De voorzitter opent de zitting op 30/01/2024 om 20:00.
20u - Lobke Goormans - sanctionerend ambtenaar Igean - toelichting GAS vaststellingen 2023.
20u30 Jasna - toelichting bijeninventarisatie en -verslag met integratie voor toekomstplannen voor 2024.
De ontwerpnotulen worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de ontwerpnotulen van vorige zitting goed.
Brief van 05 november 2019 van Federale Overheidsdienst, Binnenlandse Zaken, Algemene directe Instellingen en bevolking, Rijksregister, dienst klantenbeheer.
Gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019: retributiereglement-huwelijksplechtigheden-en-samenlevingscontracten-2020-2025.
Gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019: tarief elektronische identiteitskaarten voor het dienstjaar 2020.
Omzendbrief van 14 september 2020 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Instellingen en bevolking, bevolking en identiteitskaarten.
Brief van 2 oktober 2020 van de Federale Overheidsdienst binnenlandse Zaken, Algemene Directie Instellingen en bevolking, Rijksregister, Dienst Klantenbeheer: Aanpassingen tarieven elektronische identiteitskaarten vanaf 01 januari 2021.
Gemeenteraadsbesluit van 15 december 2020: tarief elektronische identiteitskaarten voor het dienstjaar 2021.
Brief van 29 oktober 2021 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Instellingen en bevolking, Rijksregister, Dienst Klantenbeheer: Aanpassingen tarieven elektronische identiteitskaarten vanaf 01 januari 2022.
Gemeenteraadsbesluit van 21 december 2021: Retributie op het afleveren van administratieve stukken - dienst burgerzaken - vanaf 1 januari 2022.
Brief van 19 oktober 2022 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Instellingen en Burgerzaken, Rijksregister, Dienst Klantenbeheer: Aanpassingen tarieven elektronische identiteitskaarten en -documenten vanaf 01 januari 2023.
Gemeenteraadsbesluit van 20 december 2022: Retributie op het afleveren van administratieve stukken - dienst burgerzaken - vanaf 1 januari 2023.
Brief van 06 november2023 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Instellingen en Burgerzaken, Rijksregister, Dienst Klantenbeheer:
Aanpassingen tarieven elektronische identiteitskaarten en - documenten vanaf 1 januari 2024.
Brief van 7 december 2023 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken, Dienst eID: implementatie elektronische verblijfsdocumenten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar.
Collegebesluit van 20 november 2023: Implementatie elektronische verblijfsdocumenten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar.
Gemeenteraadsbesluit van 19 december 2023: Implementatie elektronische verblijfsdocumenten voor vreemdelingen jonger dan 12 jaar.
In het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2023 is er een verschil opgemerkt bij de spoedprocedure voor kinderen - 12 jaar, er werd geen gemeentelijke retributie aangerekend bij de spoedprocedure vreemdelingenkaarten (-12 jaar), om aan het gelijkheidsbeginsel te voldoen werd dit verschil rechtgezet.
Artikel 170 en artikel 173 van de grondwet.
Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 75 van het burgerlijk wetboek, waaruit volgt dat de partijen de dag van de plechtigheid mogen bepalen.
Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953.
KB van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de 12 jaar.
KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en op het Ministerieel besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de retributies.
Artikel 8 Wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers en meer bepaald het KB van 2 april 2003 tot bepaling van de modaliteiten van indiening van de aanvragen en van aflevering van de arbeidskaart C.
Omzetting van de Europese Richtlijn 2006/126/CE van 20 december 2006 inzake het rijbewijs.
Wijzigingen aan het KB van 4 mei 2007 inzake het voorlopige rijbewijs.
KB van 23 juni 2010 tot wijziging van het KB van 23 maart 1998 inzake het rijbewijs.
KB van 22 oktober 2013 tot wijziging van het KB van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar.
Ministerieel besluit van 15 maart 2013, laatst gewijzigd door het ministerieel besluit van 5 juli 2022, legt het tarief vast van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de kaarten en verblijfskaarten, afgeleverd aan vreemde onderdanen.
Artikel 50-67 Consulair Wetboek van 21 december 2013.
Artikel 2 van het ministerieel besluit van 19 april 2014 aangaande de afgifte van paspoorten.
Dit besluit moet evenwel aangepast en geactualiseerd worden zowel met betrekking tot de uitgereikte documenten (aanpassing van de titel en het toepassingsgebied), als met de nieuwe spoedprocedures en de bijhorende tarieven die zijn ingegaan op 1 juli 2017. Het aangepaste ministerieel besluit van 11 september 2017 zal gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad van 29 september 2017.
Wet van 25 juni 2017 tot hervorming van regelingen inzake transgenders wat de vermelding van een aanpassing van de registratie van het geslacht in akten van de burgerlijke stand en de gevolgen hiervan betreft.
KB van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag gedoeld in artikel 2,§2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953.
Wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossingen. Artikel 119 tot en met 136 van de wet van 18 juni 2018.
Omzendbrief van 11 juli 2018 betreffende de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, waarbij de bevoegdheid inzake verandering van voornamen wordt overgedragen aan de ambtenaren van de burgerlijke stand en de voorwaarden en de procedure ervan worden geregeld.
Artikel II. 31, tweede lid van het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het ministerieel besluit van 28 oktober 2019 tot wijziging van het ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitskaarten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfskaarten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen. Met toepassing van artikel 2 van het hierboven vermeld ministerieel besluit wordt het tarief van de vergoedingen, dat is opgenomen in de bijlage van het besluit van 1 januari 2014, jaarlijks op 1 januari automatisch herzien. Het artikel bepaalde dat de bedragen van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor het verkrijgen van de bovengenoemde kaarten automatisch wordt herzien op basis van de schommelingen van de gezondheidsindex.
Gelet op de gecoördineerde omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.
Dienstjaar: 2024
Actie + omschrijving: AC000075 - mens en welzijn.
MJP nummer: 001234
Beleidsdomein: 0130
Alg. rekening + omschrijving: 70200150 - retributie afgifte identiteitsdocumenten, paspoorten, trouwboekjes,...
Enig artikel
De gemeenteraad keurt het opheffen van het retributiereglement goed op het afleveren van administratieve stukken - dienst burgerzaken, zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 19 december 2023 en dat het vervangen wordt door dit retributiereglement.
RETRIBUTIEREGLEMENT AFLEVEREN ADMINISTRATIEVE STUKKEN - BURGERZAKEN
Artikel 1
Voor het dienstjaar 2024 wordt een retributie geheven op het afleveren van administratieve stukken door de dienst burgerzaken.
Artikel 2
Deze retributie is verschuldigd door de persoon of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt.
Artikel 3
Zijn van retributie vrijgesteld:
De stukken die krachtens een wet, een koninklijk besluit, of een andere overheidsverordening of -richtlijn kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgegeven.
De stukken die aan behoeftige personen worden afgegeven; de behoeftigheid wordt vastgesteld door elk overtuigend bewijsstuk.
De machtigingen met betrekking tot godsdienstige of politieke demonstraties.
De machtigingen met betrekking tot activiteiten, die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van belastingen of retributie ten behoeve van de gemeente.
De gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmee gelijkgestelde inrichtingen, alsook de instellingen van openbaar nut.
De mededelingen aan de verzekeringsmaatschappijen omtrent het gevolg gegeven ter zake aan verkeersongevallen op de openbare weg.
De uittreksels, getuigschriften en stukken die nodig zijn voor de opmaak van een akte van huwelijksaangifte of voor het aanleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning.
De stukken aan al dan niet uitkeringsgerechtigde werklozen, pas afgestudeerden, laatstejaarsstudenten, leerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs en werkzoekende personen van wie het enig inkomen het bestaansminimum is. De belanghebbende personen zelf dienen het bewijs te leveren dat ze voor de vrijstelling in aanmerking komen en dat de bescheiden waarvoor ze de vrijstelling vragen, bij het solliciteren nodig zijn.
Artikel 4
De retributie is niet toepasselijk op de afgifte van stukken die krachtens een wet, een koninklijk besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen is. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten die de met het afgeven van reispassen belaste gemeente ambtshalve toekomen en waarvan sprake is in de tarieven, gevoegd bij de wet inzake het tarief der consulaire- en kanselarijrechten.
Artikel 5
De retributie is vastgesteld als volgt:
RETRIBUTIE GEMEENTE |
KOSTPRIJS AANGEREKEND DOOR DE HOGERE OVERHEID | TOTALE KOSTPRIJS AANGEREKEND AAN DE BURGER | |
5.1 PASPOORT / REISDOCUMENT +18 jaar |
|||
Nieuw paspoort BELGEN | 7,00 € |
65,00 € |
72,00 € |
Nieuw paspoort BELGEN - spoedprocedure | 14,00 € |
240,00 € |
254,00 € |
Nieuw paspoort BELGEN - super dringende spoedprocedure | 21,00 € | 300,00 € |
321,00 € |
Reisdocument VLUCHTELINGEN, STAATLOZEN, VREEMDELINGEN | 7,00 € | 61,00 € |
68,00 € |
Reisdocument VLUCHTELINGEN, STAATLOZEN, VREEMDELINGEN - spoedprocedure | 14,00 € | 230,00 € | 244,00 € |
Reisdocument VLUCHTELINGEN, STAATLOZEN, VREEMDELINGEN - super dringende spoedprocedure |
21,00 € | 290,00 € |
311,00 € |
5.2 PASPOORT / REISDOCUMENT -18 jaar | |||
Nieuw paspoort BELGEN | 0,00 € | 35,00 € |
35,00 € |
Nieuw paspoort BELGEN - spoedprocedure | 4,00 € |
210,00 € | 214,00 € |
Nieuw paspoort BELGEN - super dringende spoedprocedure |
8,00 € | 270,00 € |
278,00 € |
Reisdocument VLUCHTELINGEN, STAATLOZEN, VREEMDELINGEN | 0,00 € | 41,00 € |
41,00 € |
Reisdocument VLUCHTELINGEN, STAATLOZEN, VREEMDELINGEN - spoedprocedure | 4,00 € |
210,00 € |
214,00 € |
Reisdocument VLUCHTELINGEN, STAATLOZEN, VREEMDELINGEN - super dringende spoedprocedure | 8,00 € |
270,00 € |
278,00 € |
5.3 eID / EU / EU+ | |||
Nieuw eID / EU / EU+ (eerste aanvraag + hernieuwing) | 4,00 € | 19,10 € |
23,10 € |
Nieuw eID / EU / EU+ (eerste aanvraag + hernieuwing) - spoedprocedure levering in gemeente | 8,00 € | 116,40 € |
124,40 € |
Nieuw eID (eerste aanvraag + hernieuwing) - super dringende spoedprocedure levering in Brussel | 16,00 € |
153,30 € |
169,30 € |
5.5 kids-ID | |||
Kids-ID (eerste aanvraag + hernieuwing) | 0,00 € | 7,70 € |
7,70 € |
Nieuw Kids-ID (eerste aanvraag + hernieuwing) |
8,00 € |
105,00 € |
113,00 € |
Nieuw Kids-ID (eerste aanvraag + hernieuwing) - super dringende spoedprocedure levering in Brussel |
16,00 € | 141,90 € |
157,90 € |
5.6 VREEMDELINGENKAARTEN derdelander | |||
Nieuw vreemdelingenkaart ( A - B - F - F+ - H - I - J - K - L - M - N) (eerste aanvraag + hernieuwing) | 4,00 € |
19,60 € |
23,60 € |
Nieuw vreemdelingenkaart ( A - B - F - F+ - H - I - J - K - L - M - N) (eerste aanvraag + hernieuwing) - spoedprocedure levering in gemeente | 8,00 € |
116,40 € |
124,40 € |
Attest van immatriculatie | 3,75 € |
1,25 € | 5,00 € |
5.7 VREEMDELINGENKAARTEN (-12 jaar) | |||
Nieuw vreemdelingenkaart ( EU - EU+ - F - F+ - M) (eerste aanvraag + hernieuwing) |
0,00 € | 7,70 € |
7,70 € |
Nieuw vreemdelingenkaart ( EU - EU+ - F - F+ - M) (eerste aanvraag + hernieuwing) - spoedprocedure levering in gemeente |
8,00 € | 105,00 € | 113,00 € |
Nieuw vreemdelingenkaart ( A - B - K - L) (eerste aanvraag + hernieuwing) |
0,00 € | 10,70 € | 10,70 € |
Nieuw vreemdelingenkaart ( A - B - K - L) (eerste aanvraag + hernieuwing) - spoedprocedure levering in gemeente |
8,00 € | 116,40 € | 124,40 € |
5.8 RIJBEWIJS | |||
Bankkaartmodel | 5,00 € | 20,00 € |
25,00 € |
Internationaal rijbewijs | 4,00 € | 16,00 € |
20,00 € |
5.9 HUWELIJK | |||
Trouwboekje | 25,00 € |
0,00 € |
25,00 € |
5.10 WETTELIJKE SAMENWOONST | |||
Registratie | 0,00 € |
0,00 € |
0,00 € |
Ontbinding - door beide partners | 0,00 € |
0,00 € |
0,00 € |
Ontbinding - eenzijdig | 250,00 € | 0,00 € |
250,00 € |
5.11 VOORNAAMSWIJZIGING | |||
Volledige wijziging: nieuwe naam / weglaten van 2de, 3de naam | 500,00 € | 0,00 € |
500,00 € |
Kleine wijziging: aanpassing teken / spottend | 50,00 € | 0,00 € |
50,00 € |
Transgender | 50,00 € | 0,00 € |
50,00 € |
5.12 TENLASTENEMING | |||
Standaard | 5,00 € |
0,00 € |
5,00 € |
Artikel 6
De retributie wordt geheven op het ogenblik van de afgifte van het administratieve stuk.
De retributie op elektronische identiteitskaarten, verblijfskaarten en paspoorten of reisdocumenten moet bij het ondertekenen van het basisdocument betaald worden, door de titularis.
De retributie op het rijbewijs in bankkaartmodel moet bij het ondertekenen van het aanvraagformulier of bij het afhalen van een digitale aanvraag betaald worden, door de titularis.
De invordering zal contact gebeuren bij aflevering ervan of tegen afgifte van een kwitantie.
Artikel 7
Het reglement vervangt alle voorgaande reglementen, inzake dezelfde materie.
Een afschrift van deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 §1,1° van het decreet over het lokaal bestuur.
Op 13 december 2023 werd in de politieraad van de zone HEKLA de begroting besproken en goedgekeurd.
De dotatie aan de politiezone Hekla dient elk jaar door de gemeenteraad te worden vastgesteld.
Omzendbrief BB 2015/02 van 10 juni 2015 betreffende de budgetten en de bijhorende meerjarenplannen van de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Vlaamse Gewest. De gemeentelijke dotatie van elke gemeente wordt niet alleen ingeschreven in de gemeentebegroting, maar ook vastgesteld in een afzonderlijk gemeenteraadsbesluit.
Ministeriële omzendbrief van 18 juli 2016 betreffende de onderrichtingen voor de opmaak van de begroting van de hulpverleningszones. De minister raadt sterk aan om de gemeentelijke dotatie aan de hulpverleningszone voor te leggen aan de gemeenteraad van elke gemeente van de zone.
Gelet op de bepalingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Dienstjaar: 2024
Actie en omschrijving: AC000072 Algemeen beleid
MJP nummer: MJP000306
Beleidsveld: 0400 Politiediensten
Algemene rekening en omschrijving: 64940000
Begroting |
Beschikbaar |
Uitgave |
Saldo |
885.935 € |
885.935 € |
885.935 € |
0,00 € |
Dienstjaar: 2024
Actie en omschrijving: AC000072 Algemeen beleid
MJP nummer: MJP001640
Beleidsveld: 0400 Politiediensten
Algemene rekening en omschrijving: 66400000
Begroting |
Beschikbaar |
Uitgave |
Saldo |
1.785 € |
1.785 € |
1.785 € |
0,00 € |
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de werkingstoelage van € 885.935,00 voor 2024 aan de politiezone HEKLA goed.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt de investeringstoelage voor de ANPR-camera van € 1.785,00 voor 2024 aan de politiezone HEKLA goed.
Artikel 3
Afschrift van dit besluit wordt voor verder gevolg overgemaakt aan de financieel directeur.
Er is nood aan een kader om aanvragen voor subsidies, m.b.t. grote infrastructuurwerken, te stroomlijnen.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de BBC(BVR BBC).
Het ministerieel besluit van de 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de BBC(MB BBC).
De omzendbrief KB/ABB 2019/4 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de BBC.
Dienstjaar: 2024-2026
Actie en omschrijving: AC000030 Investeren in behoud en vernieuwing van speel-, sport- en belevingsinfrastructuur voor elke leeftijd, rekening houdend met veiligheid.
MJP nummer: 001685 Subsidie grote infrastructuurwerken (Sport)
MJP nummer: 001686 Subsidie grote infrastructuurwerken (Vrije tijd)
Algemene rekening en omschrijving: 66400000 Toegestane investeringssubsidies.
Begroting |
Beschikbaar |
Uitgave |
Saldo |
75.000 € |
75.000 € | 0,00 € |
75.000,00 € |
MJP nummer: 000056 Toegestane lening - subsidie grote infrastructuurwerken (Sport).
MJP nummer: 001687 Toegestane lening - subsidie grote infrastructuurwerken (Vrije tijd).
Algemene rekening en omschrijving: 29030000 Vorderingen wegens toegestane leningen.
Begroting |
Beschikbaar |
Uitgave |
Saldo |
125.000 € |
125.000,00 € |
0,00 € |
125.000,00 € |
Enig artikel
De gemeenteraad keurt het subsidiereglement voor ondersteuning van infrastructuur van erkende vrijetijdsverenigingen goed.
SUBSIDIEREGLEMENT VOOR ONDERSTEUNING VAN INFRASTRUCTUUR VAN ERKENDE VRIJETIJDSVERENIGINGEN
Artikel 1
De gemeente verleent binnen de grenzen van dit reglement toelagen en leningen voor investeringen in infrastructuur (in gebruik) van erkende Lintse vrijetijdsverenigingen en hun ondersteunende VZW's.
Artikel 2
Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:
- Toelage: de toelage zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van sommige toelagen.
- Lening: het ter beschikking stellen van geld tegen aflossing van kapitaal en interest.
- Investeringen: investeringen in infrastructuur van onroerende aard die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van de activiteiten die behoren tot de normale werking van de vereniging
- Vrijetijdsinfrastructuur: terreinen, gebouwen en aanhorigheden gelegen binnen de gemeentegrenzen opgericht voor vrijetijdsdoeleinden.
- Erkende vrijetijdsverenigingen: de vrijetijdsvereniging die op het moment van indiening van de aanvraag om subsidiëring erkend zijn conform het Erkenningsreglement Vrije Tijd zoals goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 28 februari 2023 of latere aanpassingen.
- Ondersteunende vzw’s: Bij enkele verenigingen is er een vzw die de taken rond infrastructuur (erfpacht, verhuur, verbouwingswerken,...) overneemt van de vereniging. Deze ondersteunende vzw is geen erkende vrijetijdsvereniging, maar is er wel onlosmakelijk mee verbonden.
Artikel 3
§1. De toelage/lening kunnen enkel toegekend worden aan een vrijetijdsvereniging en hun ondersteunende VZW's.
§2. De investeringen aan de infrastructuur moeten aan minstens 2 van onderstaande kwalitatieve voorwaarden voldoen:
- Werken om de hygiënische kwaliteit van de sanitaire accommodatie van de lokalen te verhogen.
- Veiligheid van de te gebruiken lokalen/infrastructuur verhogen.
- Energiebesparende maatregelen.
- Aanpassingen van de infrastructuur volgens de richtlijnen van de desbetreffende sportfederatie, indien van toepassing.
- Faciliteiten voor personen met een handicap.
Artikel 4
De vrijetijdsvereniging of hun ondersteunende VZW moet:
- ofwel houder zijn van een zakelijk recht op de infrastructuur.
- ofwel zich middels een intentieverklaring ertoe verbinden om voor de infrastructuur een zakelijk recht af te sluiten met de gemeente binnen een redelijke termijn na de subsidieaanvraag.
De vrijetijdsinfrastructuur moet opgericht zijn op grondeigendom van de gemeente.
Artikel 5
De kostprijs van de investering mag niet lager zijn dan € 20 000 (exclusief btw, inclusief btw indien deze niet kan gerecupereerd worden door de verenigingen). Er kan geen toelage/lening op basis van dit reglement bekomen worden ingeval voor dezelfde investering andere toelagen zijn toegekend via een ander gemeentelijk reglement.
Artikel 6
De vrijetijdsvereniging vraagt de toelage/lening schriftelijk aan bij het college van burgemeester en schepenen uiterlijk op 1 juli van het jaar voorafgaand aan de aanvang van de uitvoering van de investering. De aanvraag voor 2024 dient uitzonderlijk te gebeuren voor 1 april 2024.
De aanvrager voegt, in voorkomend geval, bij zijn aanvraag tot toelage/lening toe:
- De recentste balans en resultatenrekening.
- Een verslag inzake het beheer en de financiële toestand van de vereniging; - een exploitatievoorstel inzake de uitbating van de aangepaste en/of nieuwe infrastructuur en de eigendomsstructuur van de infrastructuur.
- Een omstandige motivatie voor en een gedetailleerde omschrijving en raming van de investering met bestekken, eigendomstitels, plannen van de investeringen enz.;
- een kopie van de omgevingsvergunning ingeval deze vereist zou zijn voor de investeringen (indien bij de aanvraag nog niet beschikbaar: uiterlijk te bezorgen vóór de aanvang van de werken).
- Een investeringsplan.
- De bewijsstukken die aantonen dat de betreffende vereniging voldoet aan in dit reglement gestelde voorwaarden.
- Kennisgeving van het totaal toegekende (boven)lokale subsidies voor bovenvermelde investering in infrastructuur.
Artikel 7
Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de ontvankelijkheid van de aanvragen en vraagt indien nodig bijkomende informatie op. De aanvrager machtigt het college van burgemeester en schepenen door zijn aanvraag impliciet om alle relevante informatie in te winnen die nuttig is voor de beoordeling van de aanvraag.
Het college van burgemeester en schepenen vraagt, indien dit nuttig is voor de beoordeling van de aanvraag, intern en/of extern advies, bijvoorbeeld aan de vrijetijdsdienst (intern advies) of aan personen of groepen in het kader van het participatiebeleid (extern advies).
Artikel 8
De toelagen/leningen worden binnen de grenzen van dit besluit verleend door het college van burgemeester en schepenen, op voorwaarde dat de toelage/lening nominatief is opgenomen in het investeringsbudget van de gemeente. De volgens voorgaande leden bevoegde overheid beslist geval per geval over de opportuniteit tot toekenning van een toelage/lening. De toelage/lening is een gunst en geen recht.
Artikel 9
Elke beslissing tot verlening van een toelage/lening vermeldt:
- De aard van de toelage/lening en de afschrijvingstermijn van de toelage/lening (in functie van de economische levensduur van de investering).
- De omvang van de toelage/lening.
- De aanwendingsvoorwaarden van de toelage/lening.
- De verantwoordingsvoorwaarden en –termijnen van de toelage/lening.
Elke beslissing bevat in bijlage een voorstel van overeenkomst met de vereniging.
Artikel 10
§1. De omvang van de toelage/lening:
Per vereniging wordt een toelage/lening toegestaan voor investeringen met een bedrag van minimaal € 20.000 en maximaal € 250.000. Dit investeringsbedrag wordt vastgesteld op tijdstip van indiening van het dossier. Projecten met een kostprijs hoger dan € 250.000 worden slechts in aanmerking genomen tot het plafondbedrag van € 250.000 (exclusief btw, inclusief btw indien deze niet kan gerecupereerd worden door de verenigingen). Het saldobedrag is voor rekening van de vrijetijdsvereniging.
De omvang van de gemeentelijke toelage bedraagt maximaal 30 % van de geplande investering (voorgaande bedragen zijn exclusief btw, of inclusief btw indien deze niet kan gerecupereerd worden door de verenigingen) en wordt beperkt tot een maximumbedrag van € 75.000 per vrijetijdsvereniging voor zover er voldoende krediet rest zoals ingeschreven in het financieel meerjarenplan van de gemeente.
Het resterende deel van de investering (70%) dient gedragen te worden door de aanvragende vereniging. De eigen inbreng van de aanvragende vereniging wordt
- voor 20% van het investeringsbedrag onmiddellijk onder de vorm van eigen kapitaal ingebracht;
- voor 50% van het investeringsbedrag gepréfinancierd door de gemeente waarbij met de vereniging een terugbetalingsplan wordt afgesproken waarbij de volgende modaliteiten gelden:
o De terugbetaling verloopt middels jaarlijkse vaste schijven.
o De toepasselijke rentevoet is de IRS ASK afhankelijk van de looptijd van de lening jaarlijks aanpasbaar op basis van de waarde op 30 december op voorgaande jaar. De gemeente geeft een korting van 50% op de toepasselijke rentevoet , met een minimale rentevoet van 1%.
o De terugbetalingstermijn mag de afschrijvingstermijn van de investering niet overschrijden en bedraagt maximaal tien jaar.
o Indien de vereniging vóór het einde van de terugbetalingstermijn ophoudt te bestaan kan de gemeente de resterende schijven in eenmaal opvragen bij de vereffening van de vereniging.
Indien de volgens artikel 8 bevoegde overheid oordeelt dat de toekenning van de toelage/lening risicovol is, kan zij een borgstelling eisen in de vorm van een persoonlijke hoofdelijke borgstelling of een hypothecaire borgstelling bij middel van een notariële akte of een hypothecair mandaat. De borgstellers waarborgen tegenover de gemeente de naleving van alle in de in artikel 9 bedoelde overeenkomst aangegane financiële verbintenissen van de vereniging. Zij doen hierbij uitdrukkelijk afstand van het voorrecht van uitwinning en van het voorrecht van schuldsplitsing tegenover de vereniging.
§2. De aanvrager wordt gewezen op artikel 2, 4° van de Erkenningswet, dat bepaalt dat opdrachten voor werken, die gesubsidieerd worden ten belope van tenminste vijfentwintig procent of rechtstreeks gefinancierd worden onder welke vorm ook door een publiekrechtelijke persoon, onder het toepassingsgebied van deze wet valt.
§3. De aanvrager wordt gewezen op het toepassingsgebied van de reglementering inzake overheidsopdrachten, inzonderheid wat betreft de hoofdzakelijke financiering van de vereniging, en de financiering van specifieke opdrachten die de drempel voor Europese bekendmaking overschrijden.
Artikel 11
De minimale aanwendingsvoorwaarden van de toelage/lening zijn:
- De aanvrager dient de toelage/lening aan te wenden voor het doel waarvoor zij is aangevraagd en toegekend.
- Voor opdrachten boven de € 30.000 (exclusief btw) moet de vereniging kunnen aantonen dat zij minstens drie aannemers heeft geraadpleegd en vergeleken en moet zij haar toewijzing aan de voor de vereniging economisch meest voordelige aanbieder kunnen motiveren. De aanvrager dient daarenboven aan te tonen dat de bepalingen van de reglementering inzake overheidsopdrachten nageleefd werden, voor die opdrachten die onder het toepassingsgebied ervan vallen, om welke reden dan ook.
Voor opdrachten voor werken, die gesubsidieerd worden ten belope van tenminste vijfentwintig procent, moet de vereniging kunnen aantonen dat de bepalingen van de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, en de daaraan verbonden uitvoeringsbesluiten, nageleefd werden.
- De infrastructuur waarvoor de toelage/lening wordt verleend, wordt onmiddellijk na de realisatie, volledig en kosteloos in eigendom overgedragen aan de gemeente in die gevallen waar ook de andere infrastructuur geheel of gedeeltelijk eigendom is van de gemeente (recht van natrekking) en waarop de vereniging een recht van opstal of recht van erfpacht werd toegekend.
- De toelage/lening dient volledig aangewend te zijn binnen de drie jaar na het verkrijgen ervan.
- De aanvrager respecteert de minimale verantwoordingsvoorwaarden en- termijnen, zoals voorzien in artikel 12 van onderhavig reglement
Artikel 12
De minimale verantwoordingsvoorwaarden en -termijnen zijn:
- De aanvrager rapporteert over de stand van zaken van de investering en van de aanwending van de toelage/lening aan het college van burgemeester en schepenen minstens om de zes maanden vanaf de aanvang van de investering. Het college van burgemeester en schepenen kan een uitstel toestaan.
- Het college van burgemeester en schepenen kan aanvullende verantwoording inzake de stand van akten van de investering en van de aanwending van de toelage/lening opvragen.
Artikel 13
Na realisatie van de investering kan de gemeente, afhankelijk van de aard van de investering, bijkomende documenten opvragen.
Artikel 14
De gemeente heeft het recht om de aanwending van de toelage/lening ter plaatse te controleren.
Artikel 15
Indien de aanvrager niet akkoord gaat met de niet-toekenning van een subsidie, of de modaliteiten ervan, kan hij een klacht indienen via de website. https://www.lint.be/klachtenbehandeling
Het beroep doen op de klachtenprocedure, doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van de aanvrager om een procedure aanhangig te maken bij het bevoegde burgerlijke of administratieve rechtscollege.
De aanvrager is er toe gehouden de gemeente onmiddellijk in te lichten van elke wijziging aan de wijze van uitvoering en/of de raming van de investering.
Artikel 17
Bij de start van de werken wordt 25% van de toelage uitbetaald. Indien de vrijetijdsvereniging tijdens de uitvoering van de werken facturen kan voorleggen waaruit blijkt dat reeds 25% van het toegekende subsidiebedrag overschreden werd, wordt aanvullend 25% van het voorziene subsidiebedrag uitgekeerd.
Na beëindiging van de werken wordt het saldo van de subsidie uitgekeerd na controle van de werken door de bevoegde gemeentelijke dienst en mits voorlegging van de facturen. De facturen moeten op naam van de aanvrager staan.
De wijze van uitbetaling van de lening wordt geregeld via een afzonderlijke overeenkomst tussen de gemeente en de vereniging.
Artikel 18
De verkrijger van de toelage is eraan gehouden de toelage terug te betalen in de volgende gevallen:
- De toelage niet werd aangewend voor het doel waarvoor zij is toegekend.
- De verantwoordingsvoorwaarden en –termijnen niet gerespecteerd worden, voor het gedeelte van de toelage dat niet/niet tijdig verantwoord werd.
- Als hij zich verzet tegen de controle ter plaatse.
- De investering voor het einde van de afschrijvingstermijn niet meer voor het vooropgestelde doel wordt aangewend, voor het gedeelte van de toelage dat verhoudingsgewijs overeenstemt met de resterende termijn uitgedrukt in volledige jaren.
- De investering niet volledig wordt gerealiseerd, behoudens wanneer dit in samenspraak met de gemeente wordt beslist.
- Indien misbruiken en/of fraude zouden worden vastgesteld.
- Indien achteraf zou blijken dat toch niet werd voldaan aan bepaalde voorwaarden gesteld in dit reglement.
Artikel 19
De toekenning van een toelage/lening wordt opgeschort zolang de verantwoordingsstukken voor een voorgaande toelage/lening niet zijn ingediend, zolang de verkrijger zich verzet tegen de controle ter plaatse voor een voorgaande toelage of – in geval van een prefinanciering of van een lening – de afgesproken schijven nog niet zijn terugbetaald.
Artikel 20
De realisatie van de investering loopt maximaal drie jaar te rekenen vanaf het kalenderjaar volgend op het jaar van de definitieve goedkeuring door het college.
Artikel 21
Elke vrijetijdsvereniging kan één aanvraag doen voor een investering van maximaal € 250.000 (exclusief btw, inclusief btw indien deze niet kan gerecupereerd worden door de verenigingen) over een periode van de lopende legislatuur.
Artikel 22
De toelage/lening wordt toegekend binnen de grenzen van de respectievelijke kredieten op het budget van de gemeente en voor zover ze het evenwicht in het financieel meerjarig beleidsplan niet verstoort. Per kalenderjaar kan maximaal 1 aanvraag goedgekeurd worden in volgorde van de aanvraagdatum.
Artikel 23
Indien de factuurbedragen hoger liggen dan de ingediende raming en het toegekende subsidiebedrag lager ligt dan het reglement voorziet, kan de vereniging een bijkomende aanvraag indienen bij het college van burgemeester en schepenen. De vereniging dient omstandig te motiveren waarom de facturen hoger liggen dan de ramingen. Het college kan deze aanvraag goedkeuren hierbij rekening houdend met de voorwaarden van het reglement en de financiële toestand binnen het meerjarenplan. De vereniging moet de bijkomende aanvraag indienen binnen de drie jaar volgend op de datum van de oorspronkelijke aanvraag in het kader van artikel 6 van dit reglement.
Artikel 24
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.
Gemeenteraadsbesluit 28 januari 2020 - Nominatieve lijst investeringen - delegatie aan het schepencollege.
Gemeenteraadsbesluit 26 januari 2021 - Nominatieve lijst investeringen - delegatie aan het schepencollege.
Gemeenteraadsbesluit 25 januari 2022 - Nominatieve lijst investeringen - delegatie aan het schepencollege.
Gemeenteraadsbesluit 31 januari 2023 - Nominatieve lijst investeringen - delegatie aan het schepencollege.
Gemeenteraadsbesluit 26 september 2023 - Nominatieve lijst investeringen - delegatie aan het schepencollege.
Artikel 41, 10° van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat in beginsel de gemeenteraad de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de overheidsopdracht inzake investeringen vastlegt. De gemeenteraad kan dit delegeren aan het college van burgemeester en schepenen. Op die manier wordt het ambtelijk en politiek management van het lokaal bestuur versterkt en kan de gemeenteraad zich concentreren op het beleidsmatige aspect van het beleid. Deze nominatieve lijst wordt steeds afzonderlijk aan de gemeenteraad voorgelegd ter goedkeuring.
Naar aanleiding van de laatste aanpassing van het meerjarenplan 2023 wordt de aangepaste lijst ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 41,10°b.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de nominatieve lijst in bijlage van gedelegeerde investeringen 2023-2026 goed.
In het meerjarenplan 2020-2025 heeft de gemeente Lint een aantal subsidies voorzien: enerzijds zijn deze gebaseerd op een reeds door de gemeenteraad goedgekeurd subsidiereglement om tot uitbetaling over te gaan is slechts een collegebeslissing vereist. Anderzijds zijn er ook subsidies voorzien waarvoor geen reglement voorhanden is, de zogenaamde 'nominatieve subsidies'.
Volgens het oude BVR BBC (d.d. 25 juni 2010) maakte de lijst met nominatief toegekende subsidies integraal deel uit van de beleidsnota van het budget(cfr. art. 16 6° BVR BBC). Deze lijst met nominatieve subsidies in het budget hield de beslissing van de gemeenteraad in tot toekenning van die subsidies. In het nieuwe BVR BBC(dd. 30 maart 2018) wordt deze lijst niet meer opgenomen als onderdeel van het meerjarenplan. In de documentatie, bijkomende informatie, van het meerjarenplan moet echter wel een overzicht worden opgenomen van de toegestane werkings-en investeringssubsidies (dit zijn alle ramingen op MAR 649 en 664). Dat betekent dus ook de nominatieve toelagen. Dat overzicht houdt niet langer een beslissing in, maar is louter informatief.
Voor de bevoegdheid tot het toekennen van subsidies, verwijzen we naar artikelen 41, 2de lid, 23° van het DLB. Dit artikel bepaalt dat de bevoegdheid voor het 'toekennen van nominatieve subsidies' toekomt aan de raad. De raad moet dus een besluit nemen tot nominatieve toekenning van elke subsidie afzonderlijk. Om niet elk dossier apart voor te leggen aan de raad, wordt thans globaal de lijst van nominatief toe te kennen subsidies voorgelegd aan de gemeenteraad, die deze kan goedkeuren voor uitbetaling in 2024.
Wanneer bij de toekenning van deze bedragen zou afgeweken worden of wanneer een nieuwe nominatieve subsidie zou toegekend worden aan een begunstigde die niet in de overzichtslijst in de documentatie (en bijlage) is opgenomen én deze binnen de grenzen van de globale exploitatie of investeringen blijft, dient dat betreffend dossier apart aan de gemeenteraad voorgelegd te worden voor goedkeuring zonder dat een aanpassing van het meerjarenplan vereist is.
Volgende subsidies/toelagen worden omwille van andere wetgeving uitgekeerd op basis van een apart raadsbesluit: de dotatie aan de hulpverleningszone, de dotatie aan de politiezone en de subsidies aan de kerkfabrieken.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de BBC(BVR BBC)
Het ministerieel besluit van de 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de BBC(MB BBC)
De omzendbrief KB/ABB 2019/4 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de BBC.
Artikel 1
De gemeenteraad kent de nominatieve subsidies 2024 toe volgens het document in bijlage gehecht.
Artikel 2
De gemeenteraad geeft de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de nominatieve subsidies uit te keren binnen het voorziene krediet per begunstigde zoals opgenomen in bijlage. Een nominatieve subsidie wordt uitgekeerd op basis van een apart raadsbesluit of een subsidieaanvraag. Een subsidieaanvraag wordt ondersteund met een kasverslag, jaarverslag of activiteitenverslag waaruit de financiële vraag duidelijk is. Na controle kan een nominatieve subsidie uitbetaald worden onder voorbehoud dat het uitvoeren van een nominatieve subsidie (deels) kan teruggevorderd worden wanneer de subsidie niet wordt aangewend voor de algemene werking van de begunstigde / aanvrager.
Gemeenteraadsbesluit van 20 december 2022 betreffende de aansluiting vastgoedinformatieplatform en vernieuwing retributiereglement vastgoedinformatie.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden.
Aanvragers wensen informatie over onroerende goederen van verschillende overheidsinstanties, waaronder gemeenten, centraal en gebundeld ontvangen.
De gemeente vindt het belangrijk dat potentiële kopers met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen over een onroerend goed.
Gemeenten zijn op zoek naar mogelijkheden om informatie over onroerende goederen efficiënter en veiliger te delen.
Het Vastgoedinformatieplatform is een elektronisch informatiesysteem om vastgoedinformatie te ontsluiten, samen te voegen en ter beschikking te stellen, en uit te wisselen tussen aanleverende entiteiten en aanvragers.
Het Vastgoedinformatieplatform wordt beheerd door het Vlaams Datanutsbedrijf (ook “Athumi” genoemd) zoals geregeld in het Decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform.
De gemeente kan via het Vastgoedinformatieplatform de door aanvragers aangevraagde vastgoedinformatie verzamelen in een product en dit product met vastgoedinformatie kan ontsluiten.
Het verzamelen en ontsluiten, via het Vastgoedinformatieplatform, van vastgoedinformatie en het samenvoegen van deze vastgoedinformatie in een product, op verzoek van aanvragers brengt voor de gemeente een administratieve last en bijhorende kost met zich mee.
De gemeente Lint wenst de kost voor het ontsluiten, samenvoegen en ter beschikking stellen van vastgoedinformatie via producten op de aanvrager ervan te verhalen.
Artikel 173, van de Grondwet.
Artikel 40, §3, van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Artikel 21, eerste lid, van het Decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform.
De artikelen 5.2.1, 5.2.5, 5.2.6 en 5.2.7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009.
De inkomsten van deze retributie worden geboekt op de registratiesleutel 0600 ARK 73189999.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de ingebruikname Vastgoedinformatieplatform en vernieuwing retributiereglement vastgoedinformatie goed:
RETRIBUTIEREGLEMENT VASTGOEDINFORMATIE
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;
2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;
3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;
4° Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem om vastgoedinformatie te ontsluiten, samen te voegen en ter beschikking te stellen;
5° product: een welbepaalde combinatie van vastgoedinformatie over één perceel, of een onderdeel ervan, die vooraf door het Vlaams Datanutsbedrijf is vastgelegd, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteiten, vermeld in het VIP-decreet in artikel 10, eerste tot en met derde lid, die wordt samengevoegd via het VIP, en die ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager via het VIP;
6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
7° Vlaamse instantie: een Vlaamse instantie als vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 2 december 2022 houdende machtiging tot oprichting van het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Datanutsbedrijf in de vorm van een naamloze vennootschap;
8° aanvrager: een professionele aanvrager (zoals vermeld in artikel 2, 18° van het VIP-decreet) of een burger (zoals vermeld in artikel 2, 7° van het VIP-decreet) of zijn vertegenwoordiger die een aanvraag indient via het VIP;
9° algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;
12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;
13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
14° VIP-decreet: decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform;
15° gemeentelijke bronretributie: de retributie die de aanvrager verschuldigd is aan een lokaal bestuur voor het ontsluiten, samenvoegen en ter beschikking stellen van vastgoedinformatie in een product.
Artikel 2
Algemeen
De aanvrager dient elektronisch een aanvraag in bij Athumi om een product via het Vastgoedinformatieplatform te ontvangen. Athumi ontvangt op elektronische wijze de vastgoedinformatie van de aanleverende entiteiten (de lokale gegevensbronnen en de centrale gegevensbronnen). De relevante vastgoedinformatie per perceel, of een onderdeel daarvan, wordt automatisch opgeladen in een product in het VIP of wordt door de aanleverende entiteiten aan het VIP bezorgd. Athumi en de gemeente stellen het product via het VIP ter beschikking aan de aanvrager.
In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van een product, verwerkt de gemeente die persoonsgegevens met als doeleinde om het product ter beschikking te kunnen stellen aan de aanvragers in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van één van de doelstellingen opgesomd in artikel 6 van het VIP-decreet.
Voor alle aanvragen die via het VIP verlopen, wordt ten voordele van gemeente Lint een gemeentelijke bronretributie geheven op aanvragen tot het verkrijgen van een product met vastgoedinformatie uit een lokale gegevensbron.
Artikel 3
Aanvrager van vastgoedinformatie
Alle aanvragen van producten, zoals vermeld in artikel 7 van het VIP-decreet, worden geacht via het VIP te verlopen. Het verplicht gebruik van het Vastgoedinformatieplatform wordt voor producten met vastgoedinformatie uit een lokale gegevensbron geregeld in het VIP-decreet.
Een oplijsting van alle organisaties die als aanvrager toegang krijgen tot het Vastgoedinformatieplatform voor aanvragen van producten wordt door Athumi ter beschikking gesteld op de website van Athumi[1].
De gemeentelijke bronretributie is, overeenkomstig artikel 21 van het VIP-decreet, verschuldigd door de aanvrager. Van zodra het VIP-decreet in werking treedt is eveneens de platformretributie in de zin van artikel 2, 15°, en 19, eerste lid, 1°, van het VIP-decreet verschuldigd door de aanvrager.
Dezelfde instanties die overeenkomstig artikel 23, §3, van het VIP-decreet zijn vrijgesteld van de platformretributie in de zin van artikel 2, 15°, en 19, eerste lid, 1°, van het VIP-decreet worden vrijgesteld van de betaling van gemeentelijke bronretributie. Het gaat in concreto over deze organisaties:
Artikel 4
Bedrag
Het bedrag van de gemeentelijke bronretributie wordt vastgelegd als volgt:
Voorwerp aanvraag |
Retributiebedrag per kadastraal perceel |
Product Vastgoedinlichtingen, zoals vermeld in hoofdstuk 8 van het VIP-decreet |
100 € |
Daarbovenop komt het bedrag van de platformretributie of platformvergoeding zoals vastgelegd in het VIP-decreet.
Artikel 5
Inning
Athumi int de gemeentelijke bronretributie conform artikel 21 van het VIP-decreet via het VIP in naam en voor rekening van de lokale overheden. De bronretributie wordt periodiek (maandelijks) integraal doorgestort aan de gemeente voor alle aangevraagde producten.
Artikel 6
Verwerking van persoonsgegevens
§1. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van de ontsluiting, samenvoeging en ter beschikkingstelling van vastgoedinformatie in een product, treden de gemeente Lint en Athumi voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken.
Athumi treedt op als verwerker voor de gemeente Lint wat betreft de verwerkingsactiviteiten die plaatsvinden in het kader van de heffing en de inning van de gemeentelijke bronretributie via het Vastgoedinformatieplatform.
De afspraken rond en de modaliteiten van de verwerkingen die de gemeente Lint en Athumi uitvoeren als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken respectievelijk als verwerkingsverantwoordelijke en verwerker zijn geregeld in de Toetredingsovereenkomst die te vinden is als Bijlage 1.
Artikel 7
Ondertekening
De vastgoedinformatie in het product die de gemeente Lint via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, wordt niet ondertekend aangezien het product een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het Decreet lokaal bestuur.
Artikel 8
Vervanging voorgaande reglementering
Dit reglement vervangt vanaf 30 januari 2024 alle retributiereglementen die betrekking hebben op aanvragen van producten, die kunnen worden aangevraagd via het Vastgoedinformatieplatform.
Artikel 9
Bekendmaking
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
[1] https://www.vlaanderen.be/digitaal-vlaanderen/athumi-het-vlaams-datanutsbedrijf/vastgoedinformatieplatform/gebruikersomgeving-vastgoedinformatieplatform
Rudy Verhoeven
voorzitter