdig opgemaakt door de provincie zonder enig overleg. De provincie trekt hier letterlijk een streep door de juridische basis voor de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) voor zone Ganzenbol. Dit heeft een bijzondere impact op een lopend planproces, waar de gemeente al veel studiekosten heeft ingebracht en waar al engagementen zijn aangegaan.
De argumentatie die voor deze schrapping wordt gegeven is eenzijdig vanuit een economische invalshoek opgebouwd. Het gaat vooral om het behoud van economische ruimte in de provincie. Op die manier wordt nog steeds vastgehouden aan het gewestplan uit de jaren ’70. Het industrieterrein is destijds opgetekend omwille van de toenmalige aanwezigheid van een fabriek en de idee om langs deze zone een nieuwe hoofdweg te voorzien (de reservatiestrook voor de grote ring rond Antwerpen). Geen van beide elementen is vandaag nog aan de orde.
Ook vanuit andere beleidsdomeinen is het behoud van de bestemming industrie niet gewenst of zelfs niet mogelijk. De ontsluiting van de bedrijven in deze zone is vandaag al problematisch. Grote delen van de paarse zone op het gewestplan zijn bovendien overstromingsgevoelig. Eén van de doelstellingen is dan ook om een groot deel van de harde bestemming om te zetten naar open ruimte. Deze omzetting valt ook duidelijk onder de tweede strategie van het PBRA: het creëren van een samenhangend ecologisch netwerk.
Tot slot dient nog aangegeven te worden dat in het PBRA ook veel bepalingen zijn waarmee de intenties uit het GRS wél in overeenstemming zijn:
In het beleidskader “Sterke Netwerken” lezen we dat hoogdynamische functies (zoals bedrijvigheid) die mobiliteit genereren enkel nog worden gestimuleerd op multimodale vervoersknopen. Zeker voor goederenvervoer is de multimodale ontsluiting op de site Ganzenbol onvoldoende.
Ook het principe van zuinig ruimtegebruik stelt dat bijkomende inname van de open ruimte in de toekomst moet vermeden worden. In het beleidskader “Verdichten en ontdichten” staat dat indien nodig harde bestemmingen naar openruimtebestemmingen kunnen wijzigen.
De gemeente wenst een gedeelte van de bestemming ‘industrie’ voorkomende op het gewestplan te ‘slopen’ en te vervangen door een verweven project. Grotendeels door een zachte, groene bestemming en, zijde Groenstraat, een woonontwikkeling. Het overblijvende gedeelte ‘industrie’ zou herbenoemd worden naar KMO-zone en/of dienstverlenende bedrijven. Het is zeker niet de bedoeling om de economische activiteit te laten uitdoven, maar deze integendeel nieuwe kansen te geven. Het is daarvoor echter noodzakelijk om de bestemming industriegebied en het bijbehorende voorschrift zoals bepaald in het KB van 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen aan te passen en te actualiseren.
Zowel op financieel, ruimtelijk als programmatorisch vlak is een verweven project voor deze site noodzakelijk. De provincie gaat hier voorbij aan een planproces dat al lange tijd loopt en dat de verwevenheid tussen bedrijvigheid, woonontwikkeling en behoud van open ruimte als doelstelling heeft. De bestemming industrie aanpassen is een noodzakelijke voorwaarde voor verweving. Het planproces heeft ook als doelstelling om tot een financieel evenwicht te komen, wat enkel mogelijk is door een gedeeltelijke woonontwikkeling.
Daarnaast heeft de gemeente ook al heel wat kosten gemaakt voor verschillende studies. De gemeente heeft in de periode 2016 -2017 opdracht gegeven aan IGEAN en Groep Omgeving om een voorstel voor een ruimtelijk uitvoeringsplan voor de site Ganzenbol uit te werken (cfr. nota IGEAN in bijlage). Deze opdracht heeft echter niet tot een gedragen visie geleid en werd stopgezet. Eind 2021 werd het planproces hernomen en werd er door het college van burgemeester en schepenen opdracht gegeven aan Value Partners om een nieuwe poging te ondernemen om een gedragen ruimtelijke visie voor deze site uit te werken. Deze opdracht is actueel in uitvoering.
De noodzakelijke herstructurering van het gebied zal enkel mogelijk zijn via een RUP. Door deze operatie ontstaat planschade in een hoegrootheid die niet door de gemeente, als initiatiefnemer, kan worden gedragen. De planbaten uit het voorstel komen evenmin de gemeente toe. De opdracht van Value Partners bestaat er ook in om een financiële break-even situatie tot stand te brengen.
Het verminderen van de harde bestemming t.b.v. economische activiteit kan gecompenseerd worden door een herverkaveling uit kracht van wet met planologische ruil. Dit is echter binnen de gemeentegrenzen niet mogelijk. Dit instrument uit de Instrumentenkoffer Landinrichting is echter wel mogelijk binnen de provinciale grenzen.
Ondertussen zijn er ook al engagementen (bvb. grondverwervingen) aangegaan van partners in dit proces, zoals Natuurpunt, IGEAN, POM en VLM. De gemeente wijst ook op het Charter voor de interbestuurlijke samenwerking voor de "Beleefbare Open Ruimte in de Antwerpse Zuidrand (BORAZ)".
De gemeente vraagt dat de passages in het GRS integraal behouden blijven en dat de provincie hier eerder de gemeente ondersteunt, bijvoorbeeld in het verbeteren van de ontsluiting van de zone, hetgeen sowieso noodzakelijk is, of in het uitwerken van planologische compensatie vanuit haar bovengemeentelijke rol.
Deze vraag wordt ook onderschreven door de GECORO van Lint (cfr. advies in bijlage).
Artikel 2.1.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening - het provinciaal beleidsplan ruimte:
"§ 1. De provincieraad besluit tot de opmaak van een provinciaal beleidsplan ruimte. De deputatie neemt de nodige maatregelen voor de opmaak en de vaststelling ervan.
§ 2. De opmaak van een provinciaal beleidsplan ruimte omvat minstens de volgende stappen:
1° de raadpleging in verschillende fasen van het opmaakproces van de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening;
2° overleg tussen de verschillende bestuursniveaus in verschillende fasen van het opmaakproces;
3° de raadpleging van het publiek in verschillende fasen van het opmaakproces, met inbegrip van een openbaar onderzoek over een voorlopig vastgestelde visie en een voorlopig vastgesteld beleidskader;
4° een voorlopige vaststelling en een definitieve vaststelling door de provincieraad.
Bij de definitieve vaststelling van beleidskaders kan de provincieraad onderdelen van gemeentelijke beleidskaders omschrijven of aanduiden die niet meer geldig zijn. De provincieraad wint hiervoor het advies in van de betrokken gemeenteraad."
Artikel 27 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning (30/03/2018): "de gemeenteraden van de gemeenten in de provincie kunnen uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek een schriftelijk advies over het ontwerp van provinciaal beleidsplan ruimte of het ontwerp van beleidskader bezorgen aan de deputatie."
Enig artikel
De gemeenteraad keurt het advies op het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen zoals opgenomen in de argumentatie goed.
Gemeenteraadsbesluit van 23 juni 1997 inzake de goedkeuring van de oprichting van een dienst "buitenschoolse kinderopvang" en indiening van een aanvraagformulier.
Gemeenteraadsbesluit van 25 november 2008 in verband met de aanpassing van de tarieven.
Collegebesluit van 9 december 2013 inzake uitbreiding openingsuren BKO / huishoudelijk reglement.
Collegebesluit van 16 maart 2015: beslissing met betrekking tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement.
Collegebesluit van 16 januari 2016: beslissing met betrekking tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement.
Collegebesluit van 21 februari 2017: beslissing met betrekking tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement.
Collegebesluit van 21 oktober 2019: beslissing met betrekking tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement.
1. De buitenschoolse kinderopvang is elke avond open tot 18u30. In de onderstaande tabel staan de gemiddeld aantal kinderen aanwezig na 18u00 voor de periode van 1 april 2022 tot en met de herfstvakantie 2022.
| Periode |
Gemiddeld aantal aanwezige kinderen na 18u00 |
| 1.4.2022 - 30.4.2022 |
3.10 |
| 1.5.2022 - 31.5.2022 |
5.15 |
| 1.6.2022 - 30.6.2022 |
3.6 |
| 1.7.2022 - 31.7.2022 |
1.2 (zomervakantie) |
| 1.8.2022 - 31.8.2022 |
1.2 (zomervakantie |
| 1.9.2022 - 30.9.2022 |
2.71 |
| 1.10.2022 - 31.10.2022 |
2.75 |
| 2.11.2022 - 4.11.2022 |
0 (herfstvakantie) |
Deze gemiddelden tonen aan dat er tijdens de schoolvakanties niet veel nood is aan opvang na 18u00.
Tijdens de schoolvakanties is er minder verkeer waardoor ouders minder gebruik maken van de openingstijd tussen 18u00 en 18u30.
We stellen voor om het sluitingsuur tijdens de schoolvakanties vanaf januari 2023 aan te passen als volgt: 18u00 in plaats van 18u30.
Voordelen:
- We verbruiken minder energie (licht en verwarming);
- De job van begeleider in de kinderopvang wordt aantrekkelijker;
- Begeleiders presteren minder uren waardoor ze minder snel over de flextijd heengaan. Dit zijn uren die later weer weggewerkt moeten worden.
Het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001 (BS 27 april 2001) houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang: Art. 2 een initiatief heeft minstens een basisopvangaanbod. Dat is een aanbod van 's morgens 07u00 tot 's avonds 18u00 gedurende ten minste 230 werkdagen per jaar.
Het kwaliteitslabel voor kleuters ingang 1 januari 2021: Art. 4 Een kleuteropvang met een kwaliteitslabel moet maximaal inspelen op de lokale noden. Het opvangaanbod wordt gerealiseerd voor een absolute minimale periode van 200 opvanguren, gespreid over een kalenderjaar. De bedoeling is dat de organisator zelf bekijkt hoe hij dit realiseert binnen één gemeente, eventueel verspreid over meerdere opvanglocaties. Het doel van kleuteropvang is dat gezinnen beroep kunnen doen op een structureel opvangaanbod dat tegemoet komt aan de opvangnoden gedurende een kalenderjaar. Met ‘structureel’ wordt bedoeld dat het aanbod geen tijdelijk gegeven is, maar iets dat jaarlijks terugkeert en waarop gebruikers kunnen rekenen.
Het Lokaal Overleg Kinderopvang besprak tijdens de vergadering van 7 februari 2023 volgende aangepaste items van het huishoudelijk reglement:
Sluitingsuur De Marbollen tijdens de schoolvakanties wordt 18u i.p.v. 18.30u. Reden: tijdens de vakanties wordt er weinig of geen gebruik gemaakt van de opvang na 18u00.
Tijdens de schoolvakanties worden enkel kleuters opgevangen en geen kinderen van het lager onderwijs. Vanaf de zomervakantie 2023 gaan dus ook alle kinderen van het eerste leerjaar naar Knoert, tenzij er extra zorgbehoefte is. Dan blijft dit zeker bespreekbaar. Hierdoor zullen er op dinsdagen en donderdagen meer plaatsen vrijkomen voor de kleuters die opvang nodig hebben en nu soms geweigerd worden wegens volzet. We voldoen daardoor ook aan de voorwaarden van ons kwaliteitslabel voor kleuters. Dit hebben we sinds 1 januari 2022. Hierbij moeten kleuters voorrang krijgen.
Taalbeleid waarrond verplicht door het nieuwe decreet BOA (Buitenschoolse Opvang en Activiteiten) moet gewerkt worden, is mee opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Andere aanpassingen hebben geen invloed op de werking en zijn vooral n.a.v. het nieuwe decreet BOA.
Alle items zijn in overeenstemming met het nieuwe decreet Buitenschoolse Opvang en Activiteiten dat in werking trad op 1 januari 2021
Het Lokaal Overleg Kinderopvang geeft unaniem positief advies over het aangepaste huishoudelijk reglement buitenschoolse opvang.
Artikel 1
De gemeenteraad gaat ermee akkoord om vanaf 1 januari 2023 het sluitingsuur van de buitenschoolse opvang tijdens de schoolvakanties aan te passen als volgt: 18u00 in plaats van 18u30.
Artikel 2
De gemeenteraad gaat ermee akkoord dat vanaf 1 januari 2023 het huishoudelijk reglement in het kader van het nieuwe decreet buitenschoolse opvang en activiteiten is aangepast.
3 januari 2023: e-mail van de heer Van Lint aan de algemeen directeur en info@lint.be met het een verzoekschrift in voor de gemeenteraad namens 10 gezinnen uit Raaiblok, Neerland, Kriekhof en Elsbosken met volgende oplossingen voor de overlast van het speelplein:
De indiener van het verzoekschrift haalt aan dat de buurt ’s avonds toenemende overlast ervaart in verband met dit speelplein en dit vooral sinds de heraanleg ervan medio 2020. De hinder gaat over het geluid van het basketten zelf dat tot in de woon- en slaapkamer hoorbaar zou zijn en dat vooral ’s avonds als storend wordt ervaren. Anderzijds trekt de veldverlichting die tot 23u. blijft branden personen aan van buiten de wijk die voor overlast zorgen (geluid, vandalisme,…).
Daarom stelt de indiener voor om volgende maatregelen toe te passen op het speelterrein:
1. De openingsuren van dit basketbalplein te beperken tot 20 u. ‘s avonds;
2. De veldverlichting rond het basketbalveld ofwel permanent af te koppelen, ofwel ’s avonds na 20 u. te doven.
10 gezinnen staan achter dit verzoekschrift. Het verzoekschrift werd niet ondertekend, noch door de indiener, noch door de opgesomde gezinnen.
In de wijk Roetaard wonen 178 gezinnen. De indieners van het verzoekschrift vertegenwoordigen 5.6 % van het totaal aantal gezinnen in de wijk.
Het college heeft bij de politie navraag gedaan en er blijkt bij de politie geen enkele melding genoteerd te zijn in verband met overlast op het speelterrein Roetaard.
In artikel 304, §2 en 5 van het decreet lokaal bestuur over de voorwaarden voor het indienen van een verzoekschrift.
Artikel 1
De gemeenteraad besluit dat deze materie tot de bevoegdheden van het college behoort.
Artikel 2
De gemeenteraad mandateert het college van burgemeester en schepenen om opnieuw in overleg te gaan met de buurt en te bemiddelen.
Artikel 3
De gemeenteraad adviseert om een ruimere groep dan 10 gezinnen te bevragen.
24 november 2022 – voorstelling SECAP (klimaatactieplan) en adviesvraag naar mogelijke acties en prioriteiten.
19 januari 2023 - bespreking advies KliMiNa-raad.
6 februari 2023 - bespreking SECAP op CBS.
13 februari 2023 - goedkeuring SECAP door CBS.
15 februari 2023 - bespreking KliMiNa-raad.
Naar aanleiding van de engagementsverklaringen Burgemeestersconvenant en het Lokaal Energie en Klimaatpact heeft de Vlaamse Overheid de gemeentebesturen van Vlaanderen de opdracht gegeven om een Sustainable Energy and Climate Action Plan of SECAP op te maken.
Dit SECAP, ook wel het Klimaatactieplan genoemd, dient als een plan om de doelstellingen die in de engagementsverklaring staan te kunnen behalen. Klimaatverstoring stelt ons voor een grote en urgente uitdaging. Het dreigt bestaande risico’s en ongelijkheden te versterken. Het goede nieuws is dat geen enkel klimaatscenario vast staat. Lokaal klimaatbeleid kan de mondiale klimaatverstoring niet in zijn eentje afremmen, maar de klimaattransitie kan ook niet zonder het lokale niveau. De gemeente Lint is ervan overtuigd dat de klimaattransitie meer voor- dan nadelen met zich meebrengt: een betere gezondheid voor burgers, een groenere en aantrekkelijkere leefomgeving, nieuwe jobs in de groene economie en lagere energiekosten.
Door het convenant te ondertekenen, verbindt het lokaal bestuur zich om de lokale CO2-uitstoot met minstens 40% te reduceren tegen 2030 t.o.v. 2011, de lokale veerkracht ten opzichte van de gevolgen van
klimaatverandering te verhogen, en de toegang tot veilige, duurzame en betaalbare, zekere en schone energie te verbeteren. De gemeente staat er echter niet alleen voor. Samen met provincie Antwerpen en
IGEAN, die officieel zijn aangesteld als territoriaal coördinator van het Burgemeestersconvenant, slaan we de handen in elkaar om dit energie- en klimaatplan op te stellen.
Het energie- en klimaatplan is tot stand gekomen door samenwerking met verschillende partners en inwoners van Lint: samenwerking met provincie Antwerpen en Igean, er zijn workshops geweest met ambtenaren, verschillende adviezen van de KliMiNa-raad (de lokale Klimaat-, Milieu- en Natuurraad) en insteken en feedback binnen het lokaal bestuur Lint.
Elke ambtenaar en schepen is mee betrokken want het energie- en klimaatbeleid is bij uitstek een horizontaal thema, met uitdagingen binnen alle domeinen: patrimonium, openbare werken, mobiliteit, lokale
economie, landbouw, sociale zaken…
Als gemeentebestuur staan we het dichtst bij onze inwoners. Het internationale, nationale en Vlaamse niveau zullen uiteraard ook de richting moeten uitzetten maar wij slaan mee de handen in elkaar om onze
burgers over dit alles goed te informeren, sensibiliseren, ondersteunen, stimuleren om met dit alles aan de slag te gaan. We gaan niet voor betutteling en verplichting, want dat heeft vaak een averechts effect. We
gaan voor het creëren van bewustwording en het nemen van verantwoordelijkheid. Het is onze taak om te verbinden.
De acties binnen dit klimaatactieplan worden blijvend opgevolgd en, waar nodig, aangepast om de doelstellingen te kunnen behalen.
Deze evaluatie zal om de 2 jaar gebeuren.
Kristin Goossens zal niet stemmen over het klimaatactieplan SECAP omdat ze het advies van de KliMiNaraad mee vorm gegeven heeft.
Burgemeestersconvenant 2030
Lokaal Energie en Klimaatpact 1.0
Zie bijlage "Eindtekst werkgroepen KliMiNa-raad".
Enig artikel
De gemeenteraad keurt het klimaatactieplan SECAP goed.
Een mandataris kan een eretitel toegekend krijgen als beloning voor de loopbaan.
De toekenning van een eretitel aan een burgemeester is een bevoegdheid van de Vlaamse regering.
De toekenning van een eretitel aan een schepen of raadslid is een bevoegdheid van het lokaal bestuur.
Het toekennen van een eretitel aan mandatarissen van lokaal bestuur Lint werd tot op heden niet geregeld in een reglement.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen:
Artikel 17 §4: De gemeenteraad kan eretitels toekennen aan de gemeenteraadsleden onder de voorwaarden die hij bepaalt.
Artikel 73: Artikel 17,§1, tweede tot vierde lid en §2 tot en met §6, zijn van overeenkomstige toepassing op de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn
Artikel 148: De gemeenteraad kan de eretitels van de schepenen toekennen onder de voorwaarden die hij bepaalt.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt het reglement eretitels mandatarissen goed.
REGLEMENT ERETITELS MANDATARISSEN
Artikel 1
Ere-burgemeester
Het toekennen van de titel van ereburgemeester valt onder de bevoegdheid van de Vlaamse overheid en wordt geregeld volgens de voorwaarden zoals bepaald door de Vlaamse overheid.
Artikel 2
Toekenningsvoorwaarden
§1 Ereschepen/Erelid vast bureau
Om de titel van ereschepen/erelid vast bureau te krijgen moet de aftredend schepen/lid vast bureau:
Gedurende ten minste 12 jaar een uitvoerend mandaat (schepen / lid vast bureau / burgemeester) hebben bekleed bij de gemeente Lint;
Van onberispelijk gedrag zijn.
§2 Ereraadslid
Om de titel van ereraadslid te krijgen moet het aftredend raadslid:
Gedurende ten minste 18 jaar gezeteld hebben in de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn / Bijzonder comité voor de sociale dienst (BCSD) van de gemeente Lint.
De jaren als lid van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn worden in voorkomend geval enkel opgeteld voor de jaren vóór 1 januari 2019;
Van onberispelijk gedrag zijn.
Artikel 3
De ambtstermijnen zoals vermeld in artikel 2 hoeven niet aaneensluitend te zijn.
Er wordt geteld hoeveel maanden betrokkene schepen of raadslid is geweest. Het aantal maanden wordt gedeeld door 12 om het aantal jaar te kunnen berekenen. De maand van eedaflegging en de maand waarin de raad kennis heeft genomen van het ontslag tellen volledig mee.
Artikel 4
Onder onberispelijk gedrag zoals vermeld in artikel 2 wordt verstaan het ontbreken van een zware strafrechtelijke veroordeling, een zware tuchtstraf of andere erg onterende feitelijkheden.
Artikel 5
Aanvraagprocedure
§1 De titel van ereschepen of ereraadslid kan enkel na afloop van het mandaat als schepen of raadslid worden aangevraagd door:
§2 Het schriftelijk verzoek wordt gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn met vermelding van het aantal relevante jaren en een getuigschrift van goed zedelijk gedrag dat niet ouder is dan 1 maand. Indien het een aanvraag betreft voor een overleden persoon dan mag het uittreksel niet ouder zijn dan 6 maanden.
§3 De voorzitter onderzoekt of de aanvraag in overeenstemming is met het reglement.
Artikel 6
Bevoegdheid
§1 De gemeenteraad is bevoegd voor het toekennen van eretitels voor schepenen en gemeenteraadsleden.
De OCMW-raad is bevoegd voor het toekennen van eretitels voor leden van het vast bureau en leden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
§2 De raad neemt de beslissing in openbare zitting bij eenvoudige meerderheid van de stemmen.
Artikel 7
Voorrangsregels
§1 Eretitels kunnen niet samen gedragen worden. Na het bekomen van een hogere titel kan geen lagere titel meer toegekend worden. Wanneer de hogere titel wordt toegekend, mag de lagere titel niet meer worden gedragen.
§2 De titel van ereburgemeester heeft voorrang op de titel van ereschepen.
De titel van ereschepen heeft voorrang op de titel van ereraadslid.
De titel van eregemeenteraadslid heeft voorrang op de titel van erelid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 8
Uitsluitingsgronden
§1 De titel van ereschepen of ereraadslid mag niet gevoerd worden door personen die een mandaat bekleden bij de gemeente of het OCMW van Lint of er personeelslid zijn.
§2 De raad kan de titel intrekken als de betrokkene een zware strafrechtelijke veroordeling of een tuchtstraf oploopt of erg onterende feitelijkheden begaat. Intrekking gebeurt bij geheime stemming.
Artikel 9
Bijzonderheden
§1 De eretitel is een symbolische erkenning waar geen materiële of immateriële voordelen aan verbonden zijn.
§2 Iedere mandataris die overeenkomstig onderhavig reglement een eretitel bekomt, zal vanwege de gemeente een passende attentie ontvangen.
In voorkomend geval kan de attentie ook postuum worden overhandigd aan de erfgenamen van de in aanmerking komende personen.
Artikel 10
Overgangsmaatregel
§1 Als overgangsmaatregel kan een eretitel toegekend worden aan een lid van het schepencollege, vast bureau, gemeenteraad of raad voor maatschappelijk welzijn die voor 2018 een mandaat bekleedde en in aanmerking komt voor één van bovenstaande eretitels.
§2 De aanvraag gebeurt zoals vastgelegd in artikel 5 - Aanvraagprocedure.
Artikel 11
Dit reglement treedt in voege op 1 maart 2023.
Gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019 in verband met de goedkeuring meerjarenplanning 2020-2025.
In het kader van de opdracht “Raamovereenkomst voor het uitvoeren op afroep van diverse loodgieterijwerken voor de gemeente Lint” werd een bestek met nr. 2023-003 opgesteld door Gemeente Lint.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 16.960,00 excl. btw of € 20.521,60 incl. 21% btw. per jaar.
Een raamovereenkomst is een langlopende opdracht van één tot meestal vier jaar, waarbij een kader wordt gecreëerd dat herhaalde deelopdrachten mogelijk maakt. De deelplaatsingen worden volgens de behoeften van het moment bepaald.
De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 48 maanden (1 jaar met 3x stilzwijgende verlenging)
Elke afzonderlijke afroep zal het voorwerp uitmaken van een bestelbon.
Naast een administratieve besparing levert de raamovereenkomst ook een organisatorische verbetering op: gedurende de looptijd van het contract is er een vast aanspreekpunt, zonder voortdurende verandering van leverancier/ bedrijf.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De opdracht wordt beschouwd als een opdracht tegen prijslijst.
De opdracht tegen prijslijst is een opdracht waarbij de eenheidsprijzen voor de verschillende posten forfaitair zijn en de hoeveelheden, voor zover er hoeveelheden voor de posten worden bepaald, vermoedelijk zijn of worden uitgedrukt binnen een vork. De posten worden verrekend op basis van de werkelijk bestelde en gepresteerde hoeveelheden.
De opdracht wordt gegund op basis van de eenheidsprijzen opgegeven in de offerte. Bij het opstellen van de lastvoorwaarden van deze opdracht beschikt de aanbestedende overheid nog niet over de exact benodigde hoeveelheden. Daarom zijn de vermoedelijke hoeveelheden louter indicatief. Zij binden het bestuur op geen enkele wijze. De opdrachtnemer kan geen schadevergoeding eisen indien deze vermoedelijke hoeveelheden niet bereikt worden.
Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 22 maart 2023 om 10u00 voorgesteld.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet) en artikel 43.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De kosten van het onderhoud, herstelling van loodgieterijwerken worden geraamd ongeveer € 20.521,60 incl. 21% btw. jaarbasis, verspreid over diverse budgetten (afhankelijk van de locatie installatie).
Artikel 1
Het bestek met nr. 2023-003 en de raming voor de opdracht “Raamovereenkomst voor het uitvoeren op afroep van diverse loodgieterijwerken voor de gemeente Lint”, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 16.960,00 excl. btw of € 20.521,60 incl. 21% btw.
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3
Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
- Gaselint, Lerenveld 26a te 2547 Lint;
- Aservis, Bouwenstraat 26 te 2547 Lint;
- Jürgen Van Keilegom BVBA, Lerenveld 9 te 2547 Lint;
- ASC-De Keersmaecker, Ganzenbollaan 30 te 2550 Kontich;
- Dupont, Haverlaan 12 te 2500 Lier.
Artikel 4
De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 22 maart 2023 om 10u00.
Gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019 in verband met de goedkeuring meerjarenplanning 2020-2025.
In het kader van de opdracht “raamovereenkomst maaien gazons” werd een bestek met nr. 2023-005 opgesteld door de Technische Dienst en Aankoop.
Deze opdracht is opgedeeld in volgende posten:
- Post 1: Grasbermen - 15 maaibeurten, raming: € 1.701,37 excl. btw of € 2.058,66 incl. 21% btw;
15x € 2.058,66 incl. 21% btw = € 30.879,90 incl. 21% btw per maaiseizoen
- Post 2 - Graspleinen - 25 maaibeurten, raming: € 1.524,03 excl. btw of € 1.844,08 incl. 21% btw;
25x € 1.844,08 incl. 21% btw = € 46.102,00 incl. 21% btw per maaiseizoen
- Post 3 - Graspleinen - 25 maaibeurten, raming: € 925,84 excl. btw of € 1.120,27 incl. 21% btw;
25x € 1.120,27 incl. 21% btw = € 28.006,75 incl. 21% btw per maaiseizoen
- Post 4- Extensief 1x/j, raming: € 8.585,50 excl. btw of € 10.388,46 incl. 21% btw;
1x € 10.388,46 incl. 21% btw = € 10.388,46 incl. 21% btw per maaiseizoen
- Post 5 - Extensief 2x/j, raming: € 1.619,50 excl. btw of € 1.959,60 incl. 21% btw;
2x € 1.959,60 incl. 21% btw = € 3.919,20 incl. 21% btw per maaiseizoen
- Post 6 - Extensief 3x/j, raming: € 1.560,00 excl. btw of € 1.887,60 incl. 21% btw;
3x € 1.887,60 incl. 21% btw = € 5.662,80 incl. 21% btw per maaiseizoen
- Post 7 - Graspleinen bij kinderopvang + Luitersheide , raming: € 323,84 excl. btw of € 391,85 incl. 21% btw;
16x € 391,85 incl. 21% btw = € 6.269,60 incl. 21% btw per maaiseizoen
- Post 8 - De Wilg, raming: € 732,55 excl. btw of € 886,39 incl. 21% btw.
3x € 886,39 incl. 21% btw = € 2.659,17 incl. 21% btw per maaiseizoen
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 110.651,14 excl. btw of € 133.887,88 incl. 21% btw.
De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 12 maanden (1 jaar of 1 maaiseizoen)
Naast een administratieve besparing levert de raamovereenkomst ook een organisatorische verbetering op: gedurende de looptijd van het contract is er een vast aanspreekpunt, zonder voortdurende verandering van leverancier/ bedrijf.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 13 maart 2023 om 10u00 voorgesteld.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
Dienstjaar: 2023
Actie en omschrijving: AC000073
MJP nummer: MJP 000473
Beleidsveld: 0680 groene ruimte
Algemene rekening en omschrijving: 61319999 andere erelonen en vergoedingen voor prestaties van derden
| Begroting |
Beschikbaar |
Uitgave |
Saldo |
| € |
180.000 € |
133.877,88 € |
46.122,12 € |
Artikel 1
Het bestek met nr. 2023-005 en de raming voor de opdracht “raamovereenkomst maaien gazons”, opgesteld door de Technische Dienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 110.651,14 excl. btw of € 133.887,88 incl. 21% btw.
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3
Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
- A Kwadraat, Everdongenlaan 27 te 2300 Turnhout;
- NATUURWERK VZW, Campus Blairon 714 te 2300 Turnhout;
- MIVAS VZW, Plaslaar 41 te 2500 Lier;
- DE TUINMAN-TUINAANNEMINGEN BVBA, Uitbreidingstraat 6C te 2547 Lint;
- ACG VZW, Middelmolenlaan 148 te 2100 Antwerpen;
- WEERWERK VZW, Deurnestraat 208 te 2640 Mortsel.
Artikel 4
De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 13 maart 2023 om 10u00.
Subsidies en reglementen vrije tijd knelpunten:
- Verenigingen die uit de boot vallen (bv. bridge);
- Complexiteit;
- Verschillen tussen cultuur, jeugd en sport.
Traject:
- Digitale bevraging Lintse tanden;
- Lintse tanden rond verenigingen (zie verslag);
- Good practices Mortsel, Brecht en Oostkamp,...
Uitgangspunten:
- Vereenvoudiging en transparantie;
- Online indienen;
- Basissubsidie en subsidie op basis van engagement.
Conclusies:
Op basis hiervan komen we tot een nieuw erkennings- en subsidiereglement voor vrije tijd.
Het subsidiereglement werkt met en basis- en engagementssubsidie. Het voorstel voor de engagementscriteria is terug te vinden in bijlage.
Data over subsidies:
Hoe het was:
|
|
Van… tot… |
indiendata |
uitbetalingsdata |
| Sport (verenigingen) |
september vorig jaar tot augustus huidig jaar (‘het voorbije sportseizoen’) |
15 september huidig jaar |
januari volgende jaar |
| Jeugdwerk (verenigingen) |
september vorig jaar tot augustus huidig jaar (‘het voorbije werkjaar-schooljaar’) |
31 oktober huidig jaar |
januari volgend jaar |
| Cultuur (verenigingen) |
voorbije kalenderjaar |
1 maart huidig jaar |
augustus/september huidig jaar |
Laatste subsidies die zijn aangevraagd/uitbetaald:
|
|
Van… tot… |
indiendata |
uitbetalingsdata |
| Sport |
september 2021- augustus 2022 |
15 september 2022 |
januari 2023 |
| Jeugdwerk |
september 2021- augustus 2022 |
31 oktober 2022 |
januari 2023 |
| Cultuur |
forfaitair bedrag door corona |
nog niet ingediend in 2023 voor kalenderjaar 2022 |
in 2023 |
Waar we naartoe willen:
|
|
Van… tot… |
indiendata |
uitbetalingsdata |
| Cultuur, jeugd en sportverenigingen |
september vorig jaar tot augustus huidig jaar (‘het voorbije seizoen/schooljaar) |
1 oktober huidig jaar |
januari volgende jaar |
| Concreet volgende dossier dat wordt ingediend: |
september 2022 tot augustus 2023 |
1 oktober 2023 |
januari 2024 |
Gevolg: Culturele verenigingen dienen in tegen 1 oktober 2023. Ze krijgen met deze berekening één keer uitbetaald in 2023 en één keer uitbetaald in 2024.
Positief advies ontvangen van MAT 31/1.
Positief advies ontvangen van de jeugdraad 1/2.
Positief advies ontvangen van de vrijetijdsraad 6/2.
Artikel 1
De gemeenteraad gaat akkoord het subsidiereglement en huishoudelijk reglement van de cultuurraad Lint in te trekken.
Artikel 2
De gemeenteraad gaat akkoord het gemeentelijk subsidiereglement jeugdwerk in te trekken.
Artikel 3
De gemeenteraad gaat akkoord het gemeentelijk subsidiereglement sportverenigingen in te trekken.
Artikel 4
De gemeenteraad gaat akkoord dat als overgangsmaatregel culturele verenigingen kunnen indienen tegen 1 oktober 2023. Ze krijgen met deze berekening één keer uitbetaald in 2023 en één keer uitbetaald in 2024.
Artikel 5
De gemeenteraad keurt het nieuwe erkenningsreglement vrije tijd goed:
ERKENNINGSREGLEMENT VRIJE TIJD
Artikel 1
Om als Lintse vrijetijdsvereniging erkend te kunnen worden, dient de vereniging aan volgende voorwaarden te voldoen:
De erkenningsprocedure:
Artikel 2
Deze erkenning is niet beperkt in de tijd. De enige voorwaarde is dat de vereniging blijft voldoen aan de voorwaarden in artikel 1 opgesomd.
Artikel 3
Verenigingen die in het verleden reeds door de Gemeente Lint werden erkend volgens de erkenningsreglementen van jeugd, cultuur en sport behouden hun eerdere erkenning. Deze verenigingen hoeven geen nieuwe aanvraag tot erkenning in te dienen.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen machtigt de Lintse vrijetijdsdienst tot controle van de erkenningsaanvragen.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement en wordt ertoe gemachtigd in alle onvoorziene gevallen de nodige beslissingen te nemen.
De gemeenteraad keurt het nieuwe subsidiereglement vrije tijd goed.
SUBSIDIEREGLEMENT VRIJE TIJD
Artikel 1
Met ingang van 1 maart 2023 wordt een gemeentelijke subsidie aan de erkende vrijetijdsverenigingen toegekend. Onder erkende vrijetijdsvereniging wordt begrepen elke vereniging die door Gemeente Lint erkend is op basis van de voorwaarden die in het gemeentelijke erkenningsreglement voor vrijetijdsverenigingen opgenomen zijn.
Artikel 2
De subsidie voor de erkende verenigingen wordt elk jaar opnieuw berekend. Voor bestaande erkende verenigingen die een aanvraag indienen, wordt een streefbedrag bepaald. Dit streefbedrag is het gemiddelde van de gemeentelijke subsidie die de vereniging de laatste drie jaren heeft ontvangen. De corona uitbetalingsjaren 2021 en 2022 tellen niet mee voor het bepalen van dit streefbedrag. Het college van burgemeester en schepenen legt – op advies van de administratie – het streefbedrag vast.
Voor nieuwe erkende verenigingen die een aanvraag indienen, wordt vanuit de administratie een streefbedrag op basis van een vergelijking met een soortgelijke bestaande Lintse vereniging voorgesteld. Indien geen soortgelijke vereniging op de gemeente actief is, kan op basis van het ingediende dossier (dat minstens een motivatienota en een begroting bevat) de administratie een streefbedrag voorstellen. Het college van burgemeester en schepenen legt – op advies van de administratie – het streefbedrag vast.
Artikel 3
Het bepalen van de effectieve gemeentelijke subsidie gebeurt op basis van het streefbedrag. De gemeente garandeert de uitbetaling van 60% van dit streefbedrag als basissubsidie. Deze basissubsidie kan aangevuld worden met een engagementssubsidie.
Deze engagementssubsidie bedraagt maximaal 40% van het streefbedrag. De grootte van deze engagementssubsidie wordt bepaald door het engagement dat de vereniging opneemt om invulling te geven aan de criteria die aansluiten bij de maatschappelijke doelstellingen van de gemeente.
Artikel 4
De criteria voor het verkrijgen van de engagementssubsidie worden na advies van de vrijetijdsraad en de jeugdraad door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld. De lijst van de criteria zal bij het online aanvraagformulier van de toelage worden gevoegd.
De lijst van de criteria en acties wordt tweejaarlijks geëvalueerd en waar nodig of wenselijk bijgestuurd.
Artikel 5
De aanvraag tot subsidiëring van het voorbije werkjaar (1 september van het vorige jaar tot 31 augustus van het lopende jaar) wordt jaarlijks voor 1 oktober digitaal ingediend bij de vrijetijdsdienst.
Artikel 6
De uitbetaling van de subsidies gebeurt in januari van het eerstvolgende kalenderjaar.
De bekomen subsidie is niet te cumuleren met andere tegemoetkomingen die via andere gemeentelijke raden voor hetzelfde doel zouden worden toegekend.
Artikel 7
De gemeente vertrekt bij het toekennen van de subsidie vanuit een vertrouwensrelatie met de vereniging die een engagement heeft opgenomen om acties te ontwikkelen binnen het kader van de gekozen criteria. Indien uit overleg met een vereniging blijkt dat de vereniging zijn opgenomen engagement niet nakomt, dan kan het college van burgemeester en schepenen op advies van de administratie beslissen de toelage voor het komende jaar of jaren geheel of gedeeltelijk niet toe te kennen.
Artikel 8
Als blijkt dat een vereniging zodanig gewijzigd is wat betreft ledenaantal en werking en dat de gemeentelijke subsidie niet meer overeenkomstig blijkt te zijn, dan kan het college van burgemeester en schepenen op advies van de administratie beslissen een aangepaste basissubsidie vast te stellen in verhouding met vergelijkbare verenigingen in de gemeente.
Artikel 9
Het college van burgemeester en schepenen machtigt de Lintse vrijetijdsdienst tot controle van de subsidieaanvragen.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement en wordt ertoe gemachtigd in alle onvoorziene gevallen de nodige beslissingen te nemen.
Mail d.d. 23 februari 2023 van Hans Verreyt, raadslid Groen met betrekking tot gemeentelijke huurpremie.
Argumentatie
Veel gezinnen maar ook alleenstaanden die op de wachtlijst voor een sociale woning staan, kunnen in tussentijd niet anders dan huren op de private markt. Dat neemt voor veel huurders een grote hap uit het maandbudget. De coronacrisis en de hoge prijzen op de private huurmarkt hebben het voor veel huurders nog moeilijker gemaakt. Dit geldt zeker voor Lint waar de huurprijzen boven het Vlaamse gemiddelde liggen. https://gemeente-stadsmonitor.vlaanderen.be/gemeente.
Als deze huurders minstens 4 jaar ononderbroken ingeschreven zijn op de wachtlijst voor een sociale huurwoning bij een sociale huisvestingsmaatschappij werkzaam in Lint hebben ze recht op een Vlaamse huurpremie. De groep die minder dan 4 jaar op deze wachtlijst staat, heeft daardoor geen recht op deze premie en heeft een verhoogd risico om in armoede te belanden.
Het voorstel
Daarom stellen we voor dat er een Lintse gemeentelijke huurpremie komt voor huurders die 1 jaar op de wachtlijst staan. Deze premie heeft in ons voorstel dezelfde toekenningsvoorwaarden en kent dezelfde bedragen toe als de Vlaamse huurpremie. Enkel de wachttijdvoorwaarde is afwijkend.
Afstemming met de Vlaamse huurpremie en huursubsidie.
Het OCMW van Lint zal de Lintse huurpremie enkel inzetten als er geen Vlaamse financiële ondersteuning mogelijk is. Omdat we de beschikbare lokale middelen willen inzetten daar waar ze het meest nodig zijn, zal wie 4 jaar op de wachtlijst staat en daardoor recht krijgt op een Vlaamse huurpremie of ondertussen recht heeft op een Vlaamse huursubsidie, in ons voorstel niet langer in aanmerking komen voor de Lintse huurpremie.
Startdatum
Om de administratie de nodige tijd te geven om dit systeem voor te bereiden stellen we voor om deze huurpremie te laten ingaan op 1 juni 2023. Wie in aanmerking komt, zal daarvan via een brief op de hoogte gebracht worden.
Budget
We zien in de cijfers van het aantal ingeschrevenen bij de DIW dat de financiële last voor de gemeente eerder beperkt zal zijn en vragen dat het OCMW van Lint de komende jaren jaarlijks de nodige middelen vrijmaakt voor deze Lintse huurpremie. Zie bijlage: ka-gezin-inschrdat-LINT_9
Voorstel van besluit:
Artikel 1
De gemeente Lint voert een gemeentelijke huurpremie in voor huurders die ingeschreven zijn op de wachtlijst voor een sociale huurwoning bij de sociale huisvestingsmaatschappij (woonmaatschappij) werkzaam in Lint en geen recht hebben op een Vlaamse huurpremie omdat ze niet voldoen aan de voorwaarde van 4 jaar ingeschreven te zijn.
Artikel 2
De toegekende bedragen en de toekenningsvoorwaarden ervan zijn dezelfde als voor de Vlaamse huurpremie, enkel de wachttijdvoorwaarde is verschillend.
Artikel 3
Het recht op de gemeentelijke huurpremie vervalt vanaf het ogenblik dat de rechthebbende een Vlaamse huurpremie kan aanvragen of recht heeft op een huursubsidie. Eventuele gecumuleerde uitkeringen dienen terugbetaald te worden.
Artikel 4
Het systeem van de gemeentelijke huurpremie gaat in op 1 juni 2023.
Artikel 5
Wie recht heeft op deze huurpremie zal per brief op de hoogte gebracht worden.
Agendapunt wordt verdaagd.
Mail ontvangen d.d. 23 februari 2023 van Luc van Geyte van Open Vld Lint met betrekking tot Lokaal Energie en Klimaatpact - Pactportaal.
Na de hitte en de droogte afgelopen zomer, toonden ook de uitzonderlijk hoge temperaturen van de afgelopen weken nog maar eens de klimaatuitdaging aan die op ons afkomt. Die uitdaging zullen we enkel het hoofd kunnen bieden als we met zijn allen de handen in elkaar slaan. Burgers, bedrijven en overheden. De overheden die hierin voorop lopen en een echt verschil kunnen maken, zijn de lokale besturen. Zij kennen immers alle spelers op het terrein -burgers, verenigingen, coöperaties en ga zo maar door- en zijn in staat om hen bij elkaar te brengen om concrete acties op poten te zetten.
Het Lokaal Energie en Klimaatpact is een instrument, aangereikt door de Vlaamse overheid, dat ambitieuze lokale besturen op het vlak van klimaat ondersteunt. Het vertaalt klimaatambities in heel concrete doelstellingen. Tegen 2030 willen we bijvoorbeeld één extra boom per inwoner, 50 collectieve renovaties per 1.000 wooneenheden, één laadpunt per 100 inwoners en één kubieke meter extra regenwateropvang per inwoner. Vlaanderen trekt hiervoor € 25 miljoen uit.
Lint is één van de 293 steden en gemeenten in Vlaanderen die dit pact ondertekend heeft en zich geëngageerd heeft om in ze zetten op meer groen, blauw, duurzame energie en deelmobiliteit. Sterker nog, Lint ontving hiervoor € 28.516,31.
Eén van de voorwaarden die hieraan verbonden is, is een jaarlijkse rapportage. Op die manier kan de vooruitgang die geboekt wordt ook in kaart gebracht worden. In het Pactportaal kunnen lokale besturen hun realisaties ingeven, en dat op een enorm laagdrempelige manier. Denk bijvoorbeeld maar aan het aantal bomen die afgelopen jaar geplant werden. En ook burgers en bedrijven kunnen er bijdragen aan de tellers. Alleen blijkt nu dat er voor Lint in het pactportaal de nodige cijfers ontbreken.
Open VLD Lint vraagt bevoegde schepen daarom om een actuele stand van zaken te bieden inzake de initiatieven die genomen zijn in het kader van het Lokaal Energie en Klimaatpact en de resultaten die hier het afgelopen jaar uit voort gekomen zijn.
(zie ook de bijlage)
Artikel 1
De gemeenteraad ontvangt een overzicht van de initiatieven die het afgelopen jaar genomen zijn in het kader van
het Lokaal Energie en Klimaatpact.
Artikel 2
De gemeenteraad ontvangt een overzicht van de resultaten die geboekt zijn op elk van de vier werven in het LEKP.
Artikel 3
De gemeenteraad vraagt om zo snel mogelijk deze cijfers op te laden op het pactportaal.
Mail d.d. 25 januari 2023 van Hans Verreyt, raadslid Groen met betrekking tot duurzame natuursteen in Lint.
De winning en verwerking van natuursteen gebeurt in Azië, Afrika en Latijns-Amerika te vaak onder omstandigheden waarbij de mensen- en arbeidsrechten met de voeten getreden worden en het milieu wordt geschaad. Uiteraard zijn er ook bedrijven, die wel hun verantwoordelijkheid nemen, maar zij zien dit niet vertaald in betere kansen bij overheidsopdrachten. Daarom heeft de natuursteensector in Vlaanderen en in Nederland het initiatief genomen om het TruStone initiatief op te starten. Concreet pakken de ondertekenaars van TruStone problemen zoals kinderarbeid, gedwongen arbeid, gebrek aan vakbondsvrijheid en veiligheid en gezondheid in de keten van de natuursteen aan. Ze doen dat door zich te engageren tot een meer duurzame en verantwoordelijke productie en inkoop van natuursteen. Lokale besturen zijn natuurlijk ook een belangrijke afnemer van natuursteen en worden daarom gevraagd om zich bij het initiatief aan te sluiten. In onze regio sloten de lokale besturen van Kontich, Mechelen, Berlaar, Duffel en Boechout zich al bij dit initiatief aan. Zo geven deze lokale besturen niet alleen het signaal dat ze veel belang hechten aan maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar engageren ze zich ook om in overheidsopdrachten die natuursteen omvatten steeds clausules op te nemen, die stellen dat de leverancier zijn keten inzichtelijk moet maken en mogelijk mistoestanden moet aanpakken. Ook in Lint is natuursteen op een aantal plaatsen in het straatbeeld aanwezig. Bovendien zijn er het komende decennium nog meer werken in de gemeente te verwachten. Daarom stellen we voor dat het lokaal bestuur Lint zich aansluit bij het initiatief TruStone. Hoe staat de gemeenteraad ten opzichte van dit initiatief?
Zie bijlage: Verklaring Initiatief Trustone voor lokale besturen.
Meer info: https://www.imvoconvenanten.nl/nl/natuursteen
https://www.imvoconvenanten.nl/nl/natuursteen/initiatief/-/media/1A7B0F7A700344D6A38DC5204CB5A894.ashx
Enig artikel
De gemeenteraad keurt het initiatief Trustone voor lokale besturen goed en vraagt het CBS om via de nodige documenten in te tekenen op dit initiatief.
Mail ontvangen d.d. 23 februari 2023 van Luc van Geyte, raadslid Open Vld Lint met betrekking tot Structurele 'minder hinder' aanpak bij wegenwerken.
De gemeente voert regelmatig wegenwerken uit. Zo waren er de werken in de Statiestraat, de werken vorig jaar op de Liersesteenweg en nu de eerste fasen van de werken Liersesteenweg. Daarna volgen de volgende fasen vanaf Lerenveld tot grens Lier, de Bossenstraat en de Duffelsesteenweg. Dat deze werken impact hebben op de handelaars die in de omgeving van de werken gevestigd zijn, spreekt voor zich: handelszaken zijn minder bereikbaar voor leveranciers en zichtbaar voor klanten. Handelszaken die gedurende een lange periode te maken hebben met openbare werken in hun onmiddellijke omgeving, zien het effect daarop in hun omzetcijfers.
MINDER HINDER AANPAK
Werken zonder hinder is niet mogelijk. Toch is het belangrijk om de hinder voor de weggebruikers, omwonenden en ondernemingen maximaal te beperken. Hiervoor heeft het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), in samenwerking met het expertisecentrum Smart Mobility en het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw (OCW), een Minder Hinder draaiboek en een Minder-hinder toets uitgewerkt voor een uniforme en transparante aanpak van hinder bij zowel grote als kleine wegenwerken, op hoofdwegen en secundaire wegen, op drukke kruispunten en stille buurtpleinen. https:// wegenenverkeer.be/zakelijk/minder-hinder/definities Voor Open Vld Lint moet een ‘Minder Hinder’ aanpak integraal deel uitmaken van elk project en moet men zo vroeg mogelijk starten met de uitwerking van de minder-hinderstrategie. Al vanaf de conceptfase kan Minder Hinder opgenomen worden in het project. Tijdens het verloop van de werkzaamheden blijft de hinderbeperking opgevolgd, onder meer door de maatregelen te monitoren en door de communicatie regelmatig bij te sturen.
MINDER HINDER PREMIE
Daarnaast voorziet VLAIO ook in een hinderpremie en sluitingspremie bij hinder openbare werken: https://www.vlaio.be/ nl/subsidies-financiering/hinderpremie 2023/079
BESTEMMINGSSIGNALISATIE
Het is dus essentieel dat er voor de start van de werken nagedacht wordt over de bereikbaarheid van de ondernemers tijdens de werken. Zeker bij langdurige werken kan dit het verschil maken tussen het wel of niet overleven van sommige handelszaken. De bestemmingssignalisatie is echter maar een klein deel van de totale aanpak naar ondernemers. Ook een goede communicatie die de ondernemers, hun klanten en leveranciers optimaal informeert is broodnodig. Deze communicatie vormt het verlengde van een uitgewerkte bestemmingssignalisatie. Ze moet klanten en leveranciers duidelijk maken hoe ze ter plaatse geraken, bijvoorbeeld via omleidingsplannen, en vooral het gevoel geven dat de onderneming wel degelijk bereikbaar is. Die communicatie moet vooral positief zijn. Zeg dus niet: “we zijn moeilijk bereikbaar”, maar wel: “we zijn bereikbaar via de omleiding.” In de praktijk zien we vaak een te beperkt (of zelfs geen) communicatiesysteem. Het gevolg is dan dat heel wat verkeer zich op plaatsen begeeft waar het eigenlijk niet zou moeten zijn: auto’s die zich vastrijden in de werf, vrachtwagens die in straten uitkomen waar ze écht niet thuishoren ... Samen werken aan een goed systeem is dus écht belangrijk. Het meest gekende bord binnen de bereikbaarheidscommunicatie is ‘handelaars bereikbaar’. Dit is een even simpele als holle term. Klanten weten dat de handelaars bereikbaar zijn, maar de vraag is op welke manier? Te voet zal het doorgaans wel lukken, maar met de wagen is een ander paar mouwen. Door de werfzone rijden, zeker tijdens de werkuren, is af te raden.
EIGEN BORDJES ZIJN GEEN GOED IDEE
Een gebrek aan goede bestemmingssignalisatie is vaak de aanleiding voor ondernemers om zelf aan de slag te gaan. Ze laten eigen bordjes maken, hangen die op en zien ze soms ook binnen de kortste keren weer verdwijnen. De meerwaarde van zo’n bordjes is vaak twijfelachtig, zeker wanneer meerdere ondernemers hetzelfde idee hebben. Want zo’n bos van bordjes is totaal onoverzichtelijk. Bestuurders zijn dan ook meer bezig met zoeken naar het juiste bordjes dan met rijden. Bovendien krijgen we te maken met sluipverkeer op straten die hier misschien niet voor geschikt zijn. Wat mag dan wel? Mogen we bordjes ophangen en waar mag dit? In de eerste plaats is de regel: je mag geen eigen bordjes ophangen zonder de nodige toestemmingen van het gemeentebestuur of het Agentschap Wegen en Verkeer, als het gaat over werken op een gewestweg. Maar ook als je de toestemming hebt gekregen mogen de bordjes niet aan de officiële signalisatie of wegafsluitingen hangen. Want die borden moeten steeds goed zichtbaar blijven. Men geeft steeds de voorkeur aan een duidelijk uitgewerkt systeem, in samenspraak met de lokale ondernemers.
GOEDE BESTEMMINGSSIGNALISATIE: DUIDELIJK - ORANJE BORDEN
Een bestemmingssignalisatieplan moet in de eerste plaats duidelijk zijn. Maak het niet te ingewikkeld, maar maak in één oogopslag duidelijk tot waar weggebruikers kunnen geraken. Dus, bij voorkeur met een systeem van oranje borden, zoals beschreven in het dienstorder. Oranje borden zijn een constante bij wegenwerken, daarom trekken ze ook meer de aandacht dan andere kleuren. De weggebruiker weet namelijk dat deze borden van belang zijn in deze situatie. We willen dat de informatie beperkt, maar toch duidelijk wordt weergeven. En we streven naar een maximale geleiding van het verkeer, bijvoorbeeld naar de best bereikbare parking.
Artikel 1
De gemeenteraad vraagt het college om bij zowel grote als kleine wegenwerken steeds gebruik te maken van het ‘Minder hinder draaiboek’ en de ‘Minder-hinder toets’ om een minder-hinder strategie bij wegenwerken uit te werken en uit te rollen.
Artikel 2
De gemeente brengt de getroffen handelaars, zelfstandigen en vrije beroepen op de hoogte van het bestaan van de hinderpremie en sluitingspremie.
Artikel 3
De gemeenteraad vraagt het college om samen met de getroffen handelaars een goede en duidelijke bestemmingssignalisatie te voorzien, omleidingsplannen te voorzien en deze te onderbouwen met positieve communicatie.
Mail ontvangen d.d. 23 februari 2023 van Sofie Van Wesemael, raadslid Open Vld Lint met betrekking tot gemeenschapsdienst.
Toelichting:
De Vlaamse regering maakt 5 miljoen euro vrij voor steden en gemeenten die gemeenschapsdienst willen invoeren om langdurig werkzoekenden te activeren. Sinds 1 januari kunnen lokale besturen die een project indienen rekenen op financiële ondersteuning. Die ondersteuning is afhankelijk van het aantal leerwerkplekken dat een lokaal bestuur inricht met het bijhorend aantal mentoren. Concreet gaat het om volgende aantallen en bedragen:
| Aantal werkplekken | Minimum aantal opgeleide mentors | Lump sum | |
| Small | 3 | 1 | 7.396,84 € |
| Medium | 6 | 2 | 14.793,69 € |
| Large | 18 | 6 | 44.381,06 € |
| Extra Large | 39 | 13 | 96.158,96 € |
Lokale besturen moeten met andere woorden twee zaken doen. Enerzijds moeten ze leerwerkplekken creëren. Dat kan binnen de eigen werking zijn, maar ook bij vzw’s en scholen. Anderzijds moeten ze mentoren opleiden die instaan voor de begeleiding. Dit is een enorm welgekomen bijkomend instrument in het lokale economische beleid maar ook het kansenbeleid.
Wat we immers zien is dat ondanks de afkoelende economie, bedrijven ook hier bij ons op zoek zijn naar goed personeel om hun werking te versterken. Een bekend oud zeer dat dit mee in de hand werkt, zijn de langdurig werkzoekenden. Maar daarnaast is de gemeenschapsdienst vooral een belangrijk instrument om mensen opnieuw perspectief te bieden. Eens je gedurende lange tijd inactief bent, blijkt het namelijk vaak niet zo eenvoudig om die grote afstand tot de arbeidsmarkt weer te overbruggen. Dat is ook het geval voor vele burgers in onze gemeente. Volgens de meest recente cijfers die ik kon vinden, gaat het om 34,4% van de werkzoekenden die meer dan twee jaar werkzoekend is.
Open VLD Lint vraagt bevoegde schepen daarom om in te tekenen op het aanbod van de Vlaamse regering en van start te gaan met gemeenschapsdienst om langdurig werkzoekenden in de gemeente op die manier te ondersteun bij het ontwikkelen van vaardigheden, het opdoen van arbeidsritme en het ontwikkelen van een netwerk. Voorstel tot beslissing:
Om de langdurig werkzoekenden in Lint te activeren, vraagt de gemeenteraad aan het college van Burgemeester en Schepenen:
Artikel 1
Om de gemeenteraad inzicht te geven in het actueel aantal werkzoekenden die langer dan twee jaar op zoek zijn naar werk in absolute cijfers en procentueel ten aanzien van het totaal aantal langdurig werkzoekenden.
Artikel 2
In te tekenen op het aanbod van de Vlaamse regering en werk te maken van gemeenschapsdienst.
Het agendapunt is niet ter stemming voorgelegd.
Mail ontvangen d.d. 23 februari 2023 van Sofie Van Wesemael, raadslid Open Vld Lint met betrekking tot werken in Lint - éénmalige vrijstelling belasting op bedrijfsruimten.
Toelichting:
Tijdens de COVID-19 crisis werden naast de veiligheidsmaatregelen ook ook economische steunmaatregelen getroffen.
Op vraag van Open Vld Lint heeft ons lokaal bestuur deze maatregelen nog verder versterkt zodat lokale handelaars deze crisis zo goed mogelijk konden doorkomen. Hierdoor werd de beslasting op bedrijfsruimten voor aanslagjaar 2020 en 2021 ingetrokken.
Maar de werken in 2022, en deze die nu bezig zijn in 2023 en nadien hebben een ongelooflijke impact op de handelaars. Niet alleen deze die in de omgeving van de werken gevestigd zijn, maar allemaal. Wij bevroegen verschillende zelfstandigen in Lint, en bij allen is de impact van deze werken enorm.
Onze handelszaken zijn minder bereikbaar voor leveranciers en zichtbaar voor klanten. Handelszaken die gedurende een lange periode te maken hebben met openbare werken in hun onmiddellijke omgeving, zien het effect daarop in hun omzetcijfers. Zowel klanten als leveranciers moeten enkele kilometers omrijden en haken af. Onze ondernemers moeten zelf ook extra kilometers doen om bij hun klanten te komen.
De hinderpremie compenseert dit gedeeltelijk, doch is niet voor iedereen. De hinderpremie is er voor kleine ondernemingen en richt zich voornamelijk op de detailhandel (‘winkeliers’), de horeca en diensten waarbij ter plaatse een persoonlijk en direct klantencontact is. Verder zijn handelaars die bijvoorbeeld in afgesloten zijstraten van de werken hun zaak hebben ook uitgesloten.
Voorstel tot beslissing:
De lokale ondernemingen hebben een enorm omzetverlies, hebben 30 tot 50% minder klanten en moeten extra kilometers doen. Om hen te ontzien vragen wij om de belasting op bedrijfsruimten voor 2023 in te trekken. Deze nieuwe belasting was onbestaand en is in 2020 ingevoerd in het kader van de meerjarenplanning 2020-2025. Op 17 december 2019 werd de meerjarenplanning 2020-2025 goedgekeurd.
Artikel 1
Zowel of federaal als op Vlaams niveau werden er economische steunmaatregelen getroffen. De gemeente Lint zal in dit kader deze maatregelen verder versterken zodat de lokale handelaars deze crisis zo goed mogelijk doorkomen.
Artikel 2
Met ingang van 1 januari 2023 voor een periode eindigend op 31 december 2023, wordt de jaarlijks belasting geheven op de bedrijfsruimten ingetrokken.
Artikel 3
Deze opschorting is eenmalig voor wat betreft de werken in 2022 (Statiestraat/Liersesteenweg), in 2023 (Liersesteenweg) en de werken die nog voorzien zijn op de Duffelsesteenweg.
Artikel 4
Het bedrag van de verschuldigde jaarlijkse belasting per vestiging blijft onveranderd voor de periode 2021-2025
Dit agendapunt wordt verdaagd.
Rudy Verhoeven
voorzitter