De voorzitter opent de zitting op 28/09/2021 om 20:00.
De ontwerpnotulen worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad keurt de ontwerpnotulen van vorige zitting goed.
De gemeenten Hove, Edegem, Kontich, Lint, Boechout en Mortsel vormen een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid, in overeenstemming met het decreet van 6 juli 2001, houdende de intergemeentelijke samenwerking.
Op 12/12/2005 keurt het College van Burgemeester de samenwerkingsovereenkomst van de Interlokale Vereniging Bibkwintet goed voor de samenwerking tussen de gemeenten Hove, Edegem, Kontich, Lint en Aartselaar.
Op 27/02/2012 aanvaardt de gemeenteraad de gewijzigde samenwerkingsovereenkomst met het ontslag van Aartselaar en de toetreding van Boechout bij Bibkwintet.
Op 20/02/2017 keurt de gemeenteraad de gewijzigde teksten van de titel 'doelstellingen van de samenwerking' uit de beheersovereenkomst goed.
Op 9/11/2017 aanvaardt de gemeenteraad de gewijzigde samenwerkingsovereenkomst en de toetreding van Mortsel bij Bibkwintet.
Op 17/01/2020 keurt de vergadering van het beheerscomité van Bibkwintet een aangepaste versie van beheersovereenkomst en huishoudelijk reglement goed.
Op 25/06/2021 keurt de vergadering van het beheerscomité van Bibkwintet de toetreding van Aartselaar goed. De vergadering keurt eveneens de nieuwe verdeelsleutel goed die hiervan een gevolg is en beschreven wordt in de nieuwe beheersovereenkomst.
Cultuurdecreet 13 juli 2001 stimuleert bibliotheken om intergemeentelijk samen te werken.
Advies beheerscomité van Bibkwintet in de vergadering van 25/06/2021
De verdeelsleutel voor de bijdrage van elke gemeente wordt vastgesteld op basis van het aantal inwoners op 1 januari 2021 en blijft behouden voor de ganse legislatuur.
De gemeenteraad keurt de toetreding van Aartselaar tot Bibkwintet en de aangepaste beheersovereenkomst van de interlokale vereniging Bibkwintet goed.
De financiële dienst maakt een bestek op voor de financiering van een lening met projectbegeleiding en legt dit ter voorbereiding, van goedkeuring op de eerstvolgende gemeenteraad, voor aan het CBS 13/9/2021.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten artikel 28, §1, 6°
Het aanstellen van een onafhankelijk projectbegeleider (en doublure) geeft tal van voordelen voor het lokaal bestuur. De begeleiding zorgt, dankzij hun ervaring in de sector, voor een pro-actieve tussenkomst op juridisch, technisch en financieel vlak.
Gezien leningen worden uitgesloten van de wet inzake overheidsopdrachten(wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten artikel 28, §1, 6°), hoeft er voor een lening geen overheidsopdracht uitgeschreven te worden. Het lokaal bestuur is wel verplicht om de algemene beginselen van behoorlijk bestuur te respecteren.
De voorziene raming voor het ereloon van de architect kosten bedraagt 10%. De opdracht werd op het CBS van 19/4/2021 gegund aan "met zicht op zee" aan een ereloonpercentage van 7,8%. Het voorziene krediet werd hoger ingeschat dan de toewijzing, bijgevolg kan dit krediet aangesproken worden voor deze projectbegeleiding.
Artikel 1
Het lokaal bestuur gaat een financiering aan voor € 3.000.000,00, dit wordt tijdens het verdere verloop van de renovatie geëvalueerd in functie van de kredieten(budgetten) en de cashflow.
Artikel 2
Het bestek voor de financiering van een lening met projectbegeleiding wordt goedgekeurd door de gemeenteraad.
Het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019 over het reglement op het conformiteitsattest en de bijhorende heffing.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 oktober 2020 over het reglement op het conformiteitsattest en de bijhorende heffing.
Bij nazicht van het reglement blijkt dat financiële weerslag niet correct is opgenomen in het belastingreglement.
Decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, art 6-11, art. 15, art. 20, 20bis, 20ter.
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen van 12 juli 2013, art 3-10.
Decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de verordening houdende het verplicht stellen van een conformiteitsattest 29 juli 2013.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.
Decreet over het lokaal Bestuur.
De inkomsten van deze belastingen worden geboekt op de registratiesleutel MJP001375
Beleidsveld 0020 Fiscale aangelegenheden
ARK 73790000 Andere belastingen op patrimonium
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het reglement op het conformiteitsattest en de bijhorende heffing goed.
Artikel 1 Belasting
§1 Met ingang vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op huurwoningen die niet beschikken over een geldig conformiteitsattest, overeenkomstig de verordening conformiteitsattesten en het reglement op het aanvragen van een conformiteitsattest.
§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd door de eigenaar/verhuurder na het verstrijken van een termijn van 6 maanden, te rekenen de datum van het eerste woningonderzoek door de daartoe bevoegde woningcontroleur. Zolang de huurwoning niet beschikt over een geldig conformiteitsattest, blijft de heffing verschuldigd.
Artikel 2 Begripsomschrijving
Voor de toepassing van dit reglement worden onder meer volgende begrippen gebruikt:
1° aanpassing: de uitvoering van specifieke werkzaamheden om een woning te doen beantwoorden aan de woningbezetting, de gezinssamenstelling of aan de fysieke mogelijkheden van bejaarden en personen met een handicap;
2° administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid die door de gemeenteraad belast wordt met het beheer van de gemeentelijke inventaris;
3° beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen;
4° beveiligde zending: één van de hierna volgende betekeningswijzen:
a. een aangetekend schrijven;
b. een afgifte tegen ontvangstbewijs (analoog of digitaal);
5°conformiteitsattest: een document uitgereikt door de burgemeester dat stelt dat de huurwoning op dat moment voldoet aan de minimale veiligheids-, gezondheids- of kwaliteitsnormen, opgelegd door de Vlaamse Wooncode;
6° gemeentelijk ambtenaar of technisch medewerker IGEAN: de ambtenaar of medewerker die met toepassing van de regels, vastgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen binnen zijn ambtsgebied belast is met de opdrachten inzake woonkwaliteitsbewaking;
7° kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt;
8° onbewoonbare woning: een woning die niet in aanmerking komt voor bewoning omdat ze gebreken vertoont die een veiligheids- of een gezondheidsrisico inhouden;
9° ongeschikte woning: een woning die niet beantwoordt aan de veiligheids-, gezondheids- of kwaliteitsnormen, opgelegd door de Vlaamse Wooncode;
10° renovatie: de uitvoering van structurele ingrepen die vooral betrekking hebben op de stabiliteit, de bouwfysica of de veiligheid, aan een woning of gebouw dat bestemd is om te worden bewoond;
11° verbetering: de uitvoering van beperkte ingrepen van een woning, vooral met betrekking tot het comfort, de toegankelijkheid, de energie-efficiëntie of de privacy ten aanzien van de onmiddellijke woonomgeving;
12° woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.
Artikel 3 Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de eigenaar/verhuurder van de huurwoning die niet beschikt over een geldig conformiteitsattest zoals vermeld in art 3 §1 van het reglement op het aanvragen van een conformiteitsattest.
Artikel 4 Tarief van de belasting
§1. De belasting bedraagt:
- € 500 per wooneenheid
Indien de eigenaar-verhuurder na een periode van twaalf maanden niet beschikt over een geldig conformiteitsattest, zoals vermeld in art. 1 §2, dan bedraagt de belasting:
- € 1.000 per wooneenheid
Indien de eigenaar-verhuurder na een vierentwintig maanden niet beschikt over een geldig
conformiteitsattest, zoals vermeld in art. 1 §2, dan bedraagt de belasting:
- €1.500 per wooneenheid
Artikel 5
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 6
Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 §1 1° van het decreet over het lokaal bestuur.
28 mei 2019: brief IGEAN - aankoop huisvuil en gft-containers diftarproject; aankoop papiercontainers
17 juni 2019: besluit van college en burgemeester van 17/06/2019 IGEAN - aankoop papiercontainers - intentieverklaring
30 augustus 2021: besluit van college en burgemeester om retributiereglement selectieve inzameling van papier en karton met containers voor te leggen aan gemeenteraad
Het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval 2016-2022 stelt het beleid in Vlaanderen vast rond de selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval.
Dit Uitvoeringsplan vormt het algemeen kader voor de selectieve inzameling van diverse fracties.
Gelet op het Materialendecreet en op het Vlaams Reglement voor het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen, VLAREMA.
Artikel 26 van het Materialendecreet geeft aan de gemeenten de opdracht om huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk te voorkomen of te hergebruiken, op regelmatige tijdstippen op te halen of op een andere wijze in te zamelen.
In het retributiereglement van 17.12.2019 werden de tarieven vanaf 1.1.2020 vastgelegd voor de selectieve inzameling van huisvuil en gft met diftar.
De ophaling van huisvuil en gft gebeurt via containers met een chip die bij de lediging worden gewogen.
De ophaling van papier en karton gebeurt éénmaal om de 4 weken aan huis.
Het papier en karton kan momenteel enkel in dozen of samengebonden met natuurtouw kan aangeboden worden voor de inzameling aan huis.
Het is gebruiksvriendelijker voor de inwoners en meer ergonomisch voor de ophaler om het papier en karton in te zamelen in containers.
Het aanbieden van papier en karton in containers zorgt voor een properder straatbeeld tijdens de ophaaldagen.
Het is bijgevolg aangewezen dat de inwoners de keuze hebben om het papier en karton op de huidige aanbiedingswijze in bulk aan te bieden of via een papiercontainer van 120 of 240 liter. Het gebruik van een papiercontainer is niet verplicht.
De gele papiercontainer wordt aan huis geleverd en bevat een chip om de container te identificeren en toe te kennen aan het aansluitpunt.
Per aansluitpunt wordt er maximaal 1 papiercontainer van 120 l of 240 l ter beschikking gesteld. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden, en enkel op aanvraag en na goedkeuring van de gemeente, kan gebruik gemaakt worden van een container van 1 000 liter of van meer dan 1 papiercontainer.
De aankoop en verdeling van de containers brengt kosten met zich mee evenals de ophaling van het papier en karton. De gemengde ophaling is duurder dan de papierinzameling in bulk. Een deel van deze kosten wordt betaald door Fost Plus.
Er wordt voorgesteld om een retributie aan te rekenen voor het gebruik van de papiercontainer en dit via hetzelfde voorschot als voor de ophaling van huisvuil en gft.
Een goede verhouding tussen de tarieven voor de verschillende fracties zoals het gft, papier en karton, pmd en huisvuil is noodzakelijk om een correcte sortering te stimuleren. Voor de papiercontainers wordt daarom enkel een gebruiksrecht aangerekend.
Voorstel retributies:
120 l |
240 l |
1000 l |
|
gebruiksrecht papiercontainer (€/maand) |
0,2525 |
0,3535 |
3,0301 |
Het gebruiksrecht voor de papiercontainer zal geïnd worden via hetzelfde voorschottensysteem als voor huisvuil en gft.
De voorschot-, drempel- en minimumbedragen zijn:
120 l |
240 l |
1000 l |
|
voorschotbedrag (€) |
3 |
4,2 |
36 |
drempelbedrag (€) |
1,5 |
2 |
8 |
minimumbedrag (€) |
0 |
0 |
4 |
Het initiële bedrag wordt als voorschot gevraagd op de eerste betalingsuitnodiging voor inwoners die nog geen voorschot hebben. Als een aansluitpunt meerdere containers heeft d.w.z. ook voor huisvuil en/of gft, worden de voorschotbedragen samen geteld. Zodra het reëel verbruik van het aansluitpunt gekend is, wordt gewerkt volgens het principe van de slimme factuur en zijn de initiële bedragen niet meer van toepassing.
De hoogte van het drempelbedrag bepaalt wanneer een nieuwe betalingsuitnodiging wordt verstuurd aan het aansluitpunt. De drempelbedragen voor de verschillende containers bij een aansluitpunten worden hiervoor opgeteld.
Een jaarlijkse bijsturing van de retributies is aangewezen om de algemene kostenstijging te volgen en de verhouding inkomsten/kosten in balans te houden.
De voorschotten moeten worden betaald op een rekening van de gemeente.
Het gemeentedecreet geeft de bevoegdheden van de gemeenteraad aan.
De gemeente Lint is lid van IGEAN milieu & veiligheid en heeft beheersoverdracht aan IGEAN milieu & veiligheid gedaan.
Het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval 2016-2022 stelt het beleid in Vlaanderen vast rond de selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval.
Het Materialendecreet implementeert de Europese kaderrichtlijn (EG) 2008/98 voor het beheer van afvalstoffen in Vlaanderen.
19 september 2019: bespreking en positief advies van KliMiNa-raad om als gemeente op dit aanbod in te tekenen
15 september 2021: bespreking en positief advies van KliMiNa-raad over het retributiereglement
De kosten voor de aankoop en verdeling van de papiercontainers zijn ten laste van de gemeente. De hogere inzamelkost wordt deels door de gemeente en deels door Fost Plus gedragen. Via het gebruiksrecht dragen aansluitpunten met een papiercontainer bij in deze kosten.
De inkomsten van deze belastingen worden geboekt op de registratiesleutel [beleidsveld 0300 ARK 70200093] MJP001376
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het retributiereglement op de selectieve inzameling papier en karton met containers goed.
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2022 legt de gemeenteraad volgende retributie vast voor het gebruik van een papiercontainer:
120 l |
240 l |
1000 l |
|
gebruiksrecht papiercontainer (€/maand) |
0,2525 |
0,3535 |
3,0301 |
De aanrekening van het gebruiksrecht gebeurt maandelijks. Bij een wisseling van volume in de loop van de maand, zal het maandelijkse bedrag voor het initiële volume aangerekend worden tot het einde van die maand. De volgende maand zal het maandbedrag van het nieuwe volume aangerekend worden.
Artikel 2
De retributie is hoofdelijk verschuldigd door volgende personen of instanties die deel uitmaken van een aansluitpunt:
de referentiepersoon van elk gezin als zodanig ingeschreven in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister,
de referentiepersoon van elk gezin die op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft, hetzij tijdelijk, hetzij als tweede verblijf of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister en die beroep doet op de dienstverlening,
iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die als hoofd- en of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent en die beroep doet op de dienstverlening,
verenigingen, gemeenschapshuizen, openbare en semi-openbare instellingen, enz. die beroep doet op de dienstverlening,
Artikel 3
Voorschot
De retributie wordt betaald met voorschotten. In opdracht van de gemeente wordt er een uitnodiging tot betaling van een voorschot verstuurd.
Elk betaald voorschot blijft verbonden aan het betrokken aansluitpunt dat beroep wenst te doen op de dienstverlening. Maandelijks wordt het gebruiksrecht voor de papiercontainer van het voorschot afgehouden.
Drempelbedrag
Wanneer het voorschot daalt onder het drempelbedrag, ontvangt het aansluitpunt een nieuwe uitnodiging tot betaling van een voorschot. Dit voorschot kan afwijken van het initiële voorschot en wordt berekend op het geraamde gebruik van de dienstverlening voor het volgende jaar. Het geraamde verbruik is gebaseerd op reële verbruik van het aansluitpunt van de afgelopen periode die minstens uit 3 maanden bestaat.
Minimum bedrag
De voorschot-, drempel- en minimumbedragen voor de papiercontainers zijn:
120 l |
240 l |
1000 l |
|
voorschotbedrag (€) |
3 |
4,2 |
36 |
drempelbedrag (€) |
1,5 |
2 |
8 |
minimumbedrag (€) |
0 |
0 |
4 |
Als een aansluitpunt gebruik maakt van meerdere containers (huisvuil, gft, papier en karton) worden de voorschot-, drempel- en minimumbedragen samengeteld.
Artikel 4
Tarief omruiling container
De retributie voor het plaatsen of wisselen van volume na 30 kalenderdagen na de inhuizing van een nieuw aansluitpunt, bedraagt € 15.
Artikel 5
Tarief plaatsen slot
De retributie voor het leveren en plaatsen van een slot bedraagt € 20. De retributie voor het plaatsen of wisselen van volume en voor het leveren en plaatsen van een slot worden van het voorschot afgehouden onmiddellijk na de uitvoering van deze opdracht.
Artikel 6
Eindafrekening
Bij het beëindigen van de dienstverlening ontvangt het aansluitpunt een eindafrekening en wordt het eventueel overblijvend saldo van het voorschot terugbetaald.
Artikel 7
De retributies voor het gebruiksrecht voor de papiercontainers, vermeld in artikel 1, worden jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex en wel als volgt: elk bedrag wordt vermenigvuldigd met een factor met in de teller de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op 1 november van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het bedrag wordt gewijzigd, en met in de noemer de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op 1 november van het jaar dat voorafgaat aan de vaststelling van het vigerende bedrag. Het zo verkregen getal wordt naar boven afgerond op vier decimalen. De totale retributie zal bij elke afrekening afgerond worden op 2 decimalen.
Artikel 8
Bij niet-minnelijke regeling zal de inning bij burgerlijke rechtsvordering gebeuren.
Artikel 9
Een afschrift van dit besluit wordt aan de toezichthoudende overheid bezorgd en aan IGEAN milieu & veiligheid, die instaat voor de verdere uitvoering hiervan gelet op de beheersoverdracht aan IGEAN milieu & veiligheid.
17 september 2020: bespreking op KliMiNa-raad voor mogelijke omschakeling van tweewekelijkse naar wekelijkse huisvuilophaling aan huis
13 september 2021: besluit van college en burgemeester en schepenen om over te schakelen naar tweewekelijkse ophaling huisvuil en retributiereglement ondergrondse containers voor te leggen aan gemeenteraad
15 september 2021: bespreking en positief advies van KliMiNa-raad voor de omschakeling; voorstellen van locaties voor de ondergrondse huisvuilcontainer werden gedaan.
Momenteel wordt het huisvuil in de zomerperiode door Igean wekelijks opgehaald. In de Igean gemeenten is Lint hiermee bij de twee enige gemeenten (Hove en Lint). In het bestuursakkoord is opgenomen dat we deze wekelijkse huisvuilophaling wenselijk vinden maar dat we de kosten die hieraan verbonden zijn onderzoeken of deze aanvaardbaar zijn en nagaan of er alternatieven mogelijk zijn.
Sinds maart 2021 is overal in de Igean regio de P+MD afvalzak geïntroduceerd waardoor het plastic afval dat vroeger in het restafval moest, nu mee in de blauwe PMD zak kan. Hierdoor is bij veel huishoudens de hoeveelheid restafval sterk gezakt. Vandaag voelen we vanuit de gemeente aan dat er meer vraag is naar een wekelijkse ophaling van het P+MD dan van het restafval.
In de gemeente Hove is een proefproject lopende in kader van de mogelijke omschakeling van een wekelijkse ophaling in de zomer naar een tweewekelijkse voor huisvuil (restafval). Op het grondgebied Hove werd een ondergrondse grote huisvuilcontainer geplaatst, die 7 op 7 dagen, 24 u op 24 u kan gebruikt worden door alle Hovenaren, met behulp van hun ID-kaart. Er moet geen aparte pas voor aangevraagd worden wat het laagdrempelig maakt. Deze dienstverlening zorgt ervoor dat een burger op eender welk moment van de week en de dag zijn of haar huisvuil kwijt kan. Dit systeem is een interessant alternatief voor de wekelijkse ophalingen van huisvuil.
De plaats van deze ondergronde huisvuilcontainer wordt in samenspraak met Igean en de leverancier van de container gekozen, zodat deze goed bereikbaar is, voor zowel inwoner als voor de ophaler en dat deze geen overlast biedt aan omwonenden. De leden van de KliMiNa-raad bespraken alvast enkele suggesties voor locaties en ook de leden van de gemeenteraad worden uitgenodigd om suggesties voor locaties door te geven. Voor een goede locatie moeten we volgende punten in het oog houden: bereikbaar voor de ophaler, voldoende sociale controle, niet te dicht tegen bewoning om overlast te vermijden, gemakkelijk bereikbaar voor de Lintenaar, niet te ver van centrum,… Volgende locaties worden alvast als veelbelovend aanzien: Torfsstraat naast glascontainers, vooraan Oudstrijdersplein. Volgende locaties werden eerder als minder geschikt gezien: parking Lerenveld, aan het recyclagepark, vooraan of achteraan het Kerkplein, parking gemeentepark aan Kardinaal Cardijnlaan naast glasbollen.
Een retributie per inworp (volume van max 40L) zal gevraagd worden omdat er geen weging in de container kan gebeuren. Per aanbieding kan slechts één maal gebruik gemaakt worden van voormeld volume. De retributie per inworp zal iets hoger liggen dan wanneer het huisvuil wordt aangeboden in de tweewekelijkse huis-aan-huis ophaling omdat het niet de bedoeling is dat deze volledig vervangen wordt door de ondergrondse container.
Bijkomend, het aanbieden van het afval voor de huis-aan-huisinzameling zorgt op sommige locaties met dichte bewoning soms voor hinder door het groot aantal huisvuil- of gft-containers die samen aangeboden worden. Bovendien is het niet altijd gewenst om de afvalophalers (zware vrachtwagens) tot diep in de wijk te laten rijden. Om die reden zullen op bepaalde adressen, aangeduid door de gemeente, ondergrondse containers geplaatst worden die verplicht moeten gebruikt worden.
In samenspraak met de gemeente en afhankelijk van de locatie, kunnen ondergrondse containers voorzien worden voor één of meerdere van volgende fracties: huisvuil, gft, pmd, papier en karton, glas.
De ondergrondse containers voor huisvuil, gft, pmd en papier en karton kunnen afhankelijk van de locatie gebruikt worden door alle inwoners van de gemeente of voor een aantal vastgelegde adressen. De inwoners van deze vastgelegde adressen kunnen dan geen afval aanbieden tijdens de huis-aan-huisinzameling.
De ondergrondse containers voor glas mogen, net als de glasbollen, door iedereen gebruikt worden.
De volumes van de vulopeningen van volgende ondergrondse containers zijn:
huisvuil: 40 liter
gft: 30 liter
pmd: 40 liter
Per aanbieding en per fractie kan slechts één maal gebruik gemaakt worden van voormeld volume.
De inwoners bepalen zelf wanneer zij, tijdens de toegelaten uren, het afval in de ondergrondse container deponeren;
De inwoners maken hiervoor gebruik van een toegangskaart of elektronische identiteitskaart, behalve voor glas.
Per gezin wordt indien nodig één toegangskaart voorzien die gebruikt kan worden door alle gezinsleden.
De toegangskaarten worden bezorgd via de firma die door IGEAN werd aangeduid voor de nazorg van het diftarproject.
De houders van een toegangskaart kunnen met vragen terecht op het gratis nummer van de infolijn.
Het onderhoud en de lediging van de containers, de verwerking van de afvalstoffen en de nazorg brengen kosten met zich mee. Daarom wordt er een retributie aangerekend voor het gebruik van de ondergrondse containers.
De retributie is afhankelijk van het type afval en het maximum volume dat per keer aangeboden kan worden.
De retributie moet gelijkaardig zijn aan de retributie voor de huis-aan-huisinzameling voor inwoners die verplicht gebruik maken van de ondergrondse containers. Een hoger tarief is van toepassing voor inwoners die gebruik maken van de ondergrondse container voor het aanbieden van extra huisvuil.
De retributie wordt betaald met voorschotten op een rekening van de gemeente.
Teneinde deze wijziging in dienstverlening te staven is het belangrijk dat de communicatie naar de Lintse burger tijdig en duidelijk overgemaakt wordt en regelmatig herhaald wordt.
Het gemeentedecreet geeft de bevoegdheden van de gemeenteraad aan.
De gemeente Lint is lid van IGEAN milieu & veiligheid en heeft beheersoverdracht aan IGEAN milieu & veiligheid gedaan.
Het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval 2016-2022 stelt het beleid in Vlaanderen vast rond de selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval.
Dit Uitvoeringsplan vormt het algemeen kader voor de selectieve inzameling van diverse fracties.
Het Materialendecreet implementeert de Europese kaderrichtlijn (EG) 2008/98 voor het beheer van afvalstoffen in Vlaanderen.
Gelet op artikel 26 van het Materialendecreet dat aan de gemeenten de opdracht geeft om huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk te voorkomen of te hergebruiken, op regelmatige tijdstippen op te halen of op een andere wijze in te zamelen.
Het Vlaams Reglement voor het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen, VLAREMA, bevat o.a. voorschriften voor de selectieve inzameling van afvalstoffen.
De kosten voor de lediging van de ondergrondse containers en de verwerking van het afval, de kosten voor het onderhoud van de containers en het beheer van de aansluitpunten wordt via de eindafrekening van IGEAN aan de gemeente aangerekend.
Artikel 1
Vanaf 2022 zal Lint het huisvuil 2-wekelijks laten ophalen door IGEAN.
Artikel 2
Eén ondergrondse container zal geplaatst worden op grondgebied Lint en de locatie zal door het college van burgemeester en schepenen beslist worden, in samenspraak met Igean en de leverancier van de container. Suggesties voor locaties worden gevraagd en besproken met de leden van de KliMiNa-raad en ook de leden van de gemeenteraad worden uitgenodigd om suggesties voor locaties door te geven.
De plaatsing van een bijkomende tweede ondergrondse container kan overwogen worden indien de nood hiervoor duidelijk wordt. Hiervoor zal het gebruik van de eerste container geëvalueerd worden.
Artikel 3
De dienst communicatie zal tijdig hierrond de gepaste communicatie voeren.
De gemeenteraad heeft in zitting van 17 december 2019 de retributies goedgekeurd voor de selectieve inzameling van huisvuil en gft met diftar.
De gemeenteraad heeft in zitting van 28 september 2021 de retributies goedgekeurd voor de papiercontainers.
De gemeenteraad heeft in zitting van 28 september 2021 het plaatsen van een ondergrondse huisvuilcontainer goedgekeurd.
In samenspraak met de gemeente en Igean én afhankelijk van de locatie, kunnen ondergrondse containers voorzien worden voor één of meerdere van volgende fracties: huisvuil, gft, pmd, papier en karton, glas.
Op het grondgebied Lint zal voorlopig één ondergrondse grote huisvuilcontainer geplaatst worden, die 7 op 7 dagen, 24 u op 24 u kan gebruikt worden door alle Lintenaren, met behulp van hun ID-kaart.
Een retributie per inworp zal gevraagd worden omdat er geen weging in de container kan gebeuren. Per aanbieding kan slechts één maal gebruik gemaakt worden van voormeld volume. De retributie per inworp zal iets hoger liggen dan wanneer het huisvuil wordt aangeboden in de tweewekelijkse huis-aan-huis ophaling omdat het niet de bedoeling is dat deze volledig vervangen wordt door de ondergrondse container.
Het gemeentedecreet geeft de bevoegdheden van de gemeenteraad aan.
De gemeente Lint is lid van IGEAN milieu & veiligheid en heeft beheersoverdracht aan IGEAN milieu & veiligheid gedaan.
Het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval 2016-2022 stelt het beleid in Vlaanderen vast rond de selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval.
Het Materialendecreet implementeert de Europese kaderrichtlijn (EG) 2008/98 voor het beheer van afvalstoffen in Vlaanderen.
De gemeente int de retributies op MJP000397 DIFTAR opbrengst restafval.
Artikel 1
Volgend retributiereglement voor ondergrondse containers wordt goedgekeurd.
Artikel 1
Met ingang van 1.1.2022 wordt volgende retributie gevestigd op het aanbieden van afval in een ondergrondse container indien de inwoner hiervan verplicht gebruik maakt:
Voor het gebruik van de ondergrondse containers via de elektronische identiteitskaart of een toegangskaart wordt een gebruiksrecht gevestigd van € 0,25 per maand voor elke inwoner die verplicht gebruik maakt van de ondergrondse containers, ongeacht het aantal keer dat het aansluitpunt huisvuil aanbiedt.
Voor de vervanging van een toegangskaart, wegens verlies, beschadiging of vernietiging, wordt een retributie aangerekend van € 10,00.
Artikel 1 bis
Met ingang van 1.1.2022 wordt volgende retributie gevestigd op het aanbieden van afval in een ondergrondse container indien dit voor de inwoner een extra dienstverlening is naast de huis-aan-huisinzameling:
huisvuil: € 1,65 per aanbieding van max. 40 liter
Artikel 2
De retributie is hoofdelijk verschuldigd door volgende personen of instanties die deel uitmaken van een aansluitpunt:
Artikel 3
Voorschot
De retributie wordt betaald met voorschotten. In opdracht van de gemeente wordt er een uitnodiging tot betaling van een voorschot verstuurd.
Elk betaald voorschot blijft verbonden aan het betrokken aansluitpunt dat beroep wenst te doen op de dienstverlening. Telkens een aansluitpunt beroep doet op de selectieve inzameling van huisvuil of gft, wordt het daarmee samenhangend bedrag van de retributies van het voorschot afgehouden.
Het voorschot bedraagt € 50.
Aan inwoners die al een voorschot voorzien hebben voor de huis-aan-huisinzameling van het huisvuil en/of het gft en/of papier en karton wordt geen extra betalingsuitnodiging verstuurd. De retributie per aanbieding wordt van dit voorschot afgehouden.
Drempelbedrag
Wanneer het voorschot daalt onder het drempelbedrag, ontvangt het aansluitpunt een nieuwe uitnodiging tot betaling van een voorschot. Dit voorschot kan afwijken van het initiële voorschot en wordt berekend op het geraamde gebruik van de dienstverlening voor het volgende jaar. Het geraamde verbruik is gebaseerd op reële verbruik van het aansluitpunt van de afgelopen periode die minstens uit 3 maanden bestaat.
Het drempelbedrag is € 12.
Minimum bedrag
Als het voorschot onder het minimum bedrag daalt, zal er geen toegang tot de ondergrondse containers meer zijn totdat er opnieuw een voldoende voorschot betaald werd. Het minimumbedrag is € 3 voor de ondergrondse containers. Als het aansluitpunt ook containers heeft voor huisvuil, gft en/of papier en karton, bepalen de minimumbedragen voor de containers het vereiste minimum bedrag van het voorschot.
Artikel 4
Bij het beëindigen van de dienstverlening ontvangt het aansluitpunt een eindafrekening en wordt het eventueel overblijvend saldo van het voorschot terugbetaald.
Artikel 5
Bij niet-minnelijke regeling zal de inning bij burgerlijke rechtsvordering gebeuren.
Artikel 6
De retributies, vermeld in artikel 1, m.u.v. de retributie voor het aanbieden van pmd en voor de vervanging van de toegangskaart, worden jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex en wel als volgt: elk bedrag wordt vermenigvuldigd met een factor met in de teller de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op 1 november van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het bedrag wordt gewijzigd, en met in de noemer de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op 1 november van het jaar dat voorafgaat aan de vaststelling van het vigerende bedrag. Het zo verkregen getal wordt naar boven afgerond op twee decimalen.
Artikel 7
Een afschrift van dit besluit wordt aan de toezichthoudende overheid bezorgd en aan IGEAN milieu & veiligheid, die instaat voor de verdere uitvoering hiervan gelet op de beheersoverdracht aan IGEAN milieu & veiligheid.
Het Decreet over het lokaal van bestuur van 22 december 2017 voorziet in een geïntegreerde planning van de gemeente en het OCMW. De decreetgever beperkt voortaan de verplichte rapportering aan de Raad omwille van kredietwijziging en autorisatie van de kredieten door meer de nadruk te leggen op de rapportering over realisatie van het geplande beleid in een opvolgingsrapportering. De toepassing van de nieuwe regels impliceert dat er over de realisatie van het meerjarenplan wordt gerapporteerd middels deze opvolgingsrapportering. De decreetgever versterkt de inhoudelijke rapportering naar de Raad. Deze bevat een overzicht van de realisatie van de prioritaire doelstellingen. De aanrekeningen die in de rapporten worden getoond, betreffen in regel de boekingen tot en met eind juni 2021.
Informatief wordt er ook een opvolgingsrapport van de niet-prioritaire acties bezorgd aan de raadsleden. (Overzicht van de doelstellingen/actieplannen/acties)
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 263
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, artikel 6 en artikel 29
Positief advies van de MAT-vergadering 31 augustus 2021
De gemeenteraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering 2021, zoals toegevoegd in bijlage.
Vlaanderen en de lokale besturen slaan, d.m.v. het Lokaal Energie- en Klimaatpact de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Aan de hand van concrete en herkenbare werven (zie hieronder) wil men inzetten op krachtdadig beleid. Er wordt hierbij ingezet op een gelijktijdige bottom-up en top-down aanpak. Beide actoren, de Vlaamse overheid en de lokale besturen geven aan werk te maken van concrete engagementen zoals hieronder vermeld:
Lokale besturen engageren zich om:
De Vlaamse overheid engageert zich om:
Door de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact geeft uw gemeente aan actie te ondernemen om de doelstellingen vermeldt in de onderstaande werven waar te maken (De doelstellingen zijn bepaald voor Vlaanderen, als gemeente wordt u niet aangesproken op het niet behalen van een doelstelling op gemeentelijk niveau.):
Rekening houdende met:
- de internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen;
- het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken;
- het ondertekenen door de gemeente Lint van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen;
- het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030
- het Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019-2024
Ook de Vlaamse en lokale overheden nemen hun verantwoordelijkheid en geven het goede voorbeeld. Net zoals de Vlaamse Overheid zullen gemeenten, steden, intercommunales, OCMW’s, provincies en autonome gemeentebedrijven worden gevraagd dat zij hun broeikasgassen met 40% reduceren in 2030 ten opzichte van 2015 en vanaf 2020 per jaar een energiebesparing van 2,09% realiseren op het energieverbruik van hun gebouwenpark (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed).
- art. 2 van het Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”
is het wenselijk dat de gemeente het Lokaal Energie- en Klimaatpact ondertekent en de gewenste en mogelijke acties uitvoert. Bijgevolg heeft de gemeente recht op financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid d.m.v. trekkingsrecht. (zie bijlage)
Artikel 1
De gemeenteraad beslist om het Lokaal Energie- en Klimaatpact te ondertekenen.
Gemeenteraadsbesluit van 28 februari 2005 waarmee werd besloten over te gaan tot de oprichting van een gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO).
Gemeenteraadsbesluit van 25 juni 2013 met betrekking tot de samenstelling van de GECORO.
Gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2020 met betrekking tot wijziging en hernieuwen van de samenstelling van de GECORO.
Collegebesluit van 7 september 2020 met kennisname van het ontslag van GECOROvoorzitter Johan Laurent.
Collegebesluit van 1 februari 2021 met kennisname van het ontslag van GECOROplaatsvervangend lid Pieter Celis.
Collegebesluit van 8 maart 2021 met kennisname van het ontslag van GECORO-lid Frank Gubbi.
Collegebesluit van 19 april 2021 met bekrachtiging van het ontslag van Johan Laurent, Pieter Celis en Frank Gubbi en aktename van de aanstelling van Veronique Degroote als voorzitter
van de GECORO.
Gemeenteraadsbesluit van 29 juni 2021 betreffende de bekarchtiging van Veronique Degroote als nieuwe voorzitter.
Bij de start van de nieuwe legislatuur wordt volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) de GECORO benoemd.
De VCRO bepaalt dat voor een gemeente met minder dan 10.000 inwoners het ledenaantal minimum 7 en maximum 9 bedraagt. Minimum één vierde van de leden, waaronder de voorzitter, zijn deskundigen inzake ruimtelijke ordening.
De VCRO bepaalt dat voor een gemeente met minder dan 10.000 inwoners er minstens 3 geledingen worden opgenomen.
De gemeenteraad beslist welke maatschappelijke geledingen worden vertegenwoordigd in de GECORO. Volgende maatschappelijke geledingen worden volgens het betreffende
decreet als onderling verschillend benoemd:
- de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer milieu- en natuurverenigingen;
- de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van verenigingen van handelaars of landbouwers;
- de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van handelaars;
- de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van landbouwers;
- de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werknemers
Er wordt gekozen om de samenstelling van de GECORO te behouden met 7 leden, inbegrepen voorzitter - ondervoorzitter - deskundigen en uitgezonderd de secretaris.
Op basis van het ontvangen aantal kandidaturen is het mogelijk een evenwicht te bekomen tussen het aantal verenigingen en het aantal deskundigen in de GECORO. Door een afwisseling van de effectieve en plaatsvervangende leden van de verenigingen wordt er daarbij variatie bekomen.
Op basis van opleiding, beroepservaring en interesse in/affiniteit met ruimtelijke ordening worden volgende personen principieel voorgesteld:
• effectief lid: Veronique Degroote - voorzitter van de GECORO - wordt voorgedragen als voorzitter
• effectief lid: Annik Somers
plaatsvervanger: Sarah Primusz – plaatsvervanger
• effectief lid: Jo De Clercq
plaatsvervanger: Koen Schoeters
Het college draagt Veronique Degroote naar voren voor het voorzitterschap van de GECORO.
Voor de 4 maatschappelijke geledingen:
• ABVV - ACV
effectief lid Hugo Gebruers - Bijllaan 24, 2547 Lint
plaatsvervangend lid Klaas Madereel - Felix Timmermanslaan 18, 2547 Lint
• Boerenbond
effectief lid André de Weerdt - Liersesteenweg 288, 2547 Lint
plaatsvervangend lid Marc Bertels - Bossenstraat 63, 2547 Lint
• Natuurpunt
effectief lid Helena Bonte - Schaapdries 22, 2547 Lint
plaatsvervangend lid Dirk Raekelboom - Galgeveld 59, 2500 Lier
• Unizo - VOKA
effectief lid Machteld Persyn - Koning Albertstraat 19, 2547 Lint
plaatsvervangend lid Carl Trioen - Fabriekstraat 40, 2547 Lint
De rol van vaste secretaris zal door de gemeentelijke omgevingsambtenaar ruimtelijke ordening opgenomen worden.
De functie van ondervoorzitter zal door de nieuw samengestelde GECORO via stemming zelf toegewezen worden aan een effectief lid van de GECORO.
De politieke fracties zullen van elke vergadering van de GECORO op de hoogte worden gesteld. Ze krijgen hierbij de mogelijkheid om één politiek afgevaardigde deze vergadering te laten bijwonen.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening in werking getreden op 1 september 2009 en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 1.3.3. en 1.3.4..
Het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale, intergemeentelijke en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening, met latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van een deontologische code voor de leden van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke
De leden van de GECORO zullen vergoed worden conform het gemeenteraadsbesluit van 26 november 2019.
Artikel 1
De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) van Lint zal bestaan uit 7 leden met inbegrip van voorzitter, ondervoorzitter en deskundigen. Hiervan zullen 4 leden volgende maatschappelijke geledingen vertegenwoordigen:
- de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer milieu- en natuurverenigingen;
- de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van ondernemers met uitsluiting van verenigingen van landbouwers;
- de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van landbouwers;
- de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werknemers
Artikel 2
Mevrouw Veronique Degroote wordt aangeduid als voorzitter van de GECORO van onze gemeente.
Artikel 3
De ondervoorzitter van de GECORO kan door de GECORO zelf conform het huishoudelijk reglement aangeduid worden.
Artikel 4
Volgende personen worden aangesteld om te zetelen in de GECORO van Lint:
Als deskundigen:
• effectief lid: Annik Somers - Haakveld 12, 2547 Lint
plaatsvervanger: Sarah Primusz - Hoog Heibos 22, 2547 Lint
• effectief lid: Jo De Clercq - Waarloosstraat 16, 2547 Lint
plaatsvervanger: Koen Schoeters - Tarweblok 6, 2547 Lint
Namens de maatschappelijke geledingen:
• ABVV - ACV
effectief lid Hugo Gebruers - Bijllaan 24, 2547 Lint
plaatsvervangend lid Klaas Madereel - Felix Timmermanslaan 18, 2547 Lint
• Boerenbond
effectief lid André de Weerdt - Liersesteenweg 288, 2547 Lint
plaatsvervangend lid Marc Bertels - Bossenstraat 63, 2547 Lint
• Natuurpunt
effectief lid Helena Bonte - Schaapdries 22, 2547 Lint
plaatsvervangend lid Dirk Raekelboom - Galgeveld 59, 2500 Lier
• Unizo - VOKA
effectief lid Machteld Persyn - Koning Albertstraat 19, 2547 Lint
plaatsvervangend lid Carl Trioen - Fabriekstraat 40, 2547 Lint
Artikel 5
De gemeentelijke omgevingsambtenaar ruimtelijke ordening wordt aangeduid als vaste secretaris van de GECORO van de gemeente.
Artikel 6
De voorzitter van de GECORO zal bij elke nieuwe vergadering de politieke fracties aanschrijven met een uitnodiging voor één politiek afgevaardigde van de partij.
Besluit van het CBS d.d. 26/04/2021 waarbij kennis werd genomen van de pensionering van de algemeen directeur, Erik Prims, met ingang van 01/10/2021.
Op verzoek van het managementteam werd de functiebeschrijving van algemeen directeur aangepast door de MAT-leden zelf. De nieuwe versie, bijgevoegd in bijlage aan dit besluit, wordt ter goedkeuring voorgelegd. Het document werd op 27 juli 2021 aan de vakbonden bezorgd die geen opmerkingen hebben overgemaakt.
Art. 162 van het decreet lokaal bestuur stelt dat er in elke gemeente een algemeen directeur aanwezig moet zijn die ten dienste staat van zowel de gemeente als van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Door de pensionering van Erik Prims is de functie van algemeen directeur vacant en dient er een aanwervingsprocedure opgestart te worden voor de invulling van dit ambt.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, m.b. artikel 162 t/m 175
Artikel 589§3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel.
Besluit van de Vlaamse regering van 2 december 2016 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007.
Rechtspositiebesluit voor het Gemeentepersoneel, goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 september 2018.
Wet van 29 juli 1991 over de motivering van bestuurshandelingen.
De wedde van algemeen directeur is voorzien in het meerjarenplan
Artikel 1
De voltijdse statutaire functie van algemeen directeur wordt vacant verklaard en zal ingevuld worden via een aanwervingsprocedure, zoals bepaald in de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel.
Artikel 2
Het samenwerkingsvoorstel van Search & Selection, als bijlage aan dit besluit gevoegd, binnen het kader van de overheidsopdracht uitgevoerd door Poolstok, voor het organiseren van de selectieprocedure voor de functie van een voltijdse algemeen directeur wordt goedgekeurd.
Artikel 3
De functiebeschrijving van algemeen directeur, als bijlage aan dit besluit gevoegd, wordt goedgekeurd.
Artikel 4
De publicatie voor de kandidaatstelling voor de vacante betrekking zal gebeuren via: Gemeentelijke website - VDAB - VVSG - Poolstok - werkenbijdeoverheid - Stepstone - Linkedin Inmail - facebook en nog nader te bepalen persorgaan.
Artikel 5
De functie wordt vacant verklaard op 28 september 2021
De publicatie vangt aan op 29 september 2021
De kandidaten worden aanvaard t/m 2 november 2021
Artikel 6
De selectiecommissie wordt in overleg met Search & Selection en Poolstok als volgt vastgesteld:
* Tom Bertens, senior projectleider Search & Selection, voorzitter van de selectiecommissie
* Marijke Deroover, algemeen directeur, Wommelgem
* Bjorn Caljon (onder voorbehoud), algemeen directeur Bornem
* Secretaris van de selectiecommissie: Tom Bertens (onder voorbehoud), senior projectleider Search & Selection
Artikel 7
Op basis van de functiebeschrijving moeten de kandidaten naast de geldende algemene toelatings- en wervingsvoorwaarden, zoals bepaald in de rechtspositieregeling voldoen aan de volgende vereisten:
* De Belgische nationaliteit hebben
* Voldoen aan de diplomavereiste die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is, conform het ministerieel besluit van de Vlaamse Overheid van 19 februari 2013 tot vaststelling van de lijst van erkende diploma's of getuigschriften per niveau ter uitvoering van art.11, §2, tweede lid van het Besluit van 7 december 2007 van de Vlaamse regering betreffende de rechtpositieregeling van het gemeente- en provinciepersoneel, met name een masterdiploma of een diploma hieraan gelijkgesteld.
* Gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten beschikken over 5 jaar relevante en leidinggevende ervaing op managementniveau.
Artikel 8
CV-screening:
Houder zijn van een diploma van het universitair onderwijs (master/licentiaat) of van het niveau van hoger onderwijs lange type (gelijkgesteld met het universitair onderwijs) én op de afsluitdatum van de kandidatuurstelling 5 jaar relevante ervaring hebben in een leidinggevende functie op managementniveau.
Preselectie:
Onder de vorm van een vragenlijst dienen de kandidaten enerzijds hun bagage te verduidelijken die zij verworven hebben mbt de diverse relevante domeinen voor de vacature, anderzijds hun motivatie te verduidelijken. De preselectievragenlijst is opgenomen in het kandidaatstellingsformulier.
Indien er meer dan 30 kandidaten zijn, is deze vragenlijst eliminerend. Om te slagen dienen de kandidaten minstens 12/20 te behalen. De eerste 15 kandidaten met een score hoger dan 12/20 worden meegenomen. Kandidaten met een ex aequo op plaats 15 worden allemaal meegenomen.
Verkennend gesprek:
De geselecteerde kandidaten worden uitgenodigd voor een verkennend gesprek, hierin komen volgende aspecten aan bod:
Motivatie
Inpasbaarheid binnen de overheid
Inzicht in de functie
Relevantie van de ervaring
Communicatieve vaardigheden
Dit gedeelte resulteert in een beschrijvend rapport met een eindbeoordeling op 30 punten. Om te slagen voor dit gedeelte moet de kandidaat minstens 50% van de punten behalen.
Mondeling gedeelte met thuisopdracht:
Dit gedeelte bestaat een presentatie van een managementcase die de kandidaat op voorhand thuis heeft voorbereid en een gesprek met de jury.
Volgende competenties worden onder voorbehoud door de jury beoordeeld:
Vaktechnische expertise, kennis en managementinzichten
Relevantie van de ervaring
Motivatie
Samenwerken
Overtuigingskracht
Visieontwikkeling
Resultaatsgerichtheid
Besluitvaardigheid
Het schriftelijk gedeelte (thuisopdracht) resulteert in een motivering per kandidaat met een eindbeoordeling op 30 punten. De kandidaten dienen minstens 50% van de punten te behalen. Het mondeling gedeelte resulteert in een motivering per kandidaat met een eindbeoordeling op 40 punten. De kandidaten dienen minstens 50% van de punten te behalen. De eerste 3 kandidaten met in totaal een score hoger dan 60 op 100 voor het verkennend gesprek, mondelinge en schriftelijke proef samen worden meegenomen naar het assessment.
Assessment center:
Tijdens het assessment center worden een aantal gedragscompetenties getoetst die gebaseerd zijn op de functieomschrijving.
Volgende competenties worden onder voorbehoud tijdens het assessment beoordeeld:
Leiding geven: sturen en ontwikkelen
Samenwerken
Organisatiebetrokkenheid
Netwerken
Visieontwikkeling
Resultaatsgerichtheid
Plannen en organiseren
Klantgerichtheid
Dit gedeelte resulteert in een beschrijvend rapport met een advies “geschikt”, “niet geschikt”.
Eindrangschikking:
De eindrangschikking van geslaagde kandidaten wordt opgemaakt op basis van de resultaten van het verkennend gesprek, het schriftelijke en mondeling gedeelte en het assessment center.
Kandidaten die worden opgenomen in de eindrangschikking van geslaagde kandidaten dienen minstens 50% van de punten te behalen op elk gedeelte afzonderlijk en 60% op het geheel van het examen.
De 3 eerst gerangschikte kandidaten zijn de kandidaten met de hoogste scores en een 'geschikt' voor het assessment center.
Rekening houdend met het art. 589 par.3 van het decreet lokaal bestuur dat bepaalt dat de voormalige secretarissen uit gemeenten en OCMW die niet benoemd werden als algemeen directeur in een overgangsfase tot 31 december 2023, vrijgesteld zijn van deelname aan de selectieproeven en geacht worden hieraan te voldoen. Om een objectieve vergelijking mogelijk te maken tussen de kandidaten uit de officiële wervingsprocedure en de secretarissen die als kandidaat instromen via artikel 589 van het decreet lokaal bestuur, wordt een bijkomende proef voorzien.
Deze proef bestaat uit een jurygesprek met dezelfde selectiecommissie waarbij de vooropgestelde competenties getoetst worden zodat de jury een vergelijking op basis van titels en verdiensten kan opmaken tussen de geslaagde kandidaten uit de selectieprocedure en de op basis van artikel 589 §3 vrijgestelde kandidaten algemeen directeur.
Vergelijking van titels en verdiensten:
Indien er kandidaten zijn die zich beroepen op de waarborgregeling beschreven in artikel 589 §3 worden de geslaagde kandidaten op bovenstaande selectieprocedure en de kandidaten die zich beroepen op de waarborgregeling onderworpen aan enkele richtinggevende/vergelijkende proeven. Deze vergelijkende proeven zijn niet eliminerend en resulteren in een kwalitatieve beoordeling. Het is enkel adviserend bedoeld voor de aanstellende overheid in het kader van de vergelijking van titels en verdiensten.
We stellen voor de 3 eerst gerangschikte kandidaten uit de reguliere procedure, op voorwaarde dat zij de beoordeling 'geschikt' krijgen op het AC in de reguliere procedure, en de kandidaat / kandidaten die instroomt via de waarborgregeling te onderwerpen aan een managementcasus en een interview met de jury die dienst doet als vergelijkende proef tussen beide kandidaten.
Presentatie van managementcase met jurygesprek voor de vergelijking van titels en verdiensten:
Dit gedeelte bestaat een presentatie van een managementcase die de kandidaat op de dag zelf voorbereid en een gesprek met de jury.
Volgende competenties worden onder voorbehoud door de jury vergeleken:
Vaktechnische expertise, kennis en managementinzichten
Motivatie
Leiding geven: sturen en ontwikkelen
Samenwerken
Overtuigingskracht
Visieontwikkeling
Resultaatsgerichtheid
Besluitvaardigheid
Plannen en organiseren
Klantgerichtheid
Op 22 juni 2021 besliste het managementteam om in te zetten op bedrijfsfietsen als bijkomende maatregel ter ondersteuning van het woon-werkverkeer.
Op 12 juli 2021 (CBS/2021/460) keurde het college het principe van het fietsplan en fietspolicy goed.
De mogelijkheden om medewerkers een fiets ter beschikking te stellen als ondersteuning door de werkgever van het woon-werkverkeer, zijn aan een opmars bezig. Er is bij het lokaal bestuur Lint nog een potentieel van medewerkers die met een fiets naar het werk kan komen maar het nu nog niet doen. Het ter beschikking stellen van een fiets kan hiertoe een bijdrage leveren en financiële drempels voor het aanschaffen van een goede fiets weghalen.
Op 12 maart 2021 keurde de Vlaamse regering een besluit goed ter bevordering van de fietsmobiliteit. Dit besluit maakt het mogelijk voor lokale besturen om flexibel te verlonen in het kader van fietsmobiliteit. Fietsmobiliteit kan ruim begrepen worden: dit kan zowel leasing zijn als aankoop van fietsen door de werkgever. De fietsmobiliteit kan naast een fiets, ook de fietsaccessoires en -opties en fietsverzekeringen omvatten.
Het lokaal bestuur Lint wenst daarom zijn medewerkers de mogelijkheid te geven om in te stappen in een fietsplan, via het ter beschikking stellen van een fiets door de werkgever.
De fiets wordt drie jaar ter beschikking gesteld van de werknemer met op het einde de verplichting van de werknemer om deze fiets over te nemen voor de restwaarde.
Inbegrepen zijn één jaarlijks onderhoud en een verzekering tegen diefstal en totaal verlies. Het fietsplan is combineerbaar met een fietsvergoeding. De medewerker is vrij de fiets te gebruiken voor zowel woon-werk als privégebruik. Na drie jaar kan een nieuw fietsplan aangegaan worden.
De rechten en plichten van de medewerker verbonden aan het fietsplan zijn opgenomen in een fietspolicy. Deze fietspolicy bevat onder andere:
De betaling van de fiets door de medewerker zal gebeuren via ruil van bruto eindejaarspremie. Medewerkers krijgen de keuze om daarnaast maximum drie vakantiedagen per jaar in te ruilen.
De medewerker tekent hiervoor een addendum bij de arbeidsovereenkomst (contractuele medewerkers) of een akkoord tot inhouding van wedde (statutaire medewerkers).
Fietsvergoeding kan worden gebruikt bij een openstaande saldo op het einde van het contract.
Door het inleveren van bruto eindejaarspremie en vakantiedagen, krijgt de werknemer extra netto koopkracht terug. Het verschil in loonkost voor het lokaal bestuur enerzijds en het bruto- en nettoloon voor de medewerker anderzijds, vormen een zodanige hefboom dat aankoop van een fiets via de werkgever economisch aantrekkelijk wordt voor de werknemers. Er zijn verschillen in de hefboom tussen contractuelen en statutairen, omwille van een verschil in inhoudingen en patronale bijdragen.
De gederfde werkgeversbijdrage ten bedrage van 20% van het fietspakket zal aan de werknemer (ongeacht of hij contractueel of statutair is) gegeven worden ter bevordering van de fietsmobiliteit.
Er zal nog een aanpassing aan de rechtspositieregeling voorgesteld worden.
In bijlage vindt u het bestek dat we wensen uit te sturen naar meerdere lokale fietshandelaren. Deze fietshandelaren werden geselecteerd omdat ze meerdere vestigingen hebben, zodat de werknemers een ruime keuze hebben. Bedoeling is een raamovereenkomst aan te gaan met maximum 7 fietshandelaren.
Besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 houdende maatregelen ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door COVID-19 en tot wijziging van de minimale voorwaarden voor de rechtspositieregeling van het personeel van de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de provincies.
De representatieve vakbonden werden op 26/07/2021 in kennis gesteld van het fietsplan en de bijlagen.
Het fietsplan is in principe budgetneutraal, maar er zijn beperkte financiële gevolgen. Bij de opmaak van de budgetten voor de volgende jaren zullen de nodige budgettaire voorzieningen getroffen worden. De kost van het fietsplan wordt in principe over een periode van maximum 3 jaar volledig terugbetaald via de bruto eindejaarstoelage, 20% van de gederfde patronale bijdrage, eventueel de inlevering van maximum 3 verlofdagen per jaar en de betaling van de restwaarde door de werknemer op het einde van de looptijd.
Zowel het werkgeversaandeel als het werknemersaandeel wordt verrekend in het personeelsbudget. De eventuele inzet van vakantiedagen als ruilmiddel, kan een beperkte extra loonkost zijn voor de werkgever. De werkgever krijgt hiervoor wel extra arbeid in ruil. Als een medewerker vakantiedagen ruilt zal er een beperkte verhoogde loonkost zijn. Hoeveel de waarde van een vakantiedag is hangt af van de looncategorie van het personeelslid. We schatten dat de kostprijs tussen € 2.000 en € 12.000/jaar zou kunnen zijn.
Om dit te berekenen zijn we er vanuit gegaan dat 25 personeelsleden van verschillende loonniveaus (loonschalen E1 tem A2a) 3 vakantiedagen per jaar zouden inzetten en aan een voltijds regime werken, dan zou de kostprijs € 12.000/jaar zijn. Als deze 25 personeelsleden halftijds zouden werken en slechts 1 vakantiedag/jaar ruilen zou dit neerkomen op een kost van € 2.000/jaar.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het bestek voor de aankoop van een fietspakket voor de personeelsleden van de gemeente en van het OCMW goed.
Burgemeesterbesluit van 19 oktober 2020: samenwerkingsovereenkomst met Agentschap Zorg en Gezondheid tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken. (optie 1)
Gemeenteraad van 27 oktober 2020: bekrachtiging van het burgemeesterbesluit van 19 oktober 2020.
Gemeenteraad van 27 april 2021 met goedkeuring addendum aan samenwerkingsovereenkomst - verlenging tot en met 30 juni 2021.
Gemeenteraad van 31 mei 2021 met goedkeuring addendum aan samenwerkingsovereenkomst - verlenging tot en met 31 augustus 2021.
Sedert de opstart vormt optie 1 (bronopsporing, en quarantainecoaching) een belangrijk beheersinstrument om (1) contacten van besmette personen snel te identificeren en in quarantaine te plaatsen, (2) (uitbraak)clusters te detecteren en isoleren en (3) burgers blijvend aan te moedigen en te sensibiliseren om de basismaatregelen vol te houden om zo de transmissie van het COVID-19 virus te doorbreken en deze pandemie in te dijken.
Bij bronopsporing wordt gezocht van wie de besmette persoon zelf de besmetting heeft opgelopen. Bronopsporing heeft als voordeel dat heel gericht kan gezocht worden waar de besmettingen vandaan komen en de lokale besturen als beleidsmakers heel gericht maatregelen (preventie, sensibilisering, handhaving) kunnen nemen.
Als enige niveau ondernemen lokale besturen concrete acties om de bronopsporing te versterken. Ze leggen verbanden door analyse van de beschikbare gegevens, inclusief de gegevens verkregen uit de samenwerkingsovereenkomst met de zorgraad, waardoor ogenschijnlijk willekeurige besmettingen tot één en dezelfde bron kunnen worden teruggebracht om op die manier verdere verspreiding van COVID-19 te beperken door het aanpassen van het lokale beleid inzake infectiebestrijding. Wanneer zij hotspots detecteren, nemen zij eveneens maatregelen om deze te isoleren en zo mogelijk in te perken.
Intussen vordert de vaccinatiecampagne in Vlaanderen met rasse schreden. Niettemin zal bronopsporing de komende maanden nodig blijven. Dit blijft een tweede belangrijke beschermingslinie tegen de verspreiding van het virus.
Uit 2020 leerden we dat de combinatie van versoepelingen van de maatregelen die de verspreiding van het coronavirus moesten indijken in de lente- en zomermaanden, de terugkeer van vakantiegangers en het slechter wordende weer naar het einde van de zomer toe mogelijk aanleiding gaven tot de tweede en meest dodelijke golf van de corona-pandemie in België. Het begin van de tweede golf werd door Sciensano vastgesteld op maandag 31 augustus 2020.
De vaccinatiecampagne draait weliswaar op volle toeren, maar het zal vermoedelijk nog tot het najaar 2021 duren vooraleer de vaccinatiegraad voldoende hoog is om groepsimmuniteit te bekomen.
We verwijzen hierbij ook naar het Hoog Overlegcomité in haar verslag van 18 juni 2021 (2020C80750.002): “Het virus zal de volgende maanden blijven circuleren. Bovendien is het risico op nieuwe varianten reëel, die mogelijks een hogere besmettelijkheid en ziektegraad veroorzaken. In dat verband heeft het Comité kennis genomen van de huidige situatie met betrekking tot de delta-variant. Alleen een zo breed mogelijke vaccinatiecampagne biedt hier een afdoend antwoord op. Verder is het belangrijk dat de verschillende onder(delen van een deugdelijk risicobeheer, met name preventie, testing, isolatie en quarantaine, contactopvolging, outbreak management, ventilatie, enz. op een adequaat en doeltreffend niveau worden gehandhaafd.”.
Uit de evaluatie van de periode 1 november 2020 tot en met 31 maart 2021 blijkt de meerwaarde van de lokale besturen. Door hun direct contact met de burger en diepgaande kennis van de lokale situatie kunnen de lokale besturen de bronopsporing en quarantainecoaching heel doeltreffend aanpakken. Hierbij gebruiken ze verschillende acties en methodieken om nieuwe uitbraken en nieuwe besmettingen snel te lokaliseren en te bekampen. In aanvulling van de centrale contacttracing op het Vlaamse niveau konden de lokale besturen fysieke hulp bieden of zelfs beschermingsmateriaal ter beschikking stellen.
Op 16 juli 2021 heeft de Vlaamse Regering met het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken (hierna BVR 16 juli 2021) de contouren voor de complementaire werking en inzet in preventie, sensibilisering, lokale bronopsporing, quarantainecoaching en aandacht voor kwetsbare personendoor lokale besturen na 31 augustus 2021 uitgewerkt, met een bijhorende subsidie voor optie 1.
Besturen die op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken (hierna: BVR 13 november 2020) en/of het BVR van 23 april 2021 geen samenwerkingsovereenkomst hebben afgesloten met het Agentschap Zorg en Gezondheid, kunnen vanaf 1 september 2021 alsnog een overeenkomst voor optie 1 afsluiten.
De lokale besturen werken in al deze opdrachten ondersteunend en/of aanvullend op de werking van de COVID-19-teams binnen de zorgraden alsook op de werking van de centrale contactcenters.
De gemeenten die inzetten op optie 1 (sensibilisering / communicatie, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching) krijgen een forfaitaire subsidie van 0,125 euro per inwoner per maand voor een periode van 1 september 2021 tot en met 15 oktober 2021
De gemeente wil, na overleg met alle betrokken diensten, complementair inzetten op optie 1.
Hiertoe wordt door de gemeente een samenwerkingsovereenkomst opgesteld met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.
Bij deze samenwerkingsovereenkomst worden volgende documenten als bijlage gevoegd :
Het opnemen van deze engagementen geschiedt met inachtneming van de bescherming van de privacy van de burgers, zoals onder meer gewaarborgd door de algemene verordening gegevensbescherming (AVG).
De gemeente zorgt voor de nodige capaciteit en middelen om dit engagement kwaliteitsvol op te nemen.
De engagementen die de gemeente opneemt, doen geen afbreuk aan de engagementen die de gemeente in de bestrijding van de coronapandemie reeds opgenomen worden binnen de werking van de ELZ. Integendeel, ze zijn bedoeld om deze werking nog te versterken.
De gemeenteraad is bevoegd om onderhavig besluit te nemen.
Artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie verankert het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen. Dit beginsel houdt in dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen;
De Vlaamse Regering deed een oproep op 16 oktober 2020, verankerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken, aan alle Vlaamse gemeenten om aanvullend en ondersteunend aan de reeds bestaande initiatieven bijkomende engagementen op te nemen in deze strijd.
Omwille van het toegenomen belang van lokale bronopsporing in Vlaanderen in het kader van de bestrijding van de COVID-19-pandemie, is het noodzakelijk dat de gemeente zo snel mogelijk met haar engagementen kan opstarten/verderzetten, zodat geen kostbare tijd verloren gaat.
Om te kunnen op opstarten/verderzetten is de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst of addendum met bijlagen vereist. Op basis daarvan ontvangt de gemeente tevens de nodige accounts voor van de verschillende platformen.
De nodige stukken hiertoe werden sedert 7 december 2020 door de Vlaamse overheid ter beschikking gesteld.
Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken, het geconsolideerde besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing en het contactonderzoek ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken en het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt het voorgelegde addendum, verlenging optie 1, goed.
Gemeenteraadsbesluit van 30 januari 2018 met goedkeuring uniform gemeentelijk politiereglement politiezone HEKLA.
Gemeenteraadsbesluit van 29 mei 2018 met aanpassing van het besluit van 30 januari 2018.
Op het politiecollege van 2021 werden de voorstellen tot aanpassing van het uniform politiereglement (UPR) besproken, rekening houdend met de opmerkingen, bedenkingen en suggesties die de verschillende gemeenten gekregen hadden bij het voorleggen van het geactualiseerde UPR aan de gemeenteraad in 2018 en voorafgaand aan de jeugdraad;
Het resultaat hiervan is verwerkt in het initiële document waarin de vraag of opmerking van de gemeente/Igean als ook de tekst van het aangepaste artikel, zoals goedgekeurd door het politiecollege, staat vermeld.
De goedgekeurde aanpassingen zijn in de gecoördineerde versie van het volledige UPR opgenomen.
De aanpassingen in het nieuwe uniform politiereglement worden ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad.
Nieuwe Gemeentewet artikel 119 en 119bis over de bevoegdheden van de gemeenteraad, gewijzigd door de Wet van 24 juni 2013
Nieuwe Gemeentewet artikel 134sexies en artikel 135
Gemeentedecreet artikel 186 en 187
Advies jeugdraad 8 september 2021.
Dit advies kan nu niet mee opgenomen worden en wordt doorgegeven aan HEKLA om hiermee rekening te houden bij toekomstige aanpassingen.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de aanpassingen in het uniform gemeentelijk politiereglement goed.
Artikel 2
Het aangepast politiereglement met de protocolakkoorden wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet en overeenkomstig artikel 15 van de Wet van 24 juni 2013.
De protocolakkoorden worden door het college van burgemeester en schepenen bekendgemaakt op de website van de gemeente.
Een afschrift van dit reglement wordt verzonden aan:
- Parket van de procureur des Konings te Antwerpen
- Politierechtbank te Antwerpen, griffie
- Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, griffie
- Igean milieu & veiligheid
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere praktische uitvoering van dit besluit.
Mail 26 juli 2021 van politiezone HEKLA.
De plaatsing en het gebruik van camera’s door politiediensten wordt niet langer geregeld via de camerawet van 21 maart 2007. De wet op het politieambt legt sinds 25 mei 2018 het kader vast voor het gebruik van camera’s door de politiediensten ter ondersteuning van hun opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie. Een politiezone kan camera’s gebruiken op zichtbare wijze op het grondgebied dat onder haar bevoegdheid valt in het kader van opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie na principiële toestemming van de gemeenteraad. De korpschef vraagt de toestemming. De aanvraag preciseert het type camera, de doeleinden waarvoor de camera’s zullen worden geïnstalleerd of gebruikt en de voorziene gebruiksmodaliteiten.
In die context vraagt de korpschef van de politiezone HEKLA om mobiele camera’s, op zichtbare wijze te kunnen gebruiken op het hele grondgebied dat onder zijn bevoegdheid valt. Het betreft het gebruik van mobiele camera’s van het type bodycam. Met het dragen van een bodycam beoogt PZ HEKLA volgende doeleinden:
Het preventief de-escaleren van een risico-interventie door helder te communiceren dat de hele gebeurtenis wordt gefilmd (internationaal onderzoek bevestigt deze stelling ).
Het vastleggen van gebeurtenissen om te kunnen dienen als bewijsmateriaal (waarheidsvinding, bewijs, reconstructie na incidenten) – zowel in een gerechtelijk als administratief onderzoek – en dit ondersteunend aan de vaststellingen van de politie-ambtenaar.
Gebruik van geanonimiseerde beelden voor opleidings- en trainingsdoeleinden bij politiemedewerkers.
De bodycams zullen worden gebruikt in uitvoering van de opdrachten van de politie, zoals bepaald in de Wet Politieambt. Het betreffen zowel opdrachten van bestuurlijke als gerechtelijke politie. PZ HEKLA wil met de bodycam komen tot
een betere besluitvorming op het terrein (‘operational awareness’ tijdens evenementen, incidenten,…);
het bevorderen van het veiligheidsgevoel van bewoners en bezoekers van de gemeenten, maar ook van de politiemedewerkers zelf;
handhaven van de openbare orde en veiligheid;
verbeteren van heterdaadkracht en opsporing;
bijdragen aan bewijsvoering (waarheidsvinding, bewijs, reconstructie na incidenten);
gebruik beeldmateriaal voor training en coaching;
De bodycams worden gebruikt voor duidelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. De verzamelde persoonsgegevens betreffen camerabeelden en audio. De inzet en het gebruik van de bodycams wordt beperkt tot de duur van een incident of interventie. Basisprincipe is dat niet wordt gefilmd. Als een noodzaak zich aandient (vb. tijdens evenementen met verhoogd risico op ordeverstoring, bij belaging, calamiteiten, dreiging ordeverstoring, risicovolle interventie), wordt de bodycam in gebruik genomen. Beelden worden opgenomen. In voorkomend geval worden beelden gevoegd als bewijsmateriaal. De politiediensten mogen de verzamelde gegevens niet meer dan 12 maanden bewaren na de registratie. De toegang tot de gegevens is beperkt tot één maand na de registratie, behalve voor opnames gemaakt in het kader van opdrachten van gerechtelijke politie of voor didactische doeleinden. Beelden voor didactische doeleinden worden geanonimiseerd.
Regelgeving: bevoegdheid
Artikel 25/4 van de Wet op het politieambt bepaalt dat de gemeenteraad voorafgaandelijk een principiële toestemming moet verlenen om de politiediensten bewakingscamera’s te laten gebruiken overeenkomstig artikel 25/3.
De korpschef vraagt de toestemming aan de gemeenteraad.
Beleidsinformatie
Dit besluit past in de uitvoering van het bestuursakkoord en in de uitvoering van het zonaal veiligheidsplan.
Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt en latere wijzigingen: artikel 25/3 Wet op het politieambt voorziet dat de politiediensten in het kader van hun opdrachten camera’s die in voorkomend geval intelligent zijn, op zichtbare wijze kunnen gebruiken op het grondgebied van de politiezone.
Wet van 21 maart 2018 tot wijziging van de wet op het politieambt om het gebruik van camera’s door de politiediensten te regelen, tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en tot wijziging van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;
Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking totde verwerking van persoonsgegevens.
Artikel 1
De gemeenteraad verleent principiële toestemming aan de politiezone HEKLA om gebruik te maken van mobiele camera’s op het grondgebied dat onder haar bevoegdheid valt, in het kader van hun politionele opdrachten.
Binnen Brandweer Zone Rand hebben een aantal gemeente geen of een verouderd politiereglement (PR) met betrekking tot Publiek Toegankelijke Inrichtingen (PTI) en evenementen. Soms is er één, maar is het toepassingsgebied beperkt. Alle reglementen zijn allemaal verschillend.
Brandweer Zone Rand wil inzetten op:
Om dit te verwezenlijken zijn de instellingen opgenomen in het reglement ingedeeld in drie categorieën in functie van het risico:
De haalbaarheid van het reglement wordt zo voor elke categorie gegarandeerd.
Indien er geen wijzigingen plaatsvinden in de exploitatie of bij de exploitanten is er een termijn van 10 jaar voorzien om zich in orde te stellen met deze voorwaarden.
De categorie 1 inrichtingen zijn vrijgesteld van een attest. Ze krijgen met dit reglement wel duidelijkheid over de voorwaarden waaraan zij moeten voldoen.
Het voorstel Politieverordening houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen werd opgemaakt, ter goedkeuring bezorgd aan elke gemeente en principieel goedgekeurd in de zoneraad van 26 februari 2021.
Voor de aanvragen voor evenementen wordt voorgesteld om de voorwaarden niet op te nemen in een politieverordening maar in een richtlijn ‘Zonaal brandweeradvies voor evenementen’. De publiek toegankelijke inrichtingen hebben een duidelijk reglement nodig om hen op lange termijn rechtszekerheid te bieden.
Evenementen hebben een wisselend karakter. Hier opteren we voor flexibiliteit waarbij we elk jaar kunnen evalueren en aanpassen aan gewijzigde inzichten en maatschappelijke evoluties waar nodig.
We kunnen door deze aanpak met een richtlijn ook sensibiliseren en sturen.
Om de communicatie betreffende dit nieuwe reglement te begeleiden werd door Brandweer Zone Rand een communicatiebureau aangesteld, Viavictor, Oudeleeuwenrui 7-11, bus 16 2000 Antwerpen.
Het bureau voorziet een checklist voor de uitbaters makkelijk bereikbaar via een QR code en een platform met alle informatie. Om de communicatie rond dit reglement op een uniform en gelijktijdige manier te laten verlopen is het aangewezen om de datum voor de start van het reglement zo veel mogelijk in alle gemeenten gelijk te stellen. Brandweer Zone Rand stelt 1 september 2021 voor als startdatum.
Momenteel is in de procedure voor het bekomen van een vestigingsvergunning (voor de gemeente Borsbeek is dit bestaande A-deel van het politiereglement, goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 18 mei 2020, meer bepaald Deel A5 'diverse bepalingen', Titel 2 'inrichtingen die een exploitatietoelating vereisen, hoofdstuk 3, 'aanvraag procedure) voorzien dat er in het kader van het administratief onderzoek een verslag opgemaakt dient te worden door de brandweer. Andere PTI’s dienen voor dergelijk verslag een aanvraag in te dienen bij Brandweer Zone Rand en de brandweer te vergoeden overeenkomstig het retributiereglement. Het is dan ook aangewezen om deze ongelijkheid weg te werken en ook in deze vergunning te voorzien dat men Brandweer Zone Rand om een verslag dient te vragen.
Brandweer Zone Rand is gestart met het opleiden van extra personeel om de controles vlot te laten verlopen, om deze mensen flexibel te kunnen inzetten, is het noodzakelijk om te kunnen beschikken over een uniform reglement.
Art. 4 van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen
Art. 5, §1 t.e.m. 3 van het Koninklijk besluit van 19 december 2014 tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones
Art. 119 en 135, §2 Nieuwe gemeentewet, waarbij de bevoegdheid voor het nemen van politieverordeningen wordt toegewezen aan de gemeenten.
Gemeentelijke politiereglementen houdende maatregelen voor publiek toegankelijke instellingen
Besluit zoneraad Brandweer Zone Rand van 26 februari 2021 - Politiereglement - principiële goedkeuring van de politieverordening houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen.
In zitting van het college van 26 april 2021 werd principieel akkoord gegaan met de politieverordening houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het reglement Politieverordening houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen goed.
Artikel 2
Het reglement zal ingaan op 1 september 2021 en vervangt volgende bestaande reglementen/delen van het politiereglement van toepassing op publiek toegankelijke inrichtingen.
Artikel 3
De communicatieambtenaar wordt aangeduid als contactpersoon voor het afstemmen van de noden op het vlak van communicatie met Brandweer Zone Rand.
Gemeenteraad 16 december 2008 - lokaal woonbeleid
Gemeenteraad 29 september 2020 - burgemeestersconvenant 2030 - EnergieK huis
IGEAN dienstverlening is een dienstverlenende vereniging overeenkomstig het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017 die hoofdzakelijk actief is op het vlak van grondbeleid, vastgoedtransacties, woonbeleid, ruimtelijke ordening en stedenbouw. IGEAN dienstverlening verricht in dit kader handelingen ten aanzien van haar deelnemers, zonder beheersoverdracht.
IGEAN werkt hierbij veelal volgens het principe van een ‘zelfstandige groepering’, beter gekend als een ‘kostendelende vereniging’, in welk geval de kosten van een bepaalde activiteit verdeeld worden over de lokale besturen die effectief gebruik maken van de betrokken activiteit.
IGEAN is in dat opzicht aan te merken als ‘een permanente belangengemeenschap die door rechtspersonen is opgericht met het oog op rationalisering en om de beheers- en exploitatiekosten te verminderen’.
IGEAN dienstverlening als zelfstandige groepering
Daar waar het voor IGEAN dienstverlening initieel niet mogelijk was te functioneren als een kostendelende vereniging, omdat niet voldaan kon worden aan alle gestelde voorwaarden, heeft het nieuwe artikel 44 §2bis van het btw-wetboek hierin verandering gebracht.
In uitvoering hiervan heeft de algemene vergadering van IGEAN dienstverlening op 19.06.2020 de statutenwijziging goedgekeurd, waarmee het principe van de zelfstandige groepering statutair verankerd wordt.
Om effectief als zelfstandige groepering te kunnen optreden, heeft IGEAN dienstverlening de btw-administratie hiervan formeel in kennis gesteld aan de hand van het formulier 604B en bijhorende ledenlijst. Op deze ledenlijst staan alle deelnemers van IGEAN dienstverlening die aan te merken zijn als publiekrechtelijke instellingen die in principe niet btw-plichtig zijn. Ook de IVLW’s zijn opgenomen op de ledenlijst. Deze opname houdt op zich geen enkele verplichting tot intergemeentelijke samenwerking in; het creëert enkel de mogelijkheid tot samenwerking.
Het inwendig reglement
De spelregels die gelden voor de intergemeentelijke samenwerking werden vastgelegd in het inwendig reglement van de zelfstandige groepering dat volgende artikels omvat:
Artikel 1 – algemeen
Artikel 2 – aard van de samenwerking
Artikel 3 – vergoeding van de dienstverlening
Artikel 4 – rechten en verplichtingen deelnemende vennoten/leden
Artikel 5 – rechten en verplichtingen IGEAN dienstverlening.
De samenwerking is gericht op het verlenen door IGEAN dienstverlening van noodzakelijke, ondersteunende diensten aan de lokale besturen bij de uitvoering van hun taken.
De activiteiten - projectfiches
Bijlage 1 bevat verschillende projectfiches die telkens één activiteit van IGEAN dienstverlening beschrijven. Elke projectfiche is op dezelfde wijze opgebouwd en bestaat uit volgende elementen:
1. Voorwerp van de opdracht
2. Het concrete aanbod van IGEAN
3. De kostprijselementen en de wijze van verdeling (parameters)
4. De raming.
Deze projectfiches moeten het mogelijk maken om met voldoende kennis van zaken te beslissen of en voor welke activiteit het lokaal bestuur beroep wenst te doen op IGEAN dienstverlening.
Elke projectfiche omschrijft duidelijk en transparant het concrete aanbod van IGEAN evenals de daarbij horende kostprijs en de wijze waarop deze kostprijs zal worden verdeeld over de
verschillende deelnemers. De deelnemende vennoten/leden zijn niet verplicht om voor alle activiteiten beroep te doen op IGEAN dienstverlening.
Volgende projectfiches worden voorgelegd aan de gemeenteraad:
- Intergemeentelijke handhaving ruimtelijke ordening
- Intergemeentelijke werking lokaal woonbeleid
- Intergemeentelijke werking EnergieK huis (energie en klimaat)
- Intergemeentelijke werking aanwijzend schatter.
Aangezien het voor de meeste projectfiches over bestaande of recent opgestarte activiteiten gaat, heeft de gemeente hierover veelal reeds een gemeenteraadsbeslissing genomen.
Deze gemeenteraadsbeslissingen werden echter niet genomen in het kader van IGEAN dienstverlening die optreedt als zelfstandige groepering. Om de intergemeentelijke samenwerking
alsnog in het juiste juridische kader te brengen, is het aangewezen de eerdere beslissingen te bevestigen.
Voor zover de gemeente voor één of meerdere projectfiches nog geen gemeenteraadsbeslissing genomen heeft en dat alsnog wenst te doen, kan van deze gelegenheid gebruik gemaakt worden
om de betrokken activiteit en bijhorende projectfiche goed te keuren.
Voordelen van de zelfstandige groepering
Een intergemeentelijke samenwerking met IGEAN dienstverlening die optreedt als zelfstandige groepering heeft als voordeel dat de betrokken activiteiten binnen bepaalde krijtlijnen vrijgesteld
worden van btw. Bovendien wordt deze samenwerking vermoed niet concurrentieverstorend te zijn.
De wetgeving overheidsopdrachten moet daarom in deze context niet door elk lokaal bestuur toegepast worden.
Om toepassing te kunnen maken van artikel 44 §2bis btw-wetboek gelden voor alle activiteiten volgende voorwaarden:
a. Duurzame, preferentiële samenwerking
Er moet sprake zijn van een duurzame samenwerking tussen IGEAN dienstverlening en haar leden.
Een ad hoc toe- of uittreding is niet toegestaan.
Aangezien de werking en het beleid van een lokaal bestuur in grote mate legislatuur-gebonden is, wordt de termijn van de samenwerking met IGEAN dienstverlening gekoppeld aan de legislatuur + 1 jaar. Om evenwel voldoende continuïteit en deskundigheid te kunnen garanderen, geldt er steeds een termijn van minimum 2 jaar.
De samenwerking is bovendien preferentieel, wat concreet betekent dat de deelnemende vennoten/leden bij voorrang een beroep doen op IGEAN dienstverlening voor de uitvoering van de betrokken activiteiten en dat IGEAN dienstverlening deze diensten bij voorrang aanbiedt aan de lokale besturen die hiervoor een duurzame samenwerking hebben onderschreven.
Een duurzame, preferentiële samenwerking moet het mogelijk maken deskundig personeel aan te trekken en te houden, wat de continuïteit van de dienstverlening ten goede komt.
b. jaarlijkse btw verklaring eigen activiteiten
De leden van de zelfstandige groepering moeten overwegend (meer dan 50%) activiteiten hebben die van btw vrijgesteld zijn of buiten het toepassingsgebied van de btw vallen.
Overeenkomstig artikel 6, eerste lid van het btw-wetboek worden gemeenten niet als btw-belastingplichtigen aangemerkt voor de werkzaamheden of handelingen die zij als overheid verrichten, ook niet indien zij voor die werkzaamheden of handelingen rechten, heffingen, bijdragen of retributies innen. Om dit te bevestigen zal er jaarlijks een btw verklaring ter ondertekening voorgelegd worden aan de betrokken deelnemers (bijlage 2 inwendig reglement).
Financiële gevolgen
De dienstverlening in het kader van de zelfstandige groepering is steeds kostendelend.
In uitvoering van artikel 3 van het inwendig reglement worden de kostprijselementen van de intergemeentelijke samenwerking evenals de wijze van verdeling opgenomen in de projectfiches die per activiteit opgemaakt worden. De parameters die hierbij gelden evenals het aandeel hierin van elke deelnemer, kan per activiteit verschillen.
Per activiteit wordt een intergemeentelijk team samengesteld dat ingezet wordt in alle deelnemende gemeenten. De kostprijs van dit intergemeentelijk team bestaat uit de personeelskosten, algemene kosten, werkingskosten en verplaatsingskosten.
De personeelskosten omvatten de bruto-loonkosten op jaarbasis, verhoogd met de patronale bijdragen en bijhorende kosten (vb. extra-legale voordelen, verzekeringen, …).
De algemene kosten zijn kosten van IGEAN die niet aan een specifiek project of aan een bepaalde activiteit kunnen toegewezen worden, zoals o.m. de kosten voor het gebouw, de informatica, het meubilair en de overige inrichting, elektriciteit, water en verwarming, maar ook de kosten voor de overkoepelende diensten die voor iedereen werken zoals bijvoorbeeld het onthaal, de personeelsdienst, de financiële dienst, de aankoop dienst en ICT-dienst. Deze algemene kosten worden op het einde van het jaar verdeeld over alle activiteiten en projecten die verrekend worden met de lokale besturen. De verdeelsleutel die hierbij gebruikt wordt, is de personeelskost. Voor IGEAN dienstverlening stellen we vast dat de massa van deze algemene kosten grosso modo 30% bedraagt van de personeelskosten van de projecten en activiteiten. Bijgevolg dragen de activiteiten
en projecten als bijdrage in deze algemene kosten een bedrag bij gelijk aan 30% van hun personeelskost. Dit zorgt ervoor dat er geen winst of verlies gemaakt wordt en de kosten eerlijk verdeeld blijven. Als we naar andere zelfstandige groeperingen / kostendelende verenigingen kijken in Vlaanderen, blijkt 30% algemene kosten bovendien ook een breed aanvaarde norm.
De werkingskosten bestaan uit kosten die specifiek toewijsbaar zijn aan de werking van het intergemeentelijk team (vb. opleidingskosten, kosten voor het aanmaken van flyers, …).
De verplaatsingskosten houden rekening met het ter beschikking stellen van een functionele bedrijfswagen en/of het betalen van een onkostenvergoeding voor het gebruik van de eigen wagen.
Bij de opstart van een samenwerking wordt er een raming opgemaakt en aan de deelnemende vennoten/leden voorgelegd. Bij de aanvang van de samenwerking wordt bij wijze van voorschot aan elke deelnemende gemeente het bedrag van de kostenraming opgevraagd.
Gaat het om een subsidieproject, dan zal het bedrag van de raming verrekend worden met deze subsidies en zal enkel het eventueel saldo nog opgevraagd worden.
Na afsluiting van de boekhouding van IGEAN dienstverlening wordt de kostenraming vergeleken met de werkelijke kosten. Het verschil ontstaan in boekjaar n zal dan verrekend worden in de kostenraming van het jaar n +2, zodat geen begrotingswijzigingen noodzakelijk zijn Overeenkomstig het inwendig reglement van de zelfstandige groepering kunnen eventuele overschotten die ontstaan ingevolge deze aanrekening en de toewijzing van het aandeel hiervan aan iedere deelnemer, niet worden uitgekeerd, maar worden deze verrekend in de kosten van het daaropvolgende jaar. De regels voor de eindafrekening van een project worden in de projectfiche gespecifieerd. In voorliggend dossier bevat elke projectfiche minstens de raming voor 2021.
Voorafgaande documenten, besprekingen en beslissingen
- Toelichting bij het principe van de zelfstandige groepering op de ontbijtvergadering met de burgemeesters, de algemeen en de financieel directeurs van 16.01.2020.
- Beslissing van de raad van bestuur van 22.01.2020 over de melding aan de btw-administratie.
- Beslissing van de raad van bestuur van 29.02.2020 met de goedkeuring van het ontwerp statutenwijziging waarmee het principe van de zelfstandige groepering statutair verankerd wordt.
- Beslissing van de algemene vergadering van IGEAN dienstverlening van 19.06.2020 ter goedkeuring van de statutenwijziging om het principe van de zelfstandige groepering te verankeren in de statuten.
- Toelichting bij de stand van zaken van de verdere invulling van de zelfstandige groepering aan de financieel directeurs op 12.02.2021.
- Beslissing van de raad van bestuur van 28.04.2021 waarmee het inwendig reglement van de zelfstandige groepering goedgekeurd werd evenals de daarbij horende projectfiches.
- Toelichting bij de concrete invulling van de zelfstandige groepering aan de burgemeesters op het overleg van 7.05.2021.
- Toelichting bij de concrete invulling van de zelfstandige groepering aan de algemeen en de financieel directeurs op het overleg van 27.05.2021.
- Korte toelichting bij de stand van zaken en de verdere timing van de zelfstandige groepering aan de gemeenteraadsleden op een infomoment van 2.06.2021.
- Beslissing van de algemene vergadering IGEAN dienstverlening van 25.06.2021 waarmee kennis wordt genomen van het inwendig reglement van de zelfstandige groepering (onder voorbehoud).
Volgende documenten vormen het juridisch kader voor onderhavige beslissing:
- artikel 44 §2bis btw-wetboek
- de Circulaire nr. 127.540 van 12 december 2016
- decreet lokaal bestuur van 22.12.2017
- statuten IGEAN dienstverlening
- het inwendig reglement van de zelfstandige groepering.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van het inwendig reglement van IGEAN dienstverlening die optreedt als zelfstandige groepering en keurt dit goed.
Artikel 2
De gemeenteraad neemt kennis van de in bijlage 1 bij het inwendig reglement opgenomen projectfiches die, per activiteit van IGEAN dienstverlening -die optreedt als zelfstandige groepering opgemaakt werden en bestaan uit het volgende:
1. Voorwerp van de opdracht
2. Het concrete aanbod van IGEAN
3. De kostprijselementen en de wijze van verdeling (parameters)
4. De raming (2021).
Artikel 3
Rekening houdend met de reeds eerder genomen gemeenteraadsbeslissingen over de vermelde activiteiten, bevestigt de gemeenteraad de intergemeentelijke samenwerking met IGEAN dienstverlening, overeenkomstig de in artikel 2 bedoelde projectfiches:
- intergemeentelijke werking lokaal woonbeleid
- intergemeentelijke werking EnergieK huis (energie en klimaat)
Artikel 4
De intergemeentelijke samenwerking met IGEAN dienstverlening -die optreedt als zelfstandige groepering- neemt een aanvang op 1.01.2021.
Artikel 5
IGEAN dienstverlening zal jaarlijks per activiteit aan alle deelnemers het bedrag van de raming opvragen bij wijze van voorschot.
Gaat het om een subsidieproject, dan zal het bedrag van de raming verrekend worden met deze subsidies en zal enkel het eventueel saldo nog opgevraagd worden.
Een eerste voorschot zal opgevraagd worden tegen uiterlijk 31.10.2021. Daarna zal het voorschot opgevraagd worden nadat de jaarlijkse afrekening voorgelegd werd.
Artikel 6
Twee ondertekende exemplaren van deze beslissing zullen bezorgd worden aan IGEAN dienstverlening.
Beslissing van het CBS van 23/08/2021 tot aankoop van café prins Albert, Liersesteenweg 2, 2547 Lint, onder voorbehoud van goedkeuring door gemeenteraad
Beslissing van CBS van 06/06/2021 tot goedkeuren overeenkomst verwerven erfdienstbaarheid op Liersesteenweg 4 te Lint
De gemeente heeft nood aan een plaats om meerwaarde te creëren voor haar inwoners, dit zowel met het oog op het zelf ontplooien van allerlei activiteiten, zowel op sociaal, cultureel, als jeugd vlak, maar ook een plaats die gebruikt kan worden door verscheidene lokale verenigingen. De afbraak of renovatie van De Witte Merel stelt dit alleen nog scherper. Het feit dat café Prins Albert, Liersesteenweg 2, 2547 Lint (in het kadaster opgenomen als Lint, 1e Afdeling, Sectie D, nr. 423e2), al enige tijd leeg staat en zo een kenmerkend element in het uitzicht van Lint, en pal in het centrum dan nog, een beetje staat te verkommeren, is daarbij een doorn in het oog. Tenslotte is het café opgenomen in de inventaris onroerend erfgoed als vastgesteld bouwkundig erfgoed sinds 29/03/2019. Daarenboven is de locatie zeer geschikt om synergievoordelen te bekomen samen met de naastgelegen feestzaal Roeland: de site kan als een geheel worden aangepakt en geïntegreerd, waarbij de som a.h.w. groter is dan de delen apart.
Voorafgaand aan elke aankoop door een overheid is er een schatting nodig over de waarde van het goed (omzendbrief BB 2010/02 betreffende vervreemding van onroerende goederen). De aankoopprijs mag in principe de geschatte waarde niet overschrijden. De schatting werd uitgevoerd door landmeter-expert Jelle Broothaerts. Dat verslag (datum 17/08/21, in bijlage) werd een schattingsverslag opgemaakt dat het eigendom waardeert op € 275.253. Bij de onderhandelingen met de eigenaar, de genaamde Willy Van Leemput, Meidreef 44, te 2547 Lint, werd verkregen om de aankoopprijs overeen te komen van € 275.000.
Er wordt nu gevraagd aan de gemeenteraad om de beslissing van het CBS van 23/08/2021 tot aankoop van café Prins Albert, Liersesteenweg 2, 2547 Lint, goed te keuren.
Er werd een Koopovereenkomst opgesteld, in bijlage toegevoegd, welke hierbij ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.
We wensen tevens een erfdienstbaarheid te verwerven op het aanpalend pand Liersesteenweg 4, eigendom van de heer Diederik Delvaux, voor het gebruiksrecht van de kelder en zolder, die aaneensluitend doorloopt onder en boven het café. Dit is opgeschreven in een overeenkomst erfdienstbaarheid, tevens in bijlage, welke hier ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.
Bepalingen van het burgerlijk wetboek die gelden voor verkoop (artikel 1582 t.e.m. 1685 BW) gelden ook bij aankoop.
Aankoop volgens waarde van schatting volgens omzendbrief BB 2010/02 betreffende vervreemding van onroerende goederen
Gemeentelijk decreet aankoop onroerende goederen, en specifiek art. 43, §2, 12° GD
Er is heden geen budget voorzien, maar er is wel de mogelijkheid tot een verschuiving voorzien van investeringskrediet van renovatie Lindenhof voorzien in 2023 ( € 1.200.000,00 voorzien). Gezien de aanpassing van kredieten pas op het eind van het jaar gebeurt, kan de financieel directeur voor deze aankoop wel een voorwaardelijk visum verlenen, mits de procedure correct verloopt.
artikel 1
De gemeenteraad keurt de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 23/08/21 tot aankoop van het pand Liersesteenweg 2, 2547 Lint, voor de som van € 275.000 goed.
artikel 2
De gemeenteraad keurt de tekst van Koopovereenkomst voor Liersesteenweg 2, 2547 Lint in bijlage goed.
artikel 3
De gemeenteraad keurt de tekst van overeenkomst tot verwerven van erfdienstbaarheid op Liersesteenweg 4, 2547 Lint, tevens in bijlage, goed.
Beslissing van het CBS op 23/08/2021 tot aankoop van Feestzaal Roeland, een Koopovereenkomst en een Bruikleenovereenkomst , onder voorbehoud van goedkeuring door Gemeenteraad
De gemeente heeft nood aan een plaats om meerwaarde te creëren voor haar inwoners, een plaats voor het uitrollen van allerlei culturele activiteiten, maar ook een plaats die gebruikt kan worden door verscheidene lokale verenigingen van culturele insteek, zeker met in het achterhoofd de nakende afbraak of renovatie van OC De Witte Merel, voorzien voor 2022. Daardoor moet de gemeente op korte termijn op zoek naar oplossingen.
VZW Roeland is eigenaar van feestzaal Roeland en werd bereid gevonden in gesprek te gaan over een verkoop van de zaal. Deze locatie is naast zijn absolute geschiktheid voor culturele activiteiten, bovendien zeer geschikt om mogelijk synergievoordelen te bekomen met het daarnaast gelegen café Prins Albert, Liersesteenweg 2, 2547 Lint. en kan als een geheel worden aangepakt en geïntegreerd, waarbij de som a.h.w. groter is dan de delen apart.
Voorafgaand aan elke aankoop door een overheid is er een schatting nodig over de waarde van het goed (omzendbrief BB 2010/02 betreffende vervreemding van onroerende goederen). De aankoopprijs mag in principe de geschatte waarde niet overschrijden. De schatting werd bepaald op € 296.000 (schattingsverslag in bijlage). Na gesprekken met de eigenaar, vzw Roeland, werd de aankoopprijs overeengekomen van € 296.000. Het CBS van 23/08/2021 besliste tot aankoop van Feestzaal Roeland, onder voorbehoud van goedkeuring door Gemeenteraad. Deze goedkeuring wordt bij deze gevraagd.
Er werd een Koopovereenkomst en een Bruikleenovereenkomst opgesteld, in bijlage toegevoegd, welke hierbij ter goedkeuring door de Gemeenteraad worden voorgelegd.
Bepalingen van het burgerlijk wetboek die gelden voor verkoop (artikel 1582 t.e.m. 1685 BW) gelden ook bij aankoop.
Aankoop volgens waarde van schatting volgens omzendbrief BB 2010/02 betreffende vervreemding van onroerende goederen
Gemeentelijk decreet aankoop onroerende goederen, en specifiek art. 43, §2, 12° GD
Financieel visum werd aangevraagd. Er is heden geen budget voorzien, maar er is wel de mogelijkheid tot een verschuiving voorzien van investeringskrediet van renovatie Lindenhof voorzien in 2023 ( € 1.200.000,00 voorzien). Gezien de aanpassing van kredieten pas op het eind van het jaar gebeurt, kan de financieel directeur voor deze aankoop mogelijk een voorwaardelijk visum verlenen, mits de procedure correct verloopt.
artikel 1
De Gemeenteraad keurt de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 23/08/2021 tot aankoop van het pand Feestzaal Roeland en aanhorigheden, Duffelsesteenweg 1, 2547 Lint, voor de som van € 296.000 goed.
artikel 2
De Gemeenteraad keurt de tekst goed van de Koopovereenkomst voor Duffelsesteenweg 1, 2547 Lint, zoals goedgekeurd door CBS van 29/08/21.
artikel 3
De Gemeenteraad keurt de tekst goed van de Bruikleenovereenkomst voor Duffelsesteenweg 1, 2547 Lint, zoals goedgekeurd door CBS van 29/08/21.
De gemeenteraad neemt kennis van het management rapport Q2/2021.
Het collegebesluit van 25 september 1985 waarbij vergunning wordt verleend voor een nieuwe verkaveling gelegen in Bouwenstraat, referentienummer 068/124 of V 340.
Het splitsingsplan van landmeterskantoor Van Eester van 16 november 2020.
Het collegebesluit van 13 september 2021 Voorbereiding gemeenteraadsbesluit grondafstand.
Teneinde aan alle opgelegde verkavelingsvoorwaarden voor verkaveling V 340 te voldoen, dient de familie Vermuyten nog een grondafstand te volbrengen.
De grondafstand voor verkaveling V 340 omvat een deel van de percelen met kadastrale omschrijving afdeling 1, sectie D nr. 407 C 2 - 271 m² met participatienummers D 407 G 2 - 172 m² en D 407 H 2 - 99 m².
Unilexa Geassocieerde Notarissen, Veerle Geens, werd in het kader van een openbare verkoop aangesteld om een akte voor deze grondafstand te maken.
Deze akte moet ter goedkeuring aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
De overdracht van de grond kadert binnen het openbaar nut waardoor de overdracht is vrijgesteld van registratierechten en van recht op geschriften.
Het gemeentedecreet, inzonderheid art. 42 en 43 betreffende bevoegdheden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen inzake het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen.
Het decreet van 22 februari 1995 houdende de bodemsanering, inzonderheid de artikels 32, 41, 42 en 43.
Het decreet van 26 maart 2004 houdende de openbaarheid van besturen in de provincies en gemeenten.
Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 252 betreffende het algemeen bestuurlijk toezicht.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening in werking getreden op 1 september 2009 met latere aanpassingen.
Het betreft gratis grondafstand.
Artikel 1
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan het verwerven van een deel van het perceel met kadastrale omschrijving afdeling 1, sectie D, nummer 407 G 2 met een oppervlakte van 172 m² en afdeling 1, sectie D, nummer 407 H 2 met een oppervlakte van 99 m², zoals aangeduid op het splitsingsplan van 16 november 2020 van Landmeterskantoor Van Eester.
Artikel 2
De voorzitter van de gemeenteraad en de algemene directeur worden gemachtigd om de gemeente te vertegenwoordigen bij de notariële verplichtingen.
Artikel 3
Het ontwerp van akte maakt deel uit van het gemeenteraadsbesluit van 28 september 2021.
CBS 10/5/2021 huurovereenkomst Lerenveld 35B
CBS 28/6/2021 huur Lerenveld 35B
In mei konden alle de Lintse verenigingen met sociale, culturele, sportieve en/of jeugdwerking zich kandidaat stellen om de site Lerenveld 35B voor een periode van 9 jaar te huren.
Om een dossier te mogen indienen, golden volgende selectiecriteria
de (maatschappelijke) zetel van de vereniging is gevestigd in Lint
de vereniging telt tenminste 50 leden. Minstens de helft van de leden dient gedomicilieerd te zijn in Lint
de boekhoudkundige omzet (in/uit) van de vereniging bedraagt tenminste 10.000 euro/jaar
Onder ‘vereniging’ kon ook worden verstaan een feitelijke vereniging van verschillende verenigingen, allen gevestigd in Lint, waarbij echter 1 vereniging zich moet engageren als hoofdaansprakelijke om, indien gegund, het contract in eigen naam te ondertekenen.
Alleen de ingediende kandidaturen die beantwoordden aan de selectievoorwaarden, konden in aanmerking komen voor een toewijzing op basis van de volgende gunningsvoorwaarden met resp. weging
aangetoonde meerwaarde van het gebruik van de site voor de werking van hun organisatie (30 p)
bereidheid om de site ter beschikking te stellen aan Lintse gezinnen/verenigingen voor het houden van activiteiten (x aantal/jaar, voorstel van gewenste vergoeding) (20 p) elke activiteit dient te worden ingediend bij het evenementenloket
beschrijving van het voorziene beheer van de site (wie, op welke wijze) (10 p.)
het aan te tonen gebruik van de site vanuit sociaal, sportief, jeugd en/of cultureel perspectief. (40 p)
Een beoordelingsjury bestaande uit Erik Prims, Lynn Van den Heuvel, Peter Fontaine en Tamara Goetmakers beoordeelden de ingezonden schriftelijke dossiers van volgende 2 indieners:
1. VC Tesla
2. Veros
Wat betreft selectiecriteria:
Criterium | VC Tesla | Veros | Opmerkingen |
Maatschappelijke zetel Lint | OK | OK | beiden geselecteerd |
50"}">aantal leden > 50 | 335 | 68 | beiden geselecteerd |
10.000€"}">omzet > 10.000€ | =+/- 100.000 | =+/- 30.000 | beiden geselecteerd |
Wat betreft gunningscriteria:
De jury stemde op elkaar af en gaf eensgezind punten, als volgt:
Criterium |
op aantal punten |
VC Tesla |
Veros |
Aangetoonde meerwaarde van het gebruik van de site voor de werking van hun organisatie |
30 |
25 |
24 |
Bereidheid om de site ter beschikking te stellen aan lintse gezinnen/verenigingen |
20 |
15 |
18 |
Beschrijving van het voorziene beheer van de site |
10 |
9 |
5 |
Aan te tonen gebruik van de site vanuit sociaal, sportief, jeugd en/of cultureel perspectief |
40 |
35 |
28 |
Totaal |
100 |
84 |
75 |
De gemeenteraad keurt de verhuur goed van de infrastructuur Lerenveld 35B vanaf 1 oktober 2021, voor een periode van 9 jaar, aan VC Tesla, zijnde Volley Lint vzw, Liersesteenweg 25, 2547 Lint.
Harry Debrabandere
voorzitter